Vreemdelingenrecht
Hoofdstuk 1
Het vreemdelingenrecht valt onder het bestuursrecht, het gaat dus om de relatie russen de overheid
en burgers. Dit houdt in dat de Awb van belang is voor het vreemdelingenrecht.
Vreemdelingen komen naar Nederland omdat zij bijvoorbeeld als toerist kort willen bezoeken,
familie willen bezoeken of zaken willen doen. Deze vreemdelingen verblijven maximaal 90 dagen in
Nederland.
Er zijn ook vreemdelingen die naar Nederland komen voor een langere termijn dan 90 dagen. In dit
geval spreken we van regulier verblijf.
Sommige vreemdelingen komen naar Nederland, omdat zij in hun land van herkomst gevaar lopen of
ban zijn vervolgd, mishandeld of vermoord te worden. Zij willen in Nederland dan asiel aanvragen, zij
worden asielzoekers genoemd.
Het is belangrijk om te weten om welke reden de vreemdeling naar Nederland komt, de reden
bepaald namelijk welke procedure moet worden doorlopen.
Een vreemdeling die voor de duur van maximaal 90 dagen naar Nederland wil komen, heeft,
afhankelijk van de nationaliteit die hij heeft, onder andere een visum voor kort verblijf nodig. Naast
dit vereiste dient hij aan de overige eisen te voldoen -> hoofdstuk 3.
Iemand die van plan is langer dan 90 dagen in Nederland te verblijven heeft in beginsel een
‘machtiging tot voorlopig verblijf’ (MVV) en een verblijfsvergunning nodig. De MVV is nodig om
toegang tot Nederland te krijgen. Een verblijfsvergunning is nodig om vervolgens langer dan 90
dagen in Nederland te mogen blijven.
Van een vreemdeling die in Nederland asiel wil aanvragen omdat hij zijn herkomstland is ontvlucht,
kan moeilijk verwacht worden dat hij in bezit is van een visum of een MVV. Voor de asielzoekers
gelden daarom andere regels -> hoofdstuk 6.
Unieburgers hebben geen visum, MVV of verblijfsvergunning nodig om in Nederland te verblijven.
Wel is het vereist dat de Unieburger;
- In Nederland werkt of voldoende bestaansmiddelen heeft
- Verzekerd is tegen ziektekosten
- Ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen indien hij langer dan 4 maanden in
Nederland wil verblijven.
Wanneer een vreemdeling rechtmatig in Nederland verblijft, staat in art. 8 Vw. In dit artikel staan de
gronden genoemd.
Op 1 juli 1998 trad de koppelingswet in werking. Hierdoor kon je niet rechtmatig in Nederland
verblijvende vreemdeling niet langer een beroep doen op allerlei voorzieningen, subsidies,
vergunningen en uitkeringen. De koppelingswet is er gekomen omdat de regering wilde vermijden
dat door dat beroep op wettelijke regelingen een ‘schijn van legaliteit’ zou ontstaan. Illegalen zouden
ten onrechte de indruk kunnen krijgen dat zij een verblijfsvergunning kunnen bemachtigen, doordat
zij aanspraak kunnen maken op wettelijke regelingen. Anders gezegd, het doel van de koppelingswet
is om het beroep op wettelijke regelingen te koppelen aan het rechtmatig verblijf in Nederland.
Hoofdstuk 2
Een aantal internationale en Europese verdragen is van groot belang voor het Nederlandse
vreemdelingenrecht. Als we kijken naar internationale verdragen, zien wij dat met name de
internationale mensenrechtenverdragen van groot belang zijn voor het Nederlandse
vreemdelingenrecht. Deze mensenrechtenverdragen bevatten regels die rechten toekennen aan
personen die zich op het grondgebied van de bij deze verdragen aangesloten landen bevinden.
,Het vluchtelingenverdrag is ook van groot belang. Hierin wordt een definitie gegeven van het begrip
‘vluchteling’. Niet iedereen kan of mag immers als vluchteling worden aangemerkt. Het Nederlandse
asielbeleid is deels op dit verdrag gebaseerd. Dat betreft vooral art. 29 lid 1 Vw. Ook het EVRM is van
groot belang op het vreemdelingenrecht, art. 3 en 8 EVRM.
Met het Schengenverdrag werden op 14 juni 1985 langzamerhand de grenscontroles in het
Schengengebied afgeschaft. Het Schengengebied is het gehele grondgebied van de bij het
Schengenverdrag aangesloten landen.
Wanneer een visum is verleend door een van de Schengenlanden, dan is het visum in beginsel op het
gehele grondgebied van Schengen geldig.
Het Europese recht heeft enorm veel invloed op het Nederlandse vreemdelingenrecht. Een belangrijk
deel wordt gevormd door Europese richtlijnen, dit werkt als volgt. De Europese richtlijnen bevatten
regels die door alle EU-lidstaten omgezet moeten worden in nationale wetten binnen de in de
richtlijn vastgestelde termijn.
De vreemdelingenwet (Vw) is de kaderwet. De toelating en uitzetting van vreemdelingen moet ex.
art. 2 Gw in een wet in formele zin worden geregeld. Dit is de vet Vw.
Het vreemdelingenbesluit (Vb) is een uitwerking van de bepalingen van de Vw. In het voorschrift
vreemdelingen (Vv) kan de minister nadere regels en voorschriften maken in het kader van het
vreemdelingenrecht.
En het vreemdelingencirculaire (Vc) bevat algemene en bijzondere aanwijzingen aan de ambtenaren
die zijn belast met de grensbewaking en bevat de uitwerking van de voorwaarden waaronder een
vreemdeling toegang krijgt tot Nederland.
Hoofdstuk 3 -> kort verblijf
Hiervoor heb je een visum nodig. De voorwaarden voor de verlening van een visum zijn opgenomen
in de Visumcode (art. 2), dit is een Europese verordening. Een visum is een machtiging die door de
autoriteiten van een lidstaat wordt afgegeven aan een vreemdeling die visumplichtig is, wanneer
deze vreemdeling op het grondgebied van Nederland wil verblijven of wanneer deze vreemdeling wil
doorreizen op het grondgebied van de Schengenlanden.
Visumplichtig zijn de derdelanders. Dit zijn vreemdelingen die geen burgers van de EU/EER- landen
zijn.
Bevoegd om op de visumaanvraag te beslissen zijn de autoriteiten van het Schengenland waar de
vreemdeling naartoe wil reizen.
De aanvraag voor een visum dient te worden ingediend bij de ambassade of het consulaat van de
lidstaat waar de vreemdeling naartoe wil reizen (art. 5 Vc). De aanvraag moet 3 maanden voor het
begin van het voorgenomen bezoek ingediend worden (art. 9 lid 1 Vc).
In art. 10, 14 en 21 Vc staan aan welke vereisten de vreemdeling dient te voldoen om in aanmerking
te komen voor een visum, onder andere;
- Een geldig reisdocument (art. 12 Vc). Dit is bijvoorbeeld een paspoort
- Geen gevaar voor de openbare orde (art. 21 Vc).
- Het reisdoel (art. 32 Vc). Wanneer dit duidelijk is, kan bij het behandelen van de aanvraag
getoetst worden of de vreemdeling over voldoende middelen beschikt om in Nederland rond
te komen (€55 per dag).
- Vestigingsgevaar (bijlage II Vc). De Nederlandse autoriteiten moeten zeker weten dat de
vreemdeling Nederland ook weer gaat verlaten.
Het visum is in beginsel maximaal 90 dagen geldig (art. 3.3 lid 1 sub c Vb). Wegens bijzondere
omstandigheden kan dit worden verlengt met 180 dagen.
Wanneer er bijvoorbeeld door overmacht niet kan worden verlaten, kan het visum verlengt worden
(art. 33 Vc).
, Een visum kan nietig worden verklaard. Dit kan gebeuren wanneer een vreemdeling niet aan de
voorwaarden voldoet op het moment dat aan hem een visum is verleend (art. 34 Vc).
Ook kan een visum worden ingetrokken. Dit gebeurt als een vreemdeling na afgifte van het visum
niet meer aan de voorwaarden voldoet (art. 33 lid 2 Vc).
Wanneer de aanvraag voor een visum wordt afgewezen, kan de aanvrager schriftelijk in bezwaar
gaan tegen de afwijzende beschikking op zijn aanvraag (art. 69 Vw). De vreemdeling heeft 4 weken
de tijd om in bezwaar te gaan. Vervolgens zal binnen 6 weken een beschikking op bezwaar worden
genomen (art. 7:10 Awb). Het is niet mogelijk om deze termijn van 6 weken te verlengen.
Wanneer de beschikking op bezwaar negatief is kan de vreemdeling in beroep gaan. Dit kan worden
ingesteld bij de vreemdelingenkamer van de Rechtbank Den Haag. De aanvrager heeft hier 4 weken
de tijd voor (art. 69 Vw).
De aanvrager kan ook de voorlopige voorzieningenrechter vragen een voorlopige voorziening te
treffen (art. 8:81 Awb). Dit kan uitsluitend bij een spoedeisend geval.
Hoofdstuk 4 -> lang verblijf
Voor een lang verblijf dient de vreemdeling in bezit te zijn van een verblijfsvergunning bepaalde tijd
regulier. Bij deze aanvraag dient de vreemdeling aan te geven voor welk doel hij een
verblijfsvergunning aanvraagt (art. 14 lid 2 Vw). Het doel wordt ook wel ‘beperking’ genoemd.
Wanneer een aanvraag is ingediend, wordt allereerst gekeken wat het doel van het voorgenomen
verblijf in Nederland is. Op basis van het doel worden er voorschriften vastgesteld waar de
vreemdeling zich aan moet houden. Wanneer hij het doel van zijn verblijf wil veranderen, dient hij
een nieuwe aanvraag in te dienen. In beginsel is een verblijfsvergunning bepaalde tijd regulier niet
bedoeld voor asielzoekers.
De vreemdeling, zijn wettelijke vertegenwoordiger of zijn referent zijn bevoegd om de aanvraag in te
dienen. De aanvraag kan door de vreemdeling zelf in het land van herkomst bij de Nederlandse
ambassade of het Nederlandse consulaat worden ingediend. Zijn referent of wettelijke
vertegenwoordiger kan de aanvraag in Nederland indienen.
Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd regulier wordt in beginsel voor de duur van maximaal 5
jaar verleend (art. 14 lid 4 Vw). Na 5 jaar kan deze verblijfsvergunning worden omgezet in een
verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd regulier. In een aantal situaties kan deze voor kortere tijd
worden verleend, dit is afhankelijk van het doel (art. 3.58 Vb).
Wanneer de vreemdeling langer dan 90 dagen wil blijven, dient hij een ‘toegang- en
verblijfsprocedure’ (TEV) te starten. Dit betekend dat hij een aanvraag moet indienen.
Nadat het doel van het verblijf is vastgesteld, wordt door de IND getoetst of de vreemdeling aan de
voorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd
regulier. De voorwaarden staan in art. 16 Vw.
De eerste voorwaarde is dat de vreemdeling over een MVV moet beschikken. Een MVV is geen visum
voor kort verblijf van negentig dagen, de MVV is evenmin een verblijfsvergunning. De MVV is een
bijzonder soort visum waarmee de vreemdeling de grens mag oversteken om Nederland binnen te
komen. Een MVV is dus vereist om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd regulier aan te vragen.
De IND dient binnen een termijn van 90 dagen een beslissing te nemen op de aanvraag (art. 25 lid 1
sub a Vw). Indien deze beslissing positief is, laat de IND, onder voorbehoud de Nederlandse
diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging om de MVV af te geven. De vreemdeling dient deze
dan binnen 3 maanden in persoon op te halen (Vc B1/3.3.4).
Indien de aanvraag wordt afgewezen, kan de vreemdeling in bezwaar en vervolgens in beroep gaan.
In art. 17 Vw & 3.71 lid 2 Vb staat welke vreemdelingen zijn vrijgesteld van het MVV-vereiste.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradijkslag. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.