100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Thema 2: Waarneming en Gedrag - Biologie voor Jou vwo 4 $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Thema 2: Waarneming en Gedrag - Biologie voor Jou vwo 4

 8 views  1 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting met verduidelijkende plaatjes om perfect voorbereid je toets in te gaan!

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • Thema 2 waarneming en gedrag
  • March 27, 2021
  • 8
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Samenvatting biologie thema 2, waarneming en gedrag.


Paragraaf 1: het zintuigstelsel.

Receptoren Ligging Adequate prikkel
Mechanische receptoren – reageren op uiteenlopende vormen, deze impulsen ontstaan als het
celmembraan buigt of rekt.
Gehoorreceptor In de oren Geluid
Evenwichtsreceptor In de oren Zwaartekracht
Tastreceptor Opperhuid Druk
Drukreceptor Dieper in de huid Lichte druk
Chemische receptoren – binden moleculen uit de omgeving, hierdoor ontstaan impulsen.
Smaakreceptor In de tong Opgeloste moleculen
Reukreceptor In de neus Moleculen in de lucht
Temperatuurreceptor – reageren op warmte en kou als de temperatuur boven of onder de
normwaarde komt, ontstaat er een impuls.
Kou receptor In de huid Kou
Warmtereceptor In de huid Warmte
Pijnreceptor Overal in het lichaam Extreme druk, extreme
temperatuur, chemische
stoffen die vrijkomen bij
beschadiging of ontsteking van
weefsel.
lichtreceptor In de ogen Zichtbaar licht


Zintuigcellen – gespecialiseerde neuronen of uitlopers van neuron, prikkels ontstaan als de prikkel
sterker is dan de grenswaarde.

Adequate prikkel – een prikkel waar een zintuig het gevoeligst voor is.

Prikkel sterker = frequentie in het aangesloten sensorisch neuron ook sterker.

Prikkel houdt langer aan = er treedt adaptie op.

Adaptie – het aanpassen van de gevoeligheid van een zintuig aan een aanhoudende prikkelsterkte of
verlaging van een prikkeldrempel. Dit zorgt ervoor dat er niet constant onbelangrijke informatie
wordt doorgegeven.

, Paragraaf 2: het oog.

Delen van het oog in Binas 87C 2.

Onderdeel oog Functie
Harde oogvlies Geeft bescherming aan de binnenkant van het oog.
Hoornvlies Breekt het licht en zorgt samen met de ooglens voor een scherp beeld.
Pupil Een gat in de iris waardoor je kijkt, hij is doorzichtig.
Iris Kan groter en kleiner worden, zodat de pupil groter of kleiner wordt, en er
meer of minder licht het oog binnenkomt.
Traanklieren Zorgen dat het oog niet uitdroogt en zorgen voor zuurstof buitenste laag oog.
Glasachtig Zorgt dat het oog de ronde vorm behoud, wat van belang is voor de lichtinval.
lichaam
Vaatvlies Bevat veel bloedvaten die zorgen voor voeding.
Voorste Tussen het hoornvlies en de iris, gevuld met vocht.
oogkamer
Achterste Tussen de iris en de ooglens, gevuld met vocht
oogkamer
Straalvormig Rondom de lens. De ooglens, hoornvlies en het straalvormig lichaam zorgen
lichaam samen voor een scherp beeld op het netvlies.
Netvlies Binnenste laag van de wand van een oog, hierin liggen lichtreceptoren en er
ontstaan impulsen die via de oogzenuw naar de hersenen worden geleid als er
licht op valt.
Gele vlek Ook hier liggen lichtreceptoren, hiermee kun je het scherpst zien. Neuronen
verbinden de gele vlek met de oogzenuw.
Blinde vlek Plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat, ook doorgang voor
bloedvaten.


Beeld dat op het netvlies valt is verkleind en omgekeerd, de impulsen die in de lichtreceptoren
ontstaan worden via neuronen naar het gezichtscentra in de grote hersenen geleid, deze verwerken
het beeld zodat je het ‘goed’ ziet.

Accommoderen kan op twee manieren:

 De lens verderaf en dichterbij schuiven
 De lens boller en platter maken.

Kringspieren = accomodatiespieren

Ver kijken – kringspieren ontspannen, lensbandjes strak gespannen en deze trekken aan de ooglens
waardoor deze platter wordt.

Dichtbij kijken – kringspieren trekken samen, lensbandjes minder strak, waardoor de ooglens boller
wordt.

Convergeren – naar elkaar toe

Divergeren – van elkaar af.

Het punt waar de lichtstralen elkaar raken is het brandpunt (F), hoe boller de lens, hoe kleiner de
brandpuntsafstand (f). Het brandpunt kan ook voor de lens liggen. f is de afstand van de as van de
lens tot het brandpunt. De voorwerpsafstand (v) is de afstand van het voorwerp tot de lens-as. De
beeldafstand (b) is de afstand tussen de lens en het scherm.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahdh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77988 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  1x  sold
  • (0)
  Add to cart