100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Werkcolleges - introductiecursus in de geschiedenis van de Oudheid (+ artikelen) $3.20
Add to cart

Class notes

Werkcolleges - introductiecursus in de geschiedenis van de Oudheid (+ artikelen)

 13 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat de behandelde stof van de werkcolleges (waaronder de artikelen).

Preview 3 out of 21  pages

  • March 28, 2021
  • 21
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Leonard rutgers
  • All classes
avatar-seller
Aantekeningen werkcolleges Oudheid

Werkcollege week 1

Belang van Oudheid
 Het is van belang om de Oudheid te bestuderen, omdat de Oudheid doorleeft in het
heden. Bovendien is de Oudheid een inspiratie geweest voor bijvoorbeeld de politiek
en architectuur
 De Romeinse wetgeving is vroeg in het Romeinse Rijk ontwikkeld en het is
opgeschreven in wetboeken. De herontdekking van wetboeken heeft ervoor gezorgd
dat universiteiten konden ontstaan.
 Het christendom ontstond in de periode van het Romeinse Keizerrijk. Onder keizer
Constantijn werd het christendom zelfs een toegestane godsdienst, terwijl het
voorheen een verboden godsdienst was. Het Romeinse Rijk werd hierdoor langzaam
christelijk.

Welke primaire bronnen hebben we om het verleden te bestuderen?
 Geschreven bronnen: voorbeelden  literatuur, verhalen, brieven etc.
 Kunst/ materiële overleving: bronnen afkomstig uit de archeologie.
 Papyrologie: documentaire bronnen van papier die inzicht geven over economische,
politieke en sociale zaken. Papyrologie is bekend uit Egypte.
 Kleitabletten/ inscripties: epigrafie, dus teksten op steen. Voorbeeld 
grafinscripties.
 Numismatiek: Voorbeelden  penningen, gesneden stenen, munten.

Periodisering
 Prehistorie: Uit deze periode zijn alleen bronnen uit de archeologie, dus er zijn geen
geschreven bronnen afkomstig uit dit tijdperk.
 Protohistorie: Dit was een overgangsperiode van de prehistorie naar de historie. Er
zijn wel geschreven bronnen over deze periode, maar dezen zijn afkomstig uit latere
periodes.
 Historie: Periode uit de geschiedenis die bestaat uit geschreven bronnen.

Prehistorie
 De prehistorie heeft ook een periodisering:
- Steentijd
- Bronstijd
- IJzertijd
 In het begin van de prehistorie deden mensen alleen aan jagen en verzamelen. Rond
10.000 v.Chr. kwam de neolithische revolutie (de uitvinding van de landbouw).

Landbouw
 Legde de basis voor alles, en ontstond hoogstwaarschijnlijk in de Vruchtbare Halve
Maan/ Nabije Oosten. Tijdens deze neolithische revolutie werden dieren
gedomesticeerd en planten gemanipuleerd. 90 % van alle planten en dieren vandaag
de dag zijn afkomstig uit de neolithische revolutie.

1

,Ontwikkeling te zien in bronnen
Jagers en verzamelaar zijn landbouwbedrijven begonnen, en we kunnen deze ontwikkeling
zien in archeologische bronnen.
 Van jagers en verzamelaars zijn er bijna geen bronnen te vinden.
 Door het ontstaan van permanente nederzettingen zijn er meer archeologische
bronnen uit de prehistorie te vinden. Zo zijn er aardewerken, grafmonumenten en
andere bronnen gevonden.
 De anatomie van dieren en planten zijn veranderd door de domesticatie. Door
overblijfselen van deze planten en dieren kunnen we zien welke planten of dieren in
het wild leefden/groeiden, en welke op permanente nederzettingen leefden/groeien.

Impact op de maatschappij
 Meer mensen woonden dichter bij elkaar (bevolkingsdichtheid), waardoor steden
ontstonden.
 Surplus (overschotten graan) zorgde voor het ontstaan van de vroegste rijken
(Babylonië, Egypte, Assyrië) in de geschiedenis.
 Er vond specialisatie plaats, waardoor ambachten ontstonden. Hierdoor ontstonden
beroepen zoals timmerman, religieuze functies etc.
 Er ontstond energieproductie, want mensen begonnen hun voedsel op te slaan.
Hierdoor ontstond diversificatie.

Negatieve gevolgen voor de maatschappij
 Epidemieën: mensen woonden dichter op elkaar, waardoor ziektes sneller konden
verspreiden. Daarnaast zorgde het samenwonen met dieren ervoor dat ziektes van
dieren op mensen verspreiden. Door deze dieren nam het aantal epidemieën toe.

Periodisering
 Late steentijd  neolithische revolutie.
 Bronstijd  basis gelegd voor vroege rijken.
 IJzertijd  klassieke Griekenland en Rome.




Werkcollege week 1


2

, Korte uitleg over stof
 In de bronstijd komen de menselijke samenlevingen op gang, zoals de Soemeriërs,
Akkadiërs en de Egyptenaren.
 Deze rijken gaan zich organiseren door middel van wetgeving. Hierdoor ontstonden
de rijken complexe samenlevingen.
 Het schrift is ontstaan door het voeren van administratie binnen deze complexe
samenlevingen.
 De Minoïsche cultuur komt 3.000 v.Chr. op in Griekenland. De paleizen (ook in het
Nabije Oosten) zijn vaak politieke- en economische centra. Paleizen hadden de functie
van opslagruimtes.
 De volken waren zeer geavanceerd. Dit was te zien in de kunst.
 De samenlevingen hadden handelscontacten in Griekenland, want er zijn
verschillende voorwerpen uit het Nabije Oosten gevonden in Griekenland (en
omgekeerd).
 De vulkaanuitbarstingen van Santorini (rond 1500 v.Chr.) hadden enorme gevolgen
voor Kreta. De Kretaanse cultuur stortte in elkaar door tsunami’s, aardbevingen en de
bedekking van de zon door vulkanisch as.
 De Myceense cultuur, bekend van de legerpoorten, was de laatste grote cultuur in
Griekenland. Mycene was een paleiscultuur en door de grote vestigingsmuren was
Mycene defensief.
 De verhalen Ilias en Odyssee van Homerus kwamen uit deze tijd. Homerus schreef pas
in de 8e eeuw, terwijl de verhalen veel eerder plaatsvonden. In het boek van Homerus
staat: ‘Ze vochten met bronzen wapens’, terwijl Homerus in de ijzertijd leefde.
 Rond 1200 (Dark Ages) zakten de Griekse culturen in. Het is niet precies bekend wat
er in deze periode heeft plaatsgevonden.

Secundaire bronnen
Hoe lees je een artikel?
 Waarom doen we onderzoek?  om vragen te beantwoorden.
 Wat is de onderzoeksvraag?  Eerst moet je opzoek gaan naar de onderzoeksvraag
in een artikel.
 Hoe gaat de auteur aan de slag?  De auteur doet onderzoek in bronnen.  Hoe
worden deze bronnen geïnterpreteerd en gebruikt?
Werkmethodes:
- Analyseren van teksten
- Statistiek
- Interdisciplinair (vergelijken bron)
- Sociologische methode (waarom doen mensen iets?)
- Postkoloniale benadering
- Postmoderne benadering
Etc.
 Waarom schrijft iemand een onderzoek? In reactie op een andere historici.



Artikel: On Diplomacy in the Ancient Near East – Raymond Cohen



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UUStudents. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added