Leerdoelen week 1
Je kunt (aan de hand van een casus of stelling):
aangeven welk type internationale organisatie de EU juridisch gezien is en meer in het
bijzonder de bijbehorende begrippen ‘intergouvernementeel’ en ‘supranationaal’ toelichten.
aangeven wat de twee oprichtingsverdragen van de EU zijn en wat hun onderlinge
rechtsverhouding is.
de doelstellingen en de juridische basisbeginselen van de EU benoemen en toelichten.
uitleggen welke afzonderlijke taken en bevoegdheden de EU-instellingen hebben (met
uitzondering van de ECB en de Rekenkamer).
Literatuur
H1.1 t/m 1.4.
H2.1 t/m 2.5.
Ontstaansgeschiedenis
Van de EGKS (1952) via de EEG (1958) en de EG (1993) naar de EU (2009)
De EU is een intergouvernementele supranationale organisatie
- Supranationaal: lidstaten dragen ieder een deel van hun soevereiniteit over aan die
organisatie (gemeenschappelijk belang boven landsbelang). Een aantal landen sluit met
elkaar een verdrag om een volkenrechtelijke organisatie te vormen waaraan zelfstandige
bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en/of rechtspraak worden opgedragen. Art. 92 Gw
maakt dit in Nederland mogelijk.
- Intergouvernementeel: wordt op basis van een verdrag in het leven geroepen.
Intergouvernementele organisaties stimuleren een zekere samenwerking tussen de lidstaten
door het ontwikkelen van een gemeenschappelijk beleid en het opstellen van verdragen.
Landen nemen vrijwillig deel aan deze werkzaamheden (belang aangesloten landen staat
voorop)
De EU heeft 28 lidstaten (27 na 31 jan door Brexit) en heeft 500+ miljoen EU-burgers.
De 2 oprichtingsverdragen van de EU
1. Verdrag betreffende de EU (EU-verdrag) VEU
Hierin staan de beginselen, waarden en doelstellingen genoemd. Daarnaast worden de
instellingen van de EU, taken en samenstellingen genoemd. Ook de algemene bepalingen
over de beleidsgebieden worden genoemd.
2. Verdrag betreffende de werking van de EU (Werkingsverdrag) VWEU
Hierin worden de bevoegdheden van de EU genoemd.
Je gaat eerst kijken in de VEU, daarna in de VWEU. De VWEU geeft preciezere regels en de
VEU hoofdlijnen
,Ook een belangrijke juridische basis:
Handvest grondrechten EU
Hierin vind je belangrijke grondrechten die gelden in de EU (soort EVRM, maar dan geldend voor de
EU)
Doelstellingen EU
Art. 3 VEU:
- Bevordering welzijn en welvaart EU-burgers (lid 1) (hoofddoel):
vooral vanuit economisch perspectief
- Ruimte van veiligheid, vrijheid en recht (lid 2)
Denk aan veiligheid (politiesamenwerking, OM samenwerking), vrijheid om te kunnen doen
wat je wil en je rechten in een rechtsstaat, vreemdelingenrecht etc…
- Interne markt (lid 3)
BELANGRIJKSTE. Definitie in art. 26 lid 2 VWEU. Ruimte zonder binnengrenzen waar 4
vrijheden gelden (nationale markt is 1 grote EU markt). Grenzen tussen landen zijn
weggehaald zodat er vrij verkeer goederen, personen, diensten en kapitaal.
- Economische en Monetaire Unie (lid 4) (EMU)
Interne markt + economische samenwerking + gemeenschappelijke munt (EURO). Nog niet
voltooid, doordat criteria streng is, zoals de strenge eisen voor het toepassen van de EURO.
Gebieden waarop de EU actief is
1. Exclusief (art. 3 VWEU)
- Douane-unie: Begrenzen van buitengrenzen van de EU
- Vaststelling mededingingsregels: eerlijke concurrentie over ondernemingen. Gelijk speelveld
voor alle ondernemingen in de EU
- Monetair beleid voor EU-lidstaten
- Instandhoudingen biologische rijkdommen van de zee en gemeenschappelijk visserijbeleid
- Gemeenschappelijke handelspolitiek
2. Gedeeld (art. 4 VWEU) (subsidiariteitsbeginsel van toepassing)
- Interne markt
- Sociaal beleid
- Landbouw en visserij
- Milieu
- Consumentenbescherming
- Vervoer
- Trans-Europese netwerken
- Energie
- Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
- Gemeenschappelijke veiligheidsvraagstukken volksgezondheid
3. Ondersteunend (art. 6 VWEU)
- Bescherming en verbetering van de volksgezondheid
- Industrie
- Cultuur
- Toerisme
- Onderwijs, beroepsopleiding, jongeren en sport
Bevoegdheidsverdeling EU Lidstaten ( art. 1 jo. art. 4 en 5 VEU)
- Attributiebeginsel (art. 4 lid 1 en 5 lid 1 VEU)
Wanneer EU bevoegd? EU enkel bevoegd als ze bevoegdheid heeft gekregen van de lidstaten
zie art. 3 en 4 (en 6) VWEU op welke rechtsterreinen exclusief/gedeeld/ondersteunend
Staat erin als beginsel van bevoegdheidsindeling. In art. 3 VWEU kan je zien op welke
terreinen EU exclusieve bevoegdheid heeft (staten hebben 100% van hun soevereiniteit
overgedragen aan EU). In art. 4 VWEU lees je de gedeelde bevoegdheden (beleidsterreinen
zijn zowel EU als lidstaten bevoegd). In art. 6 VWEU zie je op welke terreinen EU
ondersteunend bevoegd is (0% overdracht van soevereiniteit, lidstaten nog altijd bevoegd,
maar EU ondersteund lidstaten op die terreinen).
- Subsidiariteitsbeginsel (art. 5 lid 3 VEU)
Wanneer EU bevoegd bij gedeelde bevoegdheid?
Zowel de lidstaten als EU zijn bevoegd bij gedeelde bevoegdheid, maar wanneer EU?
Beginsel zegt: in beginsel zijn lidstaten bevoegd, tenzij het beter op EU niveau geregeld kan
worden, bv. plastic afval. Belangrijk: subsidiariteitsbeginsel geldt ALLEEN bij gedeelde
bevoegdheid.
- Evenredigheidsbeginsel (art. 5 lid 4 VEU)
Reikwijdte bevoegdheid EU
Van toepassing op ALLE bevoegdheden van de EU (exclusief, gedeeld, ondersteunend). Als
EU bevoegd is, mag zij niet verder gaan dan nodig is (gepaste middelen om doelstelling te
bereiken).
- Loyale samenwerking (art. 4 lid 3 VEU)
Samenwerking lidstaten EU
Ook wel Unietrouw genoemd. De lidstaten moeten nauw en loyaal samenwerken met de EU
en de instellingen om de EU-doelstellingen te realiseren vastgelegd in art. 3 VEU.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tanishavanaalst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.24. You're not tied to anything after your purchase.