Alle lesdoelen van OWE 3 van leerjaar 1 zijn volledig uitgewerkt van de vakken WGAF, WGVR, WGCV. Het is een volledige samenvatting om voor de kennistoets gezond leven te leren.
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet
slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Disease: de mate waarin je je ziek voelt.
Illness: de mate waarin anderen je ziek vinden.
Sickness: de ziekte zelf.
Veel verschillende externe factoren hebben invloed op de gezondheid. Voorbeelden hiervan zijn
luchtverontreiniging, geluid, chemische stoffen, leefstijl, en voeding. Ook blootstelling aan virussen
en bacteriën, en gebruik van medicijnen horen daarbij.
Lesweek 2
De GVO-cyclus is een methodiek die wordt toegepast binnen de gezondheidsvoorlichting. De stappen
van deze cyclus kunnen je namelijk helpen om een gezondheidsprobleem en gedrag te begrijpen,
waardoor je je gezondheidsvoorlichting goed kunt af stemmen op de persoon of groep die je gaat
voorlichten. De GVO-cyclus bestaat uit de volgende stappen.
1. Definiëring gezondheidsprobleem
2. Analyse gezondheidsprobleem
3. Analyse gedragsdeterminanten
4. Interventie
5. Evaluatie
De epidemiologie is de wetenschappelijke studie van het vóórkomen en de verspreiding van ziekten
binnen en tussen populaties. Vaak wordt epidemiologie gezien als de methodeleer van onderzoek
naar gezondheid en ziekte in populaties.
1
,In de epidemiologie is de morbiditeitsgraad een kengetal dat de mate van voorkomen van een
specifieke ziekte aangeeft. De morbiditeitsgraad is het aantal mensen dat in een bepaalde tijdspanne
(normaliter, maar niet noodzakelijk, één jaar) door de ziekte wordt getroffen per eenheid van
bevolking.
In de epidemiologie verstaat men onder de incidentie van een aandoening in een specifieke
populatie het relatieve aantal nieuwe gevallen van die aandoening per tijdseenheid. Meestal wordt
de incidentie opgegeven als het aantal nieuwe gevallen per duizend personen per jaar; soms ook per
honderdduizend per jaar.
De prevalentie van een ziekteverschijnsel of aandoening in een bepaalde populatie is het voorkomen
op een bepaald moment uitgedrukt als proportie van de populatie. De prevalentie wordt meestal
opgegeven als van het aantal gevallen per duizend of honderdduizend.
Mortaliteit is de sterfte in een bepaalde periode, aangegeven in relatie tot het aantal individuen in
de populatie waarover het gaat.
Diabetes mellitus
Diabetes mellitus (ook wel suikerziekte genoemd) is een ziekte waarbij verhoogde glucose (suiker)
waarden in het bloed te vinden zijn. Deze verhoogde glucosewaarden worden veroorzaakt door te
weinig van het hormoon insuline, en/of door verminderde gevoeligheid voor insuline. Insuline wordt
gemaakt door cellen in de alvleesklier. Insuline zorgt ervoor dat glucose in de weefsels wordt
opgenomen. Indien er geen of te weinig insuline in het bloed aanwezig is, stijgt het
bloedglucosegehalte. Op de lange termijn kan dit zorgen voor schade aan het lichaam. Dit kan schade
geven aan de kleine bloedvaatjes (van de ogen, nieren en/of zenuwen) en aan de grote bloedvaten
(mogelijk leidend tot een hartaanval, beroerte of etalagebenen).
Diabetes mellitus type 1
Diabetes mellitus type 1 is een auto-immuunziekte. Dit houdt in dat het lichaam antistoffen maakt
tegen het eigen gezonde weefsel. Door deze antistoffen worden de cellen van de alvleesklier die
insuline produceren (de zogenaamde bètacellen) afgebroken. Deze afbraak begint vaak al op jonge
leeftijd. Als alle bètacellen kapot gegaan zijn, dan kan het lichaam geen insuline meer aanmaken.
Uiteindelijk gaat diabetes mellitus type 1 dus gepaard met de afwezigheid van insuline.
Diabetes mellitus type 2
Bij diabetes mellitus type 2 is er sprake van een combinatie van meerdere factoren waardoor de
bloedglucosewaarden te hoog worden. Enerzijds wordt er onvoldoende insuline aangemaakt door de
alvleesklier. Anderzijds is de werking van insuline verminderd waardoor de cellen in verschillende
weefsels de beschikbare insuline niet optimaal kunnen gebruiken. Dit wordt ook wel
insulineresistentie genoemd. Diabetes mellitus type 2 wordt in de volksmond ook wel
“ouderdomsdiabetes” genoemd. Deze naam is echter misleidend omdat ook jonge mensen diabetes
mellitus type 2 kunnen krijgen.
Andere vormen
Er zijn ook andere zeldzame vormen van diabetes mellitus. Voorbeelden hiervan zijn MODY (Maturity
Onset Diabetes of the Young) en LADA (Latent Auto-immune Diabetes in Adults). Tijdens de
zwangerschap kunnen vrouwen ook tijdelijk een vorm van diabetes krijgen. Dit wordt
zwangerschapsdiabetes genoemd.
Risicofactoren
2
,Diabetes mellitus type 1 werd lang gezien als een erfelijke ziekte. Dit blijkt niet zo te zijn, slechts 5%
van de nieuwe gevallen van diabetes type 1 heeft een familielid (vader, moeder, broer of zus) met
deze ziekte. Wel is het zo dat bepaalde combinaties van erfelijke factoren een belangrijke rol spelen
bij de ontwikkeling van diabetes mellitus type 1.
Bij diabetes mellitus type 2 spelen erfelijke componenten ook een rol. Daarnaast zijn overgewicht en
te weinig bewegen belangrijke risicofactoren voor diabetes mellitus type 2.
Therapietrouw is het gewillig en blijvend volgen van de door een arts voorgeschreven behandeling
door een patiënt. Verondersteld wordt dat een verminderde therapietrouw kan leiden tot een
verhoogd risico op ziekte, sterfte en hogere kosten.
De GVO-cyclus
De GVO-cyclus bestaat uit 4 stappen die je allemaal moet doorlopen om een gezondheidskundig
probleem goed aan te kunnen pakken.
Stap 1: Gezondheidskundige analyse
De GVO cyclus begint met het op een systematische wijze inzicht verwerven in een
gezondheidsprobleem. Het inzichtelijk maken van het gezondheidsprobleem vindt plaats in
de gezondheidskundige analyse. Daarin wordt het gezondheidsprobleem ‘uiteengerafeld’.
Algemene vragen die je jezelf kunt stellen over een gezondheidskundig probleem zijn:
Wat houdt het onderwerp in?
Waar komt het voor?
Hoeveel komt het voor?
Het is dus een verkenning van het onderwerp, je gaat nog niet in op oorzaken
Stap 2: Gedragsdeterminanten
In de tweede stap van de GVO cyclus worden de factoren die het gedrag bepalen inzichtelijk
gemaakt. Het gaat dan om het bestuderen van gedragingen die een relatie hebben met het
gezondheidsprobleem. Dit worden de gedragsdeterminanten genoemd. Het ASE model kan je
helpen bij deze stap.
ASE model
In het werkveld van de gezondheidsvoorlichting, -opvoeding en –preventie wordt veel gewerkt met
het zogenaamde ASE model. Het model gaat er van uit dat veel menselijk gedrag tot op zekere
hoogte beredeneerd is. Het model brengt de diverse determinanten in kaart die invloed hebben op
gedrag.
ASE staat daarbij voor:
Attitude houden de opvattingen van een persoon in, gebaseerd op bijvoorbeeld kennis,
ervaringen en voorbeelden van anderen.
Sociale invloed is de invloed of sociale norm die anderen uitoefenen om bepaalde
gedragingen wel of niet te vertonen. De invloed van groepen waartoe de persoon behoort en
de drang om zich aan te passen, is hier zeker een belangrijke factor.
Eigen effectiviteit is de inschatting of iemand zekere gedragingen wel of niet uit kan voeren.
Zelfbeeld, positieve en negatieve ervaringen, faalangst en persoonlijke kenmerken zijn hierbij
relevant. Ook invloeden van buitenaf en financiële situatie kunnen meewegen in de eigen
effectiviteit.
3
, Stap 3: Gezondheidskundige interventies
Als een verpleegkundige inzicht heeft in de determinanten die aan het gedrag gerelateerd zijn en het
gezondheidsprobleem bepalen, kan zij een poging gaan doen mensen aan te zetten tot ander,
gezonder gedrag. Het aanzetten van patiënten(groepen) tot ander en gezonder gedrag vormt de
derde stap van de GVO cyclus. Dit gebeurt door gezondheidskundige interventies.
Voorbeelden van interventies zijn:
Voorlichting geven voor groepen
Een brochure ontwikkelen
Cursus opzetten
Evaluatie van gezondheidskundige interventies
De systematiek van GVO zoals deze tot uitdrukking komt in de GVO cyclus wordt afgesloten met het
beoordelen van de effectiviteit van het hele proces. De evaluatie is zowel gericht op het beoordelen
van de effectiviteit van de gezondheidskundige interventie als van het hele proces dat daaraan vooraf
is gegaan.
Voorbeelden van onderdelen van deze stap:
Het implementatieproces beschrijven van de uitgevoerde interventie
De effectiviteit van de interventie beschrijven; bijvoorbeeld door een enquete te houden,
reacties te peilen
gedragsdeterminanten zijn factoren die zich zowel in de mens als in de omgeving bevinden. Op
grond van deze factoren komt iemand tot gezondheidsgedrag. Iemand is zich doorgaans niet van al
die factoren bewust.
Lesweek 3
Fase 1 – Ontkenning (pre-contemplation)
Dit is de fase waarin iemand zich niet bewust is van het feit dat hij misschien wel een probleem heeft
of veroorzaakt. Hij zal het ontkennen, de noodzaak nog niet inzien, of de oorzaak van het probleem
voornamelijk buiten zichzelf zal zoeken. Hij wil (nog) niet veranderen. Anderen zien dit vaak wel maar
de persoon in kwestie zal zijn eigen probleemgedrag in eerste instantie ontkennen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurjanssen3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.38. You're not tied to anything after your purchase.