Een samenvatting/hoorcollege aantekeningen nodig voor het (her)tentamen? Deze samenvatting is in het Nederlands en bevat alle belangrijke punten voor het tentamen in een overzichtelijk document. De volgorde van de colleges is aangehouden, en informatie is puntsgewijs geordend en niet zozeer in een ...
Economische en Sociale Geschiedenis 2020-2021
Samenvatting hoorcolleges 4, 5, 6
, Hoorcollege 4
Geschiedenis draait om het verleden. Historici worden gezien als verhalenvertellers.
Geschiedenis is ideografisch en ontwikkelt in verloop van tijd. ‘Verandering’ is hierbij het
sleutelwoord.
Sociologie gaat over het heden en de concepten en gegevens die daarbij horen. Onderzoek
gaat over specifieke periodes en is meer synchroon.
Sociologie is algemener dan geschiedenis. Binnen de sociologie wordt er steeds onderzoek
gedaan naar algemene regels, bredere fases en algemene wetten. Geschiedenis is
daarentegen veel specifieker en detail-gerichter. De ‘common ground’ is het empirische
aspect van de disciplines.
Sociologie probeert de maatschappij te begrijpen zoals die is. Er wordt gekeken naar
sociale structuren, agency (individueel en collectief gedrag) en instituties.
Sociale structuren zijn alle relaties bij elkaar genomen. Deze relaties zijn er tussen
individuen en groepen, die uitgedrukt worden door religie, sociale klasse en genderrollen. Er
zijn bepaalde overeenkomsten en verwachtingen in gedrag. Er is een wetenschappelijk
debat gaande over of de sociale structuren stabiel zijn, of dat ze continu opnieuw gecreëerd
worden.
Agency zijn de menselijke handelingen. Agency is wat de samenleving transformeert; zowel
een individu als een grote groep zijn door middel van agency in staat verandering te brengen
in de maatschappij. Agency is dus sturend. Structuur stelt restricties op agency. Er is dus te
stellen dat structuur de vrijheid (van handelen) beperkt.
Instituties zijn sets van formele regels en informele conventies, die een frame voor
menselijke interactie bieden. Instituties liggen binnen de sociale structuren en maken er
onderdeel van uit. Ze zijn gecreëerd door mensen. Voorbeelden van instituties zijn religie,
wetten, familie, economie, politiek, taal en onderwijs. Ze bieden zowel mogelijkheden als
restricties.
Er zijn verschillende fases in de ontwikkeling van sociologie te onderscheiden:
1. pre-sociologen (positivisme) 1800-1850
2. klassieke sociologen 1850-1930
3. structurele functionalisten 1930-1965
4. kritische sociologen 1965-1980
5. post-structuralisten 1980-heden
Pre-sociologen 1800-1850
● Verlichtingsdenken
● Encyclopedische benadering: heel erg breed omdat er maar weinig informatie is, en
een relatie tussen Europa en andere delen van de wereld.
● Evolutionistisch en teleologisch: het voorspellen van toekomstige samenlevingen
door te kijken naar de veranderingen in de samenleving.
● Speculeren over de toekomst, verbanden en relaties, feiten, etc.
● Jean Jacque Rousseau als kenmerkende denker
● Auguste Comte (1798-1857) als kenmerkende denker: niet religieus in zijn
gedachtegoed, bedacht de term ‘sociologie’ en schreef over positivisme. Was
geïnteresseerd in de verbanden tussen sociale klassen en dacht na over wat de
maatschappij stabiliteit en cohesie geeft. Dacht ook na over algemene wetten,
passend bij sociologie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller klstrmn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.98. You're not tied to anything after your purchase.