Samenvatting van het boek 'Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht'. Bevat alle hoofdstukken, met uitzondering van H13 en H14. Ik heb zelf een 10 gehaald voor het tentamen.
Alle hoofdstukken, met uitzondering van h13 en h14
March 27, 2021
82
2020/2021
Summary
Subjects
wilde
kronenberg
samenvatting
grondtrekken van het nederlandse strafrecht
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
HBO-rechten
Strafrecht
All documents for this subject (16)
1
review
By: zayenjozefzoon • 2 year ago
Seller
Follow
shannahoekstra
Reviews received
Content preview
GRONDTREKKEN VAN HET NEDERLANDSE STRAFRECHT
M.J. KRONENBERG & B. DE WILDE
H1 – inleiding
1.1 – Eerste kennismaking
1.2 – Plaats van het strafrecht
Strafrecht: regelt wie straf kan krijgen en waarvoor.
- De overheid heeft monopolie op straffen.
Officier van justitie: vertegenwoordiger van het staatsorgaan dat belast is met de vervolging
van verdachten (OM).
1.3 – Doelen van straffen
De 2 doelen van straffen:
1. Vergelding
2. Preventie
De 2 soorten preventie:
1. Speciale preventie: ontmoedigen dat de gestrafte wederom de fout in gaat.
- VB: voorwaardelijke straffen (worden niet ten uitvoer gelegd op voorwaarde dat de
veroordeelde zich gedurende de proeftijd niet opnieuw aan een strafbaar feit
schuldig maakt).
2. Generale preventie: de gestrafte is een voorbeeld dat potentiële wetsovertreders
afschrikt.
1.4 – Materieel strafrecht, formeel strafrecht en sanctierecht
De 3 soorten strafrecht:
1. Materieel strafrecht: bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor
kunnen worden gestraft.
- Strafbepalingen (diefstal, moord)
- Leerstukken die betrekking hebben op de uitsluiting van strafbaarheid (noodweer)
- Uitbreiding van strafbaarheid (poging, medeplichtigheid)
- Te vinden in: Wetboek van Strafrecht
2. Formeel strafrecht (strafprocesrecht/strafvordering): bepaalt welke regels moeten
worden gevolgd wanneer een norm van het materiële strafrecht is overtreden.
- Regels voor de bevoegdheden van de politie, de duur van voorlopige hechtenis, de
inhoud van dagvaardingen, het instellen van hoger beroep.
- Te vinden in: Wetboek van Strafvordering
3. Sanctierecht: de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd en
ten uitvoer gelegd.
, - De vraag of voor een bepaald strafbaar feit een taakstraf mag worden opgelegd,
welke voorwaarden de rechter precies mag stellen wanneer hij een straf
voorwaardelijk oplegt.
- Te vinden in: beide.
Wetboek van strafrecht bevat voornamelijk materieel strafrecht en sanctierecht.
Uitzonderingen:
1. Ne bis in idem (art. 68 Sr).
2. Voorwaardelijke invrijheidstelling (art. 15 Sr).
Er zijn daarnaast wetten in formele en materiële zin.
1. Wet in formele zin: wet die tot stand is gekomen in samenwerking tussen de regering en
de Staten-Generaal.
2. Wet in materiële zin: algemene regels die burgers binden (kan zowel formeel als materieel
zijn).
1.5 – Commuun en bijzonder strafrecht
Commuun strafrecht: het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen.
Bijzonder strafrecht:
- VB: Wegenverkeerswet 1994, Wet wapens en munitie, Opiumwet.
- Kan zowel formeel als materieel zijn.
De bepalingen van boek I van het wetboek van strafrecht zijn ook van toepassing op feiten
die strafbaar zijn gesteld in bijzondere strafwetten en in lokale strafwetgeving (art. 91 Sr).
1.6 – De opbouw van het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering
Wetboek van Strafrecht:
Boek I: algemene leerstukken van materieel strafrecht (strafuitsluitingsgronden, poging).
- Van toepassing op alle delicten die in het Wetboek van Strafrecht strafbaar zijn
gesteld en in beginsel ook op alle delicten die in de bijzondere strafwetten zijn
opgenomen (art. 91 Sr).
Boek II: misdrijven
Boek III: overtredingen
Wetboek van Strafvordering:
Boek I: Algemene bepalingen (belangrijkste bevoegdheden tijdens het
opsporingsonderzoek).
Boek II: Strafvordering in eerste aanleg (vervolgbeslissing van de OvJ en de procedure voor
berechting van een verdachte door de rechtbank).
Boek III: rechtsmiddelen (middelen om de beslissing aan te vechten bij een hogere instantie).
1.7 – De invloed van het internationaal en supranationaal recht
Internationaal recht: recht dat tussen staten geldt.
,- VB: verdragen.
Supranationaal recht; regels die een internationale organisatie oplegt waar de lidstaten bij
die organisatie zich aan moeten houden.
- VB: uitspraken EHRM.
H2 – Inleiding materieel strafrecht
2.1 – Plaats en structuur van strafbepalingen
Het materiële strafrecht bepaalt welk gedrag strafbaar is.
Een strafbepaling bestaat uit:
1. Delictsomschrijving
- Geeft aan welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar heeft willen stellen.
2. Kwalificatie-aanduiding
- Maakt duidelijk oe het gedrag in juridisch opzicht moet worden benoemd
3. Strafbedreiging
- Bepaalt welke soort straf mag worden opgelegd en wat het maximum daarbij is.
* In veel artikelen ontbreekt de kwalificatie-aanduiding of wordt deze geacht besloten te
liggen in de delictsomschrijving. VB: art. 300 lid 1 Sr (mishandeling).
* In bijzondere wetten wordt de delictsomschrijving soms niet op de klassieke manier
geformuleerd als een gedraging, maar als een verbod.
* In bijzondere wetten maakt de strafbedreiging soms geen onderdeel uit van de
delictsomschrijving. Deze staat dan elders in de wet.
2.2 – De opbouw van het strafbare feit in vier componenten
2.2.1 – Het vierlagenmodel
Strafbaar feit: menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten.
De 4 cumulatieve componenten van een strafbaar feit:
1. Menselijke gedraging (MG)
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO)
3. Wederrechtelijkheid (W)
4. Schuld (als verwijtbaarheid) (V)
Het vierlagenmodel:
MG
DO
W
V
, 2.2.2 – De menselijke gedraging
Er moet sprake zijn van een menselijke gedraging.
- De gedraging moet verricht zijn door een mens.
- Dit kunnen zowel natuurlijke- als rechtspersonen zijn (BV, stichting, gemeente)
- Het moet gaan om een gedraging.
- Niemand kan vervolgd worden voor het hebben van bepaalde gedachten.
- In sommige gevallen kan ook het nalaten om actief op te treden een strafbare
gedraging opleveren.
De menselijke gedraging moet tot uitdrukking komen in de tenlastelegging.
- Tenlastelegging: processtuk waarin staat beschreven welke gedraging de verdachte,
volgens de OvJ, zou hebben verricht.
- Dagvaarding: officieel schrijven van de OvJ, waarin staat dat de verdachte voor de
strafrechter moet verschijnen.
- Als niet kan worden bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde gedraging heeft
begaan, zal de rechter hem moeten vrijspreken (art. 352 lid 1 Sv).
2.2.3 – De wettelijke delictsomschrijving
Gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de strafwet terug te vinden zijn.
- Kwalificatie: de feitelijke gedraging uit de tenlastelegging moet juridisch worden benoemd.
- Bewezenverklaring: vaststelling dat de verdachte het feit heeft begaan.
2.2.4 – De wederrechtelijkheid
Wederrechtelijkheid: in strijd met het recht.
- Het gaat om de wederrechtelijkheid van de gedraging.
- Wederrechtelijkheid: de afwezigheid van een gelding excuus voor het vervullen van de
delictsomschrijving.
- Rechtvaardigingsgrond: zorgt ervoor dat de gedraging niet wederrechtelijk is.
- VB: noodweer (art. 41 Sr).
- Uitspraak als gevolg rechtvaardigingsgrond: ontslag van alle rechtsvervolging.
2.2.5 – De schuld
Niemand mag gestraft worden zonder dat hij schuld heeft.
- Schuld moet worden opgevat als verwijtbaarheid.
- Verwijtbaarheid: als men van iemand in redelijkheid kon vergen dat hij zich anders gedroeg
dan hij deed.
- Had iemand een reëel gedragsalternatief? Had iemand een andere optie dan het
overtreden van de wet? Kon diegene zich in redelijkheid onthouden van de
wetsovertreding?
- Men gaat ervan uit dat er sprake is van verwijtbaarheid, tenzij er een indicatie bestaat voor
het tegendeel.
- Verwijtbaarheid: de afwezigheid van een reden die het gedrag kan verontschuldigen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannahoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.