volledige literatuur dat is voorgeschreven voor het vak
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Strafrecht
Jeugdstrafrecht
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
Rhodev
Reviews received
Content preview
Jeugdstrafrecht literatuur
Week 1: Het IVRK, jeugdrecht, leeftijdsgrenzen en het IVRK
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
‘ RSJ - Verhoging strafrechtelijke minimumleeftijd in context. Advies over verhoging van de
strafrechtelijke minimumleeftijd en het belang van goede jeugdhulp, Den Haag, november 2017,
p.6-30.’
Het ministerie heeft de volgende vragen geformuleerd:
Wat zijn de kansen en mogelijke risico’s die zich gaan voordoen zodra de leeftijd voor
strafrechtelijke aansprakelijkheid van jeugdigen van twaalf naar veertien jaar respectievelijk
16 jaar in Nederland gaat?
Welke niet strafrechtelijke interventies zijn passend ten aanzien van bovengenoemde groep
jeugdigen en aan welke voorwaarden zou moeten worden voldaan om dergelijke interventies
passend te laten zijn? Dit ter voorkoming van het schade toebrengen aan de jeugdigen zelf, de
maatschappij en mogelijke slachtoffers alsmede het vergroten van de onveiligheid van de
maatschappij.
Strafrechtelijke minimumleeftijd in historisch perspectief
2.1 Strafrechtelijke minimumleeftijd in Nederland
Jongeren zijn in Nederland strafbaar vanaf 12 jaar -> art. 486 Sv en art. 77a Sr. De politie kan een 12-
wel aanhouden, ophouden en onder verhoor en bepaalde dwangmiddelen toepassen art. 487 Sv. Onder
de 12 zijn kinderen niet strafrechtelijk aansprakelijk en daarmee niet vervolgbaar.
Verschil met volwassen aansprakelijkheid -> de aansprakelijkheid neemt toe als het toenemen van de
leeftijd groter wordt.
Op grond daarvan onderscheid het jeugdstrafrecht twee subcategorieën: de maximale duur van
detentie voor 12 tm 15-jarigen is 1 jaar, voor jeugdigen van 16/17 jaar maximaal 2 jaar at. 77i Sr.
Voor jongeren tussen 12 en 18 geldt een jeugdstraf(proces)recht, dat een speciaal sanctiepakket kent
met een primair pedagogische insteek, alsmede eigen procedurele regels.
Toepassing sancties aan jongeren -> kinderrechter let met belangrijke mate op persoonlijke kenmerken
en de leefomstandigheden van de jonge verdachte.
Het strafrechtelijk handelen naar jeugdige verdachten en veroordeelden moet vooral gericht zijn om
hun ontwikkeling te stimuleren, hen (opnieuw) op te voeden, te resocialiseren, voor te bereiden op een
betere toekomst door hen te weerhouden van een (verdere) criminele carrière. -> moeten prevaleren
boven alle andere functies die het strafrecht doorgaans heeft zoals vergelding, genoegdoening,
afschrikking, herstel en bescherming.
2.2 Huidige leeftijdsgrens in 1965 ingesteld.
Sinds de 19e eeuw wordt een minimumleeftijd gehanteerd.
1886 -> WvSr -> minimumleeftijd 10 jaar -> jonger dan 10 altijd zonder oordeel des onderscheids
handelen.
1905-> Kinderwet -> verondersteld dat jongeren (her)opgevoegd konden worden omdat zij in
ontwikkeling zijn -> afschaffen leeftijdsgrens -> rijpheid verschilt per jeugdige -> groot vertrouwen in
de rol van de autoriteiten op gebied van aanpak en van jeugdcriminaliteit -> per jeugdige toegespitste
straf -> jeugdige werd gezien als beschermingsobject.
1951 -> commissie overwater -> herinvoering minimum strafrechtelijke leeftijd -> pleitte uiteindelijk
voor een leeftijdsgrens van 12 jaar: “De strafvervolging van zeer jeugdige kinderen behoort wettelijk
uitgesloten te zijn. Van toerekeningsvatbaarheid in de zin van de strafwet zal bij hen niet of nauwelijks
sprake kunnen zijn, terwijl strafvervolging ten aanzien van hen een te zwaarwichtig middel is,
waarvan de strekking buiten hun bevatting ligt, en met het oog op het te beschermen belang ook niet
noodzakelijk. Ten aanzien van deze kinderen kan men met de mogelijkheden van het burgerlijke recht,
1
,de ondertoezichtstelling, ontzetting en ontheffing voldoende bereiken.”
1965 -> leeftijdsgrens van 12 jaar ingevoerd.
2.3 strafrechtelijke minimumleeftijd in internationaal kader
IVRK -> verplichting om minimumleeftijdsgrens vast te stellen. -> art. 4.1 UN standard minimum
Rules fort he Administration of Juvenile Justice -> leeftijdsgrens niet te laag zijn en moet bij de
vaststelling ervan rekening worden gehouden met de ‘emotionele, mentale en intellectuele
ontwikkelingen’ van jongeren.
VN- Kinderrechtcomité -> strafrechtelijke leeftijdsgrens 12 jaar moet minimumstandaard zijn. -> later
dan 212 -> verhogen tot 12 en bij voorkeur naar 14/16 jaar. -> jeugdigen moeten zoveel mogelijk
buiten het jeugdstrafrecht bejegend worden, met respect voor hun mensenrechten en fundamentele
vrijheden art. 40 lid 3 sub 4 IVRK. -> 12 jaar is het minimum dat internationaal aanvaardbaar is.
Bij een flexibele leeftijdsgrens geldt een ondergrens met daarboven een bandbreedte waarbinnen een
jeugdige in het individuele geval, ingeval van bepaalde zware strafbare feiten of vermeende maturiteit,
wel aansprakelijk kan worden gehouden (de zogenaamde doli (in)capax regel)
IVRK -> jeugdigen moeten bij voorkeur niet worden onderworpen aan een formele strafrechtelijke
bejegening -> liever buitengerechtelijke afdoening art. 40 lid 3 b IVRK.
Art. 6 EVRM - > recht om te participeren in strafrechtelijke procedures -> kindvriendelijke procedures
dienen aan te sluiten bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de jeugdige.
Hoofdstuk 3: Strafrechtelijke minimumleeftijden in Europees perspectief
3.3 Conclusie
De RSJ is gevraagd om ook te kijken naar de minimum leeftijd voor het strafrecht in Europa. De
gemiddelde strafrechtelijke minimumleeftijd in Europa is veertien jaar. Veel van de ons omringende
landen hebben een hogere leeftijdsgrens dan Nederland, waarbij bovendien een sterke pedagogische
oriëntatie geldt. Zelfs in landen waar de strafrechtelijke minimumleeftijd lager is dan in Nederland,
worden jongeren veelal niet strafrechtelijk gesanctioneerd voor het veertiende of vijftiende levensjaar,
maar wordt naar pedagogische interventies gezocht, binnen het strafrecht, dan wel in het kader van
jeugdbescherming of jeugdhulp. Dit kan evenwel leiden tot plaatsing in een (gesloten) residentiële
instelling. De RSJ stelt op basis van de inzichten in de verschillende Europese straf- en
jeugdhulpstelsels vast dat er binnen Europa geen consensus bestaat over de
vraag wat de ideale leeftijdgrens is (lees: veertien, vijftien of zestien jaar?). Een leeftijdsgrens van ten
minste veertien jaar lijkt breed gedragen binnen Europa en dan met name in de ons omringende
landen. Deze landen verschaffen de RSJ eveneens het inzicht dat het uiteindelijk gaat om wat er aan
interventies beschikbaar is voor jongeren aan beide kanten van de leeftijdsgrens. Daarbij lijkt
essentieel dat sprake is van duidelijke regievoering door één bepaalde instantie, de kinderrechter, die
voldoende kennis heeft van het belang van een pedagogische interventie, what works-beginselen en
een adequate rechtspositie voor de jongere.
Hoofstuk 4: De minimumleeftijd bezien vanuit de hersenontwikkeling en
ontwikkelingspsychologie bij jeugdigen
4.1 Omgaan met verwijtbaarheid van schuld en strafrechtelijke aansprakelijkheid
Er zijn geen evidente momenten in de hersenontwikkeling van kinderen en jongeren die het
onderscheid tussen ‘kind’ en ‘jongere’ rechtvaardigen, laat staan dat er duidelijke markeringen bestaan
inzake toerekeningsvatbaarheid.
Hersenrijping bereikt haar voltooiing rond 23/24 jaar -> zolang de hersenen nog in ontwikkeling zijn,
moet er terughoudend omgegaan worden met de verwijtbaarheid van schuld en de strafrechtelijke
aansprakelijkheid. De ontwikkeling van jongeren is over het algemeen niet zodanig dat de op dezelfde
manier verantwoordelijk gesteld kan worden voor hun gedrag en handelen als normaal functionerende
volwassenen.
4.2. Leeftijdsgrens in het strafrecht is moeilijk te bepalen
De hersenontwikkeling groeit met de jaren en de inzichten en vaardigheden nemen daarmee ook toe.
2
,Maar de hersenontwikkeling en de ontwikkeling van deze inzichten en vaardigheden verschillen sterk
per individu. Deze ontwikkeling wordt mede bepaald door de context waarin jongeren opgroeien.
Vanuit neurofysiologisch en psychosociaal ontwikkelingsperspectief is het hanteren van een strakke
leeftijdsgrens geen optie. Ten eerste is daarvoor de variatie binnen de populatie jeugdigen veel te
groot. Ten tweede is ontwikkeling een glijdende schaal: er is geen duidelijke leeftijd aanwijsbaar
wanneer iemand voldoende ontwikkeld en competent is om als oorzaak van eigen handelen
beschouwd te worden. Ten derde is ontwikkeling een individueel sterk variërend proces: de ene
jongere is eerder uitontwikkeld dan de andere, waarbij er bij bijvoorbeeld jongeren met een stoornis op
geen enkele leeftijd sprake zal zijn van volledige en leeftijdsconforme ontwikkeling.
De mate van verwijtbaarheid kan niet op basis van leeftijd alleen vastgesteld worden. Tegelijkertijd
heeft het hanteren van een leeftijdsgrens wel een functie. De
grens draagt bij aan rechtszekerheid en dient als markeringspunt waarmee een samenleving ten
aanzien van een bepaalde groep jongeren veronderstelt dat deze niet kan worden aangesproken in
strafrechtelijke zin.
4.3. Toepassen van het rechtvaardigheidsbeginsel
Iemand kan alleen verantwoordelijk geacht worden voor diens handelen als hij zelf bewust,
intentioneel en voldoende competent en capabel is om de oorzaak van dat handelen te kunnen zijn
geweest. Hij moet in staat zijn geweest het eigen handelen voldoende te controleren. Dat vergt een
gezond werkende geest, inschattings-, empathisch en probleemoplossend vermogen en een zekere
intelligentie. En die hangen nauw samen met voldoende gerijpte en goed werkende hersenen. Wie niet
de oorzaak van het eigen handelen is, kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor dat handelen.
4.4. Essentiele ontwikkeling rond het 14e levensjaar
Normaal begaafde jeugdigen kunnen gemiddeld pas tussen het 15 e en 17e levensjaar in cognitief
opzicht vergeleken worden met volwassenen. Tot een jaar of 14 zijn zij slechts beperkt in staat hun
gedrag te begrijpen, sturen of te beïnvloeden. Jongeren onder de veertien jaar missen dus zowel het
vermogen om gedrag te begrijpen, te sturen en te beïnvloeden als het vermogen om effectief een
strafproces te begrijpen en hierin te participeren
Hoofstuk 5: Aanpak jonge daders in jeugdstafrecht en jeugdhulp
Tussen veertien en zestien jaar prevaleert een systeemaanpak boven een individuele aanpak: het
jeugdstrafrecht is sterk gericht op het sanctioneren van het individu. De (civiele) jeugdhulp richt zich
op mede op de omgeving van de jongere, die grote invloed heeft op zijn gedrag. Deze is daardoor
effectiever. Vanaf een jaar of zestien zijn effectieve behandelingen meer gericht op de zelfstandige
toekomst van het kind en daarmee niet of minder op de omgeving gericht. Individuele therapie voor
16-18-jarigen blijkt - met name als sprake is van zowel crimineel gedrag als middelen misbruik -
effectiever dan gezinstherapie. Het (jeugd)strafrecht is primair gericht op het individu, terwijl de
jeugdhulp zich vooral ook richt op de sociale context. Boven de zestien jaar blijkt dat minder relevant.
Aansprakelijkheid van ouders in het jeugdstrafrecht ontbreekt
Jeugdrecht –> met de leeftijd toenemende verantwoordelijkheid. -> onder de 14 nog slechts in
beperkte mate in staat zelfstandig verantwoordelijkheid te nemen voor hun daden.
Civielrecht -> ouders nog aansprakelijk voor schade van 12/13 jarige verdachte.
Snelheid van het strafproces
Gebrek aan beschikbare informatie en lange duur van een strafproces -> lange doorlooptijd verkleint
effectiviteit -> zeker in relatie tot snelle ontwikkeling die jongeren doormaken -> jongeren slecht in
staat om de straf te koppelen aan de misdaad -> effectief straffen niet mogelijk -> moeilijker verband
tussen straf en daad.
Jongeren onder de 14 -> moeite om effectief te participeren in een strafrechtelijke procedure -> pas
vanaf 14 in staat een adequate voorstelling te maken van wat het betekent om voor de rechter te
verschijnen op last van een OvJ.
-> pleit voor afdoening buiten het formele strafrecht.
3
, Stigmatiserende werking van het strafrecht
De strafrechtelijke procedure en afdoening kan lang doorwerken en de kansen van jongeren om te
worden toegelaten tot een opleiding, stage of werk reduceren. -> gevolgen voor re-integratie en
ontstaan van nieuwe risico’s op delinquent gedrag.
Achtergrond van jongeren die met strafrecht in aanraking komen
Bij jeugdigen die strafrechtelijk vervolgd worden is vaak sprake van een licht verstandelijke
beperking. -> nog beperkter in staat om hun gedrag te begrijpen, sturen en beïnvloeden. -> ook veel
van de gevallen sprake van psychische stoornissen die hun inschattings-, empathisch en
probleemoplossend vermogen ernstig kunnen aantasten.
Vaak samenhang tussen crimineel gedrag van ouders en crimineel gedrag van jongeren.
5.2. Krachtige aspecten van een effectieve aanpak
Genoegdoening
Genoegdoening voor slachtoffers is ook van belang in een situatie waar een jeugdige delinquent
verdachte is -> binnen het civielrecht op een alternatieve wijze invulling geven.
Breekijzerfunctie
Jeugdstrafrecht als een breekijzer voor hulpverleners -> hulpverlening kan als bijzondere voorwaarde
bij een vonnis worden opgelegd. -> niet meewerken aan hulpverlening is dan als stok achter de deur
voor hun ouders, aangezien bij overtreding van de voorwaarde alsnog een voorwaardelijke opgelegd
straf ten uitvoer kan worden gelegd. -> in civiel recht ook voorwaarden stellen aan het meewerken aan
hulpverlening.
Ernstige delicten
Juist bij jonge daders (onder de 12) van ernstige delicten moet de focus liggen op de behandeling van
de stoornis en/of verstandelijke beperking. -> strafrecht is hierop gericht maar kan ook langs andere
wegen (vaak langduriger) als de BOPZ en jeugdbeschermingsmaatregelen. -> essentie van effectieve
reactie op jeugddelinquentie vooral in de kwaliteit van de aanpak van jonge daders en minder in de
leeftijdsgrens.
Afschrikkende werking
Vervalt indien jongeren onder de 14 jaar niet langer strafrechtelijk kunnen worden vervolgd. ->
jongeren van 12/13 als loopjongens gebruikt -> jongeren in een dergelijke kwetsbare positie moeten
vooral tegen zichzelf beschermd worden -> jeugdbescherming biedt hiervoor de instrumenten
Sancties of maatregelen
Instrumenten en maatregelen die vaak als voorwaardelijke maatregel in een strafproces worden
ingezet, zijn vaak exact hetzelfde als die vrijwillig of civielrechtelijk worden ingezet. -> enige waar dit
niet is jeugddetentie -> maar wordt toch al nauwelijks ingezet.
5.3. Zorgpunten bij aanpak jeugdige verdachten en jonge daders via huidige jeugdhulp
Effectieve aanpak
Huidige vrijwillige jeugdhulp en jeugdbescherming zijn niet altijd voldoende in staat om een
effectieve aanpak te bieden voor jongeren die zorg behoeven.
Complexiteit jeugdketen
De jeugdketen is complex en druk wat de effectiviteit niet ten goede komt. -> waar de civielrechtelijke
bescherming van het kind in beeld komt neemt de complexiteit van de jeugdketen verder toe. ->
rolverdeling niet altijd helder waardoor vertraging en afstemmingsproblemen ontstaan.
Therapie gericht op de omgeving
Het strafrecht en de jeugdhulp zijn twee aparte werelden die onvoldoende op elkaar aansluiten.
Hiermee wordt bedoeld dat de huidige jonge daders (12-15 jaar) via het strafrecht nog onvoldoende
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rhodev. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.33. You're not tied to anything after your purchase.