Samenvatting 'Zo werkt het in de apotheek' (gehele boek)
125 views 5 purchases
Course
Farmaceutische Patiëntenzorg Theorie (FPZT)
Institution
Deltion College
Book
Basiswerk AG - Zo werkt het in de apotheek
Dit is een samenvatting van het gehele boekje van zo werkt het in de apotheek. Ook zitten er nog wat hoofdstukken bij van medische hulpmiddelen. Deze zijn ook erg nuttig voor het theorie examen. Verder is het duidelijk en overzichtelijk door arceringen in het document en heb ik de belangrijke kern...
* Dagindeling= hoe de dag eruit ziet bij een apothekersassistent.
Voorbeeld: 8 uur open, apothekersassistent start alles op, iedereen eigen taak, ’s
ochtends vullen en ’s middags balie. Bezorgers werken in de middag en sluit
om half 6/6 uur.
- Apotheek heeft een platte structuur omdat er niet veel bazen boven apothekersassistenten zitten.
* Fte assistenten= fulltime equivalent assistent.
Taken in de apotheek:
1. Beherend apotheker (gevestigd apotheker)= eindverantwoordelijk voor de hele gang van zaken in
de apotheek, ook op financieel en administratief gebied.
Verder verantwoordelijk voor: onderhoud, personeelszaken,
automatisering en interieur vernieuwing of onderhoud aan
nodig is. Werkt ook buiten de deur.
2. De tweede apotheker= houdt zich bezig met farmaceutische zaken. Zoals: aanspreekpunt voor
vragen van apothekersassistenten, patiënten en artsen over recepten of
geneesmiddelen.
- Zowel beherend als tweede apotheker hebben farmacie gestudeerd in een universiteit en studie
afgesloten met apothekersexamen.
3. Farmakundige= heeft hbo farmakunde gevolgd. Is schakel tussen alles in en buiten de apotheek.
Verantwoordelijk voor: voorlichting, kwaliteitszorg, management en organisatie. Je
kunt goed projecten analyseren en managen. Je kunt werken bij groothandel,
apothekers(organisatie) of zorgverzekeraars.
4. Farmaceutisch consulent= hbo opleiding en kun je werken in apotheek. Schakel tussen apotheker
en apothekersassistenten. Geeft samenspraak met apotheker.
5. Apothekersassistent= belangrijke rol.
6. Bezorger= als iemand niet in staat is om zelf de medicijnen op te halen dan worden ze gebracht.
Je kunt zelf aanvragen om te laten bezorgen.
7. Overig personeel= denk hierbij aan schoonmakers of apotheekhulpen.
- Een apotheekhulp helpt met de bestelling, koffie zetten, opruimen, scannen/opbergen van
recepten enzovoort.
8. Stagiaires= hierdoor kun je ontdekken of het beroep ook echt iets is wat je wilt. En merk je snel
hoe je je moet gedragen in het team en achter de balie.
- Stagiaire begeleider begeleidt de stagiair. En voert meerdere evaluatiegesprekken.
- Je mag alleen stage lopen in een apotheek die Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven (SBB) als leerbedrijf erkent.
SBB; werken beroepsonderwijs en bedrijfsleven samen om studenten de beste
beroepsopleiding te bieden en te zorgen.
* Receptverwerking in stappen:
1. Ontvangst en controle van het recept
2. Invoeren van het recept
3. Klaarmaken van het recept
4. Afleveren van het recept.
,- Recept kan digitaal binnenkomen in de apotheek, maar ook via handgeschreven.
* Apotheekinformatiesysteem= (AIS), worden de recepten vanuit verwerkt. Bestaat uit een
hardware en een software.
Voorziet grofweg voor: - patiëntadministratiedeel
- declaratiedeel
- farmaceutisch deel
- voorraadbeheersysteem
- aparte distributiemodule
* Iteratie= herhaling. Wordt op het recept geschreven als je de medicijnen voor een lange periode
moet voorschrijven.
* Onder medicatiebegeleiding vallen de volgende taken: - eerste uitgifte signalering
- doseringscontrole
- controle op interacties
- controle op dubbelmedicatie
- controle op contra-indicaties
- controle op goed gebruik
* Eerste uitgifte= of patiënt het voor het eerst krijgt of niet, want als je het voor het eerst krijgt dan
moet je meer uitleg over gebruik. Eventuele bijwerkingen, goed informeren hoe je
het moet nemen.
* Doseringscontrole= bij kleine kinderen moet vaak zelf nog de dosering worden gecontroleerd.
Komt doordat het bij kleine kinderen vaak om lichaamsgewicht gaat. Bepaald
namelijk de dosering. Ook gebeurd dit wel is bij volwassenen.
* Interactie= of geneesmiddel wel met een ander geneesmiddel gebruikt mag worden. Ze kunnen
namelijk met elkaar een ‘wisselwerking’ aangaan.
Gevolg: minder goed werkend medicijn of juist bijwerkingen.
* Spécialité= merkgeneesmiddel.
* Dubbelmedicatie= medicijn dubbel inneemt. Dit kan komen doordat patiënt ander doosje heeft
gekregen met andere merknaam en geen goede uitleg heeft gekregen dus allebei slikt.
* Pseudo-dubbelmedicatie= gebruikt iemand niet dezelfde geneesmiddelen, maar wel
geneesmiddelen met dezelfde werking.
* Contra-indicatie= tegenaanwijzing, of je het geneesmiddel wel mag gebruiken of dat het
met iets in je lichaam.
* Privacywetgeving= laboratoriumuitslagen het liefst direct via bron. Is het betrouwbaarst. Als
huisarts namelijk eerst getallen overneemt kan het fout gaan.
- Voorraad in een apotheek is steeds minder, omdat dure geneesmiddelen vaak niet op voorraad
liggen.
Voorraadbeheer
- Voorraadbeheer is een belangrijk onderdeel van het werk in de apotheek.
- Apotheken nemen dure geneesmiddelen vaak NIET op voorraad, omdat ze wel van deze
geneesmiddelen weer af moeten komen.
* AIS= houdt bij hoeveel van een bepaald middel op voorraad is.
En heeft ook parameters die weer medicatie opnieuw bestellen als het onder een bepaalde
grens komt.
* AGB= algemeen gegevensbeheer. Is een unieke code waarvoor het declareren van de kosten wordt
gebruikt. Werkt zo bij: ziekenhuis, apotheek en andere zorgverleners.
- Apotheken hebben contracten met zorgverzekeraars. Worden gemaakt voor een jaar. Het is
belangrijk dat het contract goed in het AIS staat vermeld.
* Smart/local filling= geneesmiddelen van de patiënten komen dan al voorgesorteerd in kratten van
de groothandel aan. Komt precies goede hoeveelheid binnen.
De assistent scant bij uitgifte het krat waar het doosje inzat en het doosje zelf. Zo
hoeft het niet eerst in lades opgeruimd te worden.
Wel moet er nog een etiket op het doosje.
Voordeel: je hoeft niet alles eerst weer in lades te pakken en je hoeft ook niet zoveel op
voorraad te hebben.
Nadeel: patiënten kunnen niet dezelfde dag al hun medicatie meenemen.
* Central filling= wordt het doosje bij de grootverpakker voorzien van een etiket. Gebeurd buiten de
apotheek. En wordt kant en klaar afgeleverd. Gedaan door machine.
- Geneesmiddelen kun je onderverdelen in: geneesmiddelen zonder recept, geneesmiddelen met
recept.
* Zelfzorgmiddelen= eerste groep geneesmiddelen. Is van de handverkoop OTC. Staat voor: over the
counter. Wordt ook wel AV genoemd bij de geneesmiddelenwet.
(Algemeen verkoop)
* UR-geneesmiddelen= tweede groep geneesmiddelen. Staat voor: uitsluitend recept. UR staat op de
verpakking dus als je twijfelt kan je op de verpakking kijken.
* UA-middelen= derde groep geneesmiddelen. Staat voor: uitsluitend apotheek. Geen recept nodig.
- UAD is voor uitsluitend apotheek en drogist.
* Apotheek kan ook medische hulpmiddelen leveren. Hieronder vallen:
- katheters
- incontinentiematerialen
- injectiematerialen
- stoma-artikelen
- verbandmaterialen
- testmaterialen
- overige hulpmiddelen zoals plasfles, borstpomp etc.
Worden op recept voorgeschreven, maar je kunt ze ook zonder recept halen alleen dan is er een
kans dat je ze zelf moet betalen.
, Bezorgen
- Bij thuisbezorgen van medicatie moet je alles goed weten voordat je erheen gaat, want je kan dan
niet zomaar even overleggen met je team.
- Apotheek levert medicijn uit naar: gevangenissen, GGZ-middelen en woon- en zorgcentra.
- Wordt ook steeds meer gebruik gemaakt van kluisjes. Kluisje in de muur waar patiënt via SMS
toegangscode van krijgt en dan zijn medicijn binnen 24 uur eruit kan halen. Voordeel is dat het hele
dag geopend is.
* Distributiepatiënt= patiënt die zijn geneesmiddelen in zakjes krijgt.
- Thuiszorgmedewerkers zijn verplicht om iedere toediening van medicatie op te schrijven op een
toedien- of deellijst.
Deze lijsten worden afgeleverd door de apotheek.
* Farmaceutische patiëntzorg= alle zorg die een apotheek levert aan patiënten.
Rol van apotheek: geneesmiddelen op voorraad zijn.
* Zorg op maat= rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de patiënt.
- Alle apotheken doen grofweg hetzelfde, maar toch heeft iedere apotheek zijn eigen regels.
* Baxterol= rol met medicijnen. Staat de naam van de patiënt op elk zakje, maar ook wanneer en hoe
laat het ingenomen moet worden. Verder staat er ook op welke medicijnen erin zitten.
Noem je ook wel Meridol.
Instellingen
- Kan in contact raken met ze door bijvoorbeeld het controleren van de noodkasten.
Controleert dan op: voorraad, vervaldatum en bespreek je fouten/klachten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nblokhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $19.83. You're not tied to anything after your purchase.