Vraag 1 Dhr. De Boer heeft een dreigend participatie probleem. Let uit wat dit probleem is en
wat een participatie probleem inhoud. Benoem ook de activiteiten die hem beperken om
adequaat te participeren.
Het dreigende probleem: werk en mogelijk verkeersdeelname.
Participatie is in staat zijn deel te nemen aan activiteiten die in een sociale context
staan; werk, hobby, gezinsleven, verkeer, etx.
De activiteiten die hem beperken: zitten, autorijden, aankleden, staan, opstaan uit bed.
Vraag 2 Dhr. de Boer heeft cognities over zijn klachten. Benoem deze in relatie tot zijn
copingstijl, attributie en locus of control.
Vraag 2: cognities die van invloed zijn op herstel: catastroferende cognities als;
- mijn rug is kapot, hierdoor kan ik mijn werk niet meer uitvoeren.
- Mijn rugklachten gaan nooit meer over
- Mijn rugpijn is verschrikkelijk
Consequentie van catastroferende cognities: COPING
- Vermijding van activiteiten (emotiegeoriënteerde/gedragsmatige coping, nl. angst
voor bewegen/belasten)
- Oneigenlijk gebruik van middelen om emoties te dempen
(emotiegeoriënteerde/gedragsmatige coping)
Locus of control
Patiënt kan moeilijk aangeven wat de variatie in klachten veroorzaakt. Lijkt op een
EXTERNE locus of control. Hierdoor nl. ook weinig sturing op klachtenvermindering
Attributie
Intern: mijn kapotte rug is de oorzaak van de klachten, mijn gewicht, te weinig bewegen
Extern: mijn bureaustoel, slechte autostoel, slechte matras
Vraag 3 Ook emoties kunnen invloed uit oefenen op de klacht van dhr. De Boer. Beschrijf welke
emoties binnen van het model van Karasek en hoe deze de regelruimte beïnvloeden.
Hoge werkdruk en lage regelruimte leidt tot stress/emoties
Lage werkdruk en lage regelruimte kan ook tot stress leiden nl. gevoelens van
nutteloosheid, ik kan meer dan ik hier laat zien etc.
a. Eventueel noemen studenten de assen voor stress:
Hypothalamus – sympaticus – bijniermergas (adrenaline/noradrenaline)
Hypothalamus – hypofyse – bijnierschors (cortisol)
b. Invloed op weefsel (lage mechanische belastbaarheid of verstoring eiwitsynthese,
uitputting, selectiviteit verminderd)
,Vraag 4 De patiënt voelt pijn in zijn rug al varieert dit soms qua locatie; de plaats waar de pijn
wordt opgewekt kan ook dieper in het bewegingssegment zijn gelegen. Geef een
verklaring hiervoor middels het convergentie-projectie-model.
Afferentie informatie in 1 ruggenmergsegment komt uit verschillende weefsels, zoals
huid, spieren, gewrichten, ligamenten, etc. Deze weefsels kunnen diep en/of
oppervlakkig gelegen zijn. Deze informatie wordt verwerkt in centrale subsystemen en
ook in de sensore cortex. In de sensore cortex kan soms niet goed uitgemaakt worden
of de nocisensore afferentie uit een segment komt vanuit de huid, spieren en of dieper
gelegen weefsels. Het weefsel wat goed gerepresenteerd is zal in de beslissing
“voorrang” krijgen en daarmee kan het zo zijn dat een nocisensore bron bijvoorbeeld in
de buitenste annulaire vezels van de discus voor patiënt pijnlijke sensaties oproept in
het bil/been gebied.
Vraag 5 De pijn die de patiënt aangeeft kan volgens verschillende modellen verklaard worden.
Benoem heel specifiek hoe de pijn kan ontstaan vanuit het verklaringsmodel van het
derangement volgens McKenzie
Bij een derangement is er sprake van verplaatsing van materiaal van binnen een
bewegingssegment. In dit geval gaat het specifieker om nucleusmateriaal wat zich
verplaatst onder invloed van houding en/of beweging binnen de annulaire ring. Dit leidt
tot sterke spanning/vervorming in de bindweefsels met als gevolg activatie van
unimodale nocisensoren.
Vraag 6 Bij deze patiënt zou er sprake kunnen zijn van discusgeneratie. Wat zijn
pathofysiologische en pathomechanische verschijnselen van discusgeneratie.
Pathofysiologische veranderingen kunnen zijn:
- Uitdroging en verlies van turgor
- Verkalking
- Scheurvorming concentrische en radiair van annulusvezels.
Pathomechanische veranderingen kunnen zijn:
- Verminderde elasticiteit van de annulus
- Kwetsbaar voor vervorming met name bij rotatiespanning en schuifkracht.
Vraag 7 Geef voor de volgende spieren aan welke kenmerken deze heeft.
Kenmerk Local Global Global
stabilizers stabilizers mobilizers
Controle van neutrale positie V
Vooral exentrisch actief V
Lage prikkeldrempel V
Omvat meerder segmentale niveaus V V
Vooral actief in het axiale vlak V
Reageert op pijn door verhoging van tonus V
Reageert op pijn door vermindering van activiteit V
Genereert kracht om beweging te controleren V
Voorkomt een translatie in gewricht V
Onder invloed van pijn verkort deze spier V
, Vraag 8 Geef aan wat de intra-abdominale pressure (IAP) inhoud, wat de functie hiervan is en
geef minimaal 5 structuren die voor deze druk zorgen
Druk die wordt opgebouwd in de buikholte en het kleine bekken. De functie hiervan is
dat het een stabiliteit geeft aan de wervelkolom. De holte kan worden vergeleken met
een intra-abdominal footbal.
De IAP structuren zijn:
- Bekkenbodem
- Diafragma
- M. transversus abdominis + obliquus internus
- Fascia thoracolumbalis
- Wervelkolom
Vraag 9 Geef 3 verschillende situaties aan waarbij de fysieke omgeving een bijdrage leveren
aan de instant houding van de rugklachten bij de patiënt uit de casus. Leg dit precies
uit.
Elementen zijn:
Relatie met houding/stand van wk Stoel op zijn werk (juiste hoogte/instelling)
Bureaublad op werk (juiste hoogte)
Stoel auto (juiste stand wk, afstand stuur)
Bed (juiste stevigheid/hoogte)
Relatie met tijd Hebben de werkzaamheden te maken met
andere mensen waardoor de tijdsduur niet kan
worden beïnvloed
Relatie met zwaarte Zwaarte van te hanteren voorwerpen, maar
hier is in de casus niets over gemeld. Evt.
dragen van koffers, openhouden van deur
Vragen gerelateerd aan stap 5
Vraag 11 Leg uit wat je in je anamnese, inspectie en bewegingsonderzoek kan wijzen op de
aanwezigheid van een derangement.
In de anamnese:
Plaat van de pijn, bij uitstraling kan dit een indicatie zijn voor een derangement
De wisseling van pijn bij verschillende houdingen; toename van pijn bij flexieactiviteiten
zoals zitten, bukken en afname van pijn bij activiteiten in extensie zoals staan, lopen.
Inspectie:
Zeker een shift wijst op mogelijk derangement
Functionele inspectie naar de uitvoeringswijze van een aantal activiteiten die in de
anamnese aangegeven zijn als pijnverergerend. Is er sprake van een daadwerkelijke
flexiepositie?
Bewegingsonderzoek:
Repeated flexion en extension geven een toename of afname van de pijn. Mobiliteit kan
hierbij veranderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fysiohanze. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.