100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Europees recht 3e editie, ISBN: 9789043025782 Internationaal & Europees Recht $4.83
Add to cart

Summary

Samenvatting Europees recht 3e editie, ISBN: 9789043025782 Internationaal & Europees Recht

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle hoofdstukken (1 t/m 14)

Preview 3 out of 30  pages

  • Yes
  • March 26, 2021
  • 30
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Internationaal en Europees recht
Hoofdstuk 1
Landen die met elkaar willen samenwerken moeten een verdrag met elkaar sluiten. Een verdrag is
een schriftelijk vastgelegde overeenkomst tussen landen. Het verdrag komt in werking tussen de
betrokken landen als het in deze landen formeel goedgekeurd is. Dit wordt in de meeste landen
gedaan door het staatshoofd en kan pas gebeuren nadat parlementaire goedkeuring voor het
verdrag is gekregen.
Bij intergouvernementele samenwerking wordt een organisatie opgericht die alleen activiteiten kan
ontwikkelen wanneer alle aangesloten landen akkoord gaan. Deze vorm wordt gebruikt door de
OECD en de Raad van Europa.
Supranationale samenwerking betekent dat een organisatie wordt opgericht die – in beperkte mate –
bevoegdheden van de samenwerkende staten overneemt. Dit word binnen de EU toegepast.
Federale samenwerking gaat nog weer verder: er wordt een overkoepelende staat opgericht die op
veel belangrijke gebieden de bevoegdheden van de samenwerkende staten overneemt.

Een kenmerk van een vrijhandelszone is dat de lidstaten onderling alle douanerechten hebben
afgeschaft. Een douane-unie gaat een stap verder. In dat geval schaffen de lidstaten niet alleen de
onderlinge douanerechten af, zij hanteren tevens een gemeenschappelijk buitentarief ten aanzien
van producten afkomstig uit niet-lidstaten.
Een gemeenschappelijke markt (of interne markt) gaat nog weer een stap verder dan een douane-
unie. Een gemeenschappelijke markt heeft ten doel om op economisch gebied de bestaande
binnenmarkten van de lidstaten te vervangen door een Europese binnenmarkt. Dit betekent dat alle
hinderpalen voor het vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal moeten worden
afgeschaft.
Nog een stap verder gaat het streven naar een economische en monetaire unie (EMU). Dit impliceert
dat de gemeenschappelijke markt wordt uitgebreid met een gezamenlijke munt en een gezamenlijk
begrotingsbeleid. Een voordeel hiervan is dat de wisselkoers wordt afgeschaft.

In 1950 werd een voorstel gelanceerd om zeer intensief te gaan samenwerken binnen een nieuwe
organisatie: de EGKS. Achtergrond en doel van dit plan was om toekomstige gewapende conflicten
tussen Duitsland en Frankrijk onmogelijk te maken. Ook andere Europese landen werden
uitdrukkelijk aangemoedigd om zich bij dit initiatief aan te sluiten. Met de EGKS moest er één
binnenmarkt voor kolen en staal tot stand komen. De binnenmarkten moeten tezamen één
economisch gebied of één markt gaan vormen. Dit komt erop neer dat in economische zin de
staatsgrenzen moesten worden afgeschaft. Toen de EGKS in werking trad, was daarmee een
supranationale organisatie geboren. Dit is een organisatie die onafhankelijk van de lidstaten kan
opereren. Deze onafhankelijkheid van de lidstaten is bijzonder omdat de organisatie op
intergouvernementele manier (= met instemming van alle betrokken landen) tot stand is gekomen.

Later werd er een nieuwe organisatie opgericht, deze binnenmarkt zou echter niet alleen kolen en
staal, maar alle economische activiteiten moeten omvatten. Dit EEG-verdrag werd in 1957 door de
zes EGKS lidstaten ondertekend en trad in 1958, na goedkeuring door 6 parlementen, in werking. Dit
was ook een intergouvernementeel verdrag en een supranationale organisatie. Een verschil met de
EGKS was de afwezigheid van de ‘Hoge Autoriteit’.
Tegelijkertijd met het EEG-verdrag trad het EGA-verdrag in werking.

Omdat bovenstaande organisatie supranationale organisaties zijn die bevoegdheden van de lidstaten
hebben overgenomen, moeten deze organisaties beschikken over instellingen die zijn belast met
wetgeving, bestuur en rechtspraak;

, - De commissie, een instelling bestaande uit van de lidstaten onafhankelijke personen,
vervulde bestuurstaken en maakte wetsontwerpen.
- De raad, een instelling bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten, was bevoegd tot
het vaststellen van wetgeving.
- Het Europees Parlement, bestaande uit vertegenwoordigers van de volkeren van Europa, had
een bescheiden rol bij het maken van wetgeving en had tevens tot taak de commissie te
controleren.
- Het Hof van Justitie was belast met de rechtspraak.

Via de Europese akte en het Verdrag van Maastricht werden nieuwe afspraken gemaakt over de
Europese samenwerking. Het Verdrag van Maastricht schreef voor om de EEG om te bouwen tot de
EG. Al deze afspraken maakten wijzigingen in de bestaande verdragen noodzakelijk. Dit gebeurde
steeds door een verdrag te sluiten waarin staat wat er in de bestaande verdragen veranderd moet
worden. Dit verdrag levert een tekst op met talloze knip- en plakinstructies. Het wordt vervolgens
aan de Europese commissie overgelaten om dit knip- en plakwerk uit te voeren. Hierna komen er
leesbare verdragsteksten tot stand: de geconsolideerde versies.

Het verdrag van Maastricht dat op 1 november 1993 in werking trad, bevat 3 belangrijke
componenten;
1. Herziening EEG-verdrag -> werd EG
2. Intergouvernementele samenwerkingsvormen -> was te vroeg, daarom erbuiten
3. Oprichting EU -> niet bedoeld om supranationale activiteiten van EG over te nemen

In 2007 werd in Lissabon een nieuwe tekst opgesteld die in veel opzichten was geïnspireerd op de
‘Grondwet van Europa’. In dit nieuwe verdrag werd een zeer grondige herziening ban de bestaande
verdragen afgesproken. Daarbij werd de EU in een supranationale organisatie veranderd die de
activiteiten van de EG voortzet. Deze supranationale EU heeft echter ook een intergouvernementele
taak: het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbesluit (GBVB).

Als gevolg van de achtereenvolgende verdragswijzigingen zijn diverse bepalingen uit het
oorspronkelijke EEG-verdrag inmiddels geschrapt en zijn er veel nieuwe artikelen bijgekomen. Na alle
wijzigingen gaat het EEG-verdrag thans door het leven als het VWEU. Ook aan het in Maastricht
gesloten verdrag betreffende de EU (VEU) is inmiddels veel gewijzigd, ook al is de naam behouden
gebleven.

De landen die in 1957 de EEG hebben opgericht, hebben aan deze supranationale gemeenschap een
deel van hun soevereiniteit (= exclusieve beslissingsmacht) overgedragen. Gevolg hiervan is dat,
nadat de EEG in het leven was geroepen, deze kon gaan functioneren als een soort overkoepelende
organisatie, met eigen wetgeving, bestuur en rechtspraak. Met de komst van het verdrag van
Lissabon heeft de EU alle supranationale taken van de EG overgenomen. Daarmee is gegarandeerd
dat de supranationale methode blijft voortbestaan.

Een land dat wil toetreden tot de EU moet aan een aantal criteria voldoen;
- Stabiele instellingen hebben die democratie, de rechtsstaat, de eerbiediging van de
mensenrechten en respect voor minderheden waarborgen.
- Een goed draaiende markteconomie hebben en opgewassen zijn tegen concurrentie binnen
de EU
- De verplichtingen van het lidmaatschap op zich nemen, de doelstellingen van de EU
ondersteunen en de gehele – reeds bestaande – EU regelgeving overnemen en toepassen.
Toetreding vindt plaats door middel van een toetredingsverdrag. Dit is een verdrag tussen de
bestaande lidstaten en het land dat wil toetreden. In dit verdrag wordt een datum bepaald waarop

, de nieuwe lidstaat zal toetreden en wordt in allerlei overgangsregelingen voorzien. Nieuwe
toetreders krijgen altijd enige jaren de tijd om zich volledig aan te passen aan de nieuwe regels.

De EU kan en mag volgens het manifest niet langer worden gedomineerd door de lidstaten. Het is
daarom van belang dat het in 2014 nieuw gekozen parlement ervoor zorgt dat de commissie kan
uitgroeien tot de nieuwe regering van Europa. Dit kan uiteraard alleen als de burgers van de EU-
lidstaten bij de Europese verkiezingen op politieke partijen stemmen die een pro-Europese koers
varen. In dat geval kunnen deze partijen ervoor zorgen dat er een sterke Europese Commissie wordt
aangewezen.
De volgende stap volgens het manifest is het bijeenroepen van een grondwetgevende vergadering
die de vorming van een Europese federale unie moet voorbereiden. Deze moet bestaan uit
vertegenwoordigers en afgevaardigden van alle geledingen van de Europese samenleving. De
vergadering moet slechts één doel hebben: de vorming van een Europese Federale Unie.

De Raad van Europa heeft als doel: ‘een grotere eenheid tussen de lidstaten bewerkstelligen met de
bedoeling (art. 1 sub a statuut RvE):
- Het veiligstellen en verwezenlijken van de idealen en principes die tot hun gezamenlijk
erfgoed behoren en
- Het faciliteren van hun economische en sociale ontwikkeling’

Art. 3 statuur RvE voegt daaraan toe dat iedere RvE-lidstaat de volgende uitgangspunten moet
erkennen:
- Het beginsel van de ‘rule of law’ (zich aan de wet houden)
- Het beginsel dat alle mensen het genot moeten hebben van de mensenrechten en de
fundamentele vrijheden

De Raad van Europa is vooral actief op het gebied van mensenrechten, maatschappelijke problemen
en cultuur. Op deze gebieden neemt de RvE initiatieven om in alle lidstaten een gemeenschappelijke
oplossing te vinden voor problemen. Een zeer belangrijke en succesvolle activiteit van de RvE is het in
1950 gesloten EVRM tussen de RvE-lidstaten. Een land dat lid wil worden van de RvE is verplicht
tevens partij te worden van het EVRM.
De RvE beschikt over eigen instellingen:
- Comité van ministers -> toezien dat uitspraken van het EHRM worden nageleefd
- Parlementaire vergadering
- Congres van de Locale en Regionale overheden
- EVRM

Hoofdstuk 2
In 1950 werd binnen de raad van Europa (RvE) een zeer belangrijk verdrag tot stand gebracht: het
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
(EVRM). Dit verdrag was een reactie op de Universele Verklaring van de rechten van de mens, in
1948 vastgesteld door de algemene vergadering van de verenigde naties. De lidstaten van de raad
van Europe wilden met het EVRM de bescherming van de mensenrechten afdwingbaar maken via
een Europese rechter: het Europese hof voor de rechten van de mens (EHRM) te Staatsburg.
Veel in EVRM en protocollen geformuleerde mensenrechten bevatten in de eerste plaats een
‘negatieve verplichting’ voor de RvE-lidstaten. Daarmee wordt bedoeld een verplichting om zich te
onthouden van een bepaald gedrag. Ook bevatten ze vaak een ‘positieve verplichting’. Dit geldt
volgens het EHRM bijvoorbeeld voor het folteringsverbod van art. 3 EVRM. De RvE-lidstaten zijn
bijvoorbeeld op basis van deze bepalingen verplicht om te voorkomen dat folterpraktijken
plaatsvinden tussen mensen onderling.
De behoefte aan een Europese verankering van de mensenrechten werd ingegeven door de
schending van mensenrechten in nazi-Duitsland en was tevens bedoeld om een waarschuwing af te

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradijkslag. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.83
  • (0)
Add to cart
Added