100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting tentamenstof verbintenissenrecht $8.16   Add to cart

Summary

Samenvatting tentamenstof verbintenissenrecht

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit bestand zijn de arresten die nodig zijn voor het tentamen en de tentamen stof samengevat

Preview 3 out of 22  pages

  • Yes
  • March 27, 2021
  • 22
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
De 8 arresten:

1. Haviltex criterium

Art 6:248 BW

Bij de uitleg van een overeenkomst het er op neer komt welke bedoelingen de partijen hebben, en in
de gegeven omstandigheden mochten toekennen aan de bepalingen van de overeenkomst. Er mag
niet alleen gekeken worden naar de letterlijke betekenis van de tekst.

2. Tandartsen arrest  relativiteitstsleer

Art 6:163 BW

~~Er moet een relatie zijn tussen de geleden schade en het beschermende belang ~~

Dit arrest gaat over Dorrenbosch die onbevoegd een tandartsen praktijk runt. De rechterlijke
uitspraak is dat Dorrenbosch op dwangsom wordt verboden om tandheelkunde uit te oefenen.
Hierbij begaat hij een onrechtmatige daad. Een groep tandartsen klaagt hem daarom aan, en eisen
een symbolische schaden vergoeding. Deze wordt niet gegeven, er wordt namelijk niet voldaan aan
de relativiteitvereiste.

De dader is alleen aansprakelijk voor schade uit onrechtmatige daad, indien de norm die hij
overschreden heeft als doel heeft om het (aangetaste) recht van de benadeelde te beschermen. Er
moet dus een relatie bestaan tussen de veroorzaakte schade en het beschermde belang.

De wet stelde destijds een vergunning verplicht voor tandartsen. Andere tandartsen kunnen de
onbevoegde tandarts in principe niet aansprakelijk stellen wegens onrechtmatige daad. De
vergunningsplicht was namelijk ingesteld om de patiënt te beschermen tegen onbekwame
tandartsen, en niet om de broodwinning van bevoegde tandartsen te beschermen tegen
concurrentie.


3. Kantharos van Stevensweerd  dwaling

6:228 BW

~~Verkopersdwaling hoort voor de rekening van de dwalende te zijn. ~~

Bij dit arrest gaat het over een archeologische vondst die voor een veel lager bedrag verkocht wordt
dan de originele waarde, de verkoper wist hier op het moment van de verkoop niets van.

Op het moment dat de verkoper een speculatief object verkoopt, geeft de verkoper naar in het
verkeer gangbare opvattingen, de mogelijkheid prijs dat hij er (nogmaals) aan verdient, als het object
naderhand een hogere waarde blijkt te hebben. Een vergissing over de waarde van het object kan
dus niet worden teruggedraaid.

het hof sprak van wederzijdse dwaling. Noch de koper, noch de verkoper zou op de hoogte geweest
zijn van de uitzonderlijke waarde. De overeenkomst bleef in stand. De laatste rechtsgang, cassatie bij
de Hoge Raad, hield dit oordeel in stand. Brom bleef de eigenaar van de beker.

, 4. Kelderluik  onrechtmatige daad

~~Een ongelukkige samenloop van omstandigheden levert geen onrechtmatige daad op~~

Art 6:162 BW

1. Hoe waarschijnlijk is het dat mensen niet zorgvuldig zijn

2. hoe groot is de kans op ongeval

3. hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn

4. hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen



Sjouwerman, een medewerker van de Coca-Cola Corporation, had bij het afleveren van frisdrank aan
café De Munt in Amsterdam een kelderluik open laten staan. Mathieu Duchateau uit Maastricht, die
het etablissement met zijn vrouw en een bevriende relatie bezocht, viel op weg naar het toilet in het
gat van het openstaande kelderluik en liep daarbij ernstige verwondingen op.

De rechtbank oordeelde dat de schade in dit geval aan Duchateau zelf te wijten was. Hij had beter
moeten opletten. Het hof en later ook de Hoge Raad legden de aansprakelijkheid echter bij Coca-
Cola. Sjouwerman had onzorgvuldig gehandeld door het kelderluik open te laten, terwijl hij
ook rekening had moeten houden met niet voldoende oplettende bezoekers. Hem werd daarom een
onrechtmatige gedraging verweten. Duchateau moest echter 50% van de schade zelf dragen wegens
eigen schuld.



5. Booy/Wisman  dwaling

6:228 BW

~~onjuiste voorstelling van zaken is veroorzaakt door mededelingen wederpartij, er is sprake van
dwaling als je bent afgegaan op de mededelingen van de verkoper~~

Wisman is op zoek naar een kraan. Hij komt bij Booy, een koopman in kranen en draglines, en zegt
dat hij een kraan nodig heeft voor het lossen van schepen op verschillende plaatsen. Oftewel, hij
heeft een zelfrijdende kraan nodig met kentekenbewijs. Wisman heeft dus aan Booy medegedeeld
dat een kraan met kentekenbewijs een voorwaarde is (van cruciaal belang). Booy zegt hierop toe en
biedt Wisman een kraan aan. Deze kraan zou volgens Booy zeker weten een kentekenbewijs
verkrijgen, aangezien soortgelijke kranen er in het verleden ook eentje kregen. Wisman is
gerustgesteld door de woorden van Booy en koopt de kraan in kwestie.

Nadat Wisman de kraan had gekocht, vroeg hij direct een kentekenbewijs aan. Dit is hem echter
geweigerd (onder meer omdat de kraan verkeerde afmetingen en gewicht had). Wisman heeft nu
dus een kraan waar hij niks aan heeft. Hij vordert bij de rechtbank vernietiging van de
koopovereenkomst op grond van dwaling. Het Hof geeft Wisman gelijk en hierop ging Booy in
cassatie bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad overwoog dat er sprake was van een onjuiste voorstelling van zaken bij het sluiten van
de koopovereenkomst tussen Wisman en Booy. Door de mededeling van Booy dacht Wisman
namelijk dat de kraan wel een kentekenbewijs zou verkrijgen. Het feit dat deze verkrijging een
toekomstige omstandigheid was (volgens art. 6:228 lid 2 BW) maakt in dit geval niet uit.

, De mededelingsplicht van de verkoper weegt zwaarder dan de onderzoek plicht van de koper.
Wisman wint de zaak.

6. Van der Beek/ van Dartel  dwaling

6:228 BW

~~ onjuiste voorstelling van zaken veroorzaakt door het verzwijgen van de wederpartij~~

Van der Beek koopt voor 27.000 gulden een appartement van, van Dartel. Voordien had de
gemeente 's-Gravenhage aan Van Dartel medegedeeld dat zij na drie maanden tot vordering van het
gebruik van die woning zou overgaan, tenzij zij (Van Dartel) een woonvergunning zou aanvragen. Van
Dartel had deze dreigende vordering tegenover Van der Beek verzwegen . Twee maanden na de koop
werd de woning gevorderd door B en W van 's-Gravenhage. Voor het tot stand komen van de
transactie vertelde Van der Beek aan Van Dartel dat haar gezin bestond uit vijf personen. Van Dartel
leek het daarom alleszins aannemelijk dat Van der Beek een vergunning tot bewoning zou worden
verleend. Van der Beek vraagt geen vergunning aan, maar brengt in de betrekkelijk kleine woning
twaalf gastarbeiders onder, wederom: zonder vergunning daarvoor aan te vragen.

Van der Beek eist vernietiging van de overeenkomst onder meer op grond van dwaling.
De rechtbank overweegt dat een essentiële eigenschap van een woning is dat de gekochte
woonruimte te zijner vrije beschikking komt, Van der Beek zou niet tot de koop of slechts tegen
andere voorwaarden hebben besloten als zij wist dat die eigenschap afwezig was. Op grond daarvan
vernietigt de rechtbank de overeenkomst tussen Van der Beek en Van Dartel .

De mededelingsplicht van de verkoper weegt zwaarder dan de onderzoek plicht van de koper.

7. Hofland/Hennis  aanbod en aanvaarding

6:217 lid 1 BW

~~een advertentie waarin een huis te koop wordt aangeboden is geen aanbod en Moet worden
beantwoord. ~~

In dit arrest werd bepaald, dat een huis te koop aanbieden in een woongids een uitnodiging is tot
onderhandeling. In het algemeen moet het niet worden gezien als aanbod.

Hofland bood door middel van een advertentie in een woongids een huis tegen een bepaalde prijs te
koop aan. Hennis zag de advertentie en aanvaardde het aanbod van Hofland. Vervolgens kwam
Hofland er echter achter, dat het Hennis was die het huis wilde kopen. Hij kwam toen terug op zijn
aanbod om het huis te verkopen. Hennis stelde zich echter op het standpunt, dat door zijn
aanvaarding een koopovereenkomst tussen de twee was gesloten. Hofland was het hier niet mee
eens.

Zowel de rechtbank als het hof oordeelde, dat er in casu sprake was van een vrijblijvend aanbod. Zij
verschilden echter van mening wat betreft het rechtsgevolg van zo’n vrijblijvend aanbod. De
rechtbank was van mening, dat er hier geen sprake was van een koopovereenkomst. Het hof meende
echter, dat door aanneming van het vrijblijvende aanbod een overeenkomst tot stand was gekomen.
Zij stelden Hennis in het gelijk.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samvoolstra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76462 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.16
  • (0)
  Add to cart