100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Bewustzijnsfilosofie midterm samenvatting $3.19
Add to cart

Summary

Bewustzijnsfilosofie midterm samenvatting

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat alles wat de docent heeft besproken in de eerste 6 colleges van bewustzijnsfilosofie die nodig zijn om het midterm te behalen. De docent gaf aan dat alles wat hij zegt en de dia's tentamenstof zijn. Dit is allemaal te vinden in deze samenvatting. Alles dat niet is besproken, maar...

[Show more]

Preview 3 out of 17  pages

  • Yes
  • March 28, 2021
  • 17
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Bewustzijnsfilosofie samenvatting S.S.


Tentamenstof midterm: college 1 t/m 6.
Als er iets in het boek staat dat niet is besproken is dit geen tentamenstof.

College 1
Filosofie als conceptueel onderzoek is empirisch en levert een wetenschappelijk wereldbeeld op, ofwel een
manifest wereldbeeld. De manier waarop wij de wereld ervaren is anders dan dat wij het gepresenteerd krijgen.
Er is een verschil tussen een normaal wereldbeeld en manifest wereldbeeld.

Filosofie als conceptuele verheldering is hetzelfde als de conceptuele analyse. Je vraagt wat iemand bedoelt
met zijn/haar concept, maar gaat hier een stap verder. Je kijkt naar de wetenschap en gebruikt dit om de
concepten te verhelderen.

Filosofie als geldigheidswetenschap kijkt naar de geldigheid van termen in de wetenschap. Zijn de termen die
gebruikt worden wel geldig? Bijvoorbeeld causaliteit, wat houdt dit precies in? Er wordt dieper ingegaan op
termen.

Filosofie als perspectiefwisseling is o.a. filosofie op de middelbare school. Hier wordt filosofie als een training
gegeven om vanuit een ander perspectief te kijken naar iets. Zo leer je kijken op verschillende manieren en
vanuit verschillende hoeken.

Filosofie als zoektocht naar de waarheid begon in het oude Griekenland. Het ging hier niet om de waarheid,
maar of je een ander kon overtuigen  Socrates gaat hiertegen in. Er is een objectieve waarheid onafhankelijk
van je standpunt zei Socrates.

Filosofie voor psychologen helpt met het academisch denken. Het is de studie van het kritisch denken. Zo leer je
kritisch te staan tegenover je eigen vakgebied  psychologie.

Ethiek houdt zich bezig met vragen als: ‘mag ik een patiënt onder hypnose brengen om zo verdrongen
herinneringen uit zijn/haar geest te halen?’

Hieruit komen de vragen: bestaan verdrongen herinneringen überhaupt?
Is dit wetenschappelijk onderbouwt?  Wetenschapsfilosofie

Bewustzijnsfilosofie stelt vragen over de geest, het bewustzijn en hoe dit in een fysische wereld past:
o What am I?
o Who am I?
o What does it mean to be conscious?
o How does the brain do it?
o I need to find out about consciousness

The hard problem: consciousness
Mensen hebben een dualistische intuïtie  dat is de intuïtie dat lichaam en geest twee totaal verschillende
dingen zijn die onafhankelijk van elkaar kunnen bestaan en functioneren, maar wanneer je iets voelt in je geest,
dan gebeurt er ook iets in de hersenen en andersom.

Een initiële 3-deling van de bewuste toestand:
o Bewuste ervaringen
o Cognitie
o Emoties




1

,Bewustzijnsfilosofie samenvatting S.S.


1. Bewuste ervaring is de informatie die je binnenkrijgt via je zintuigen  what it is likeniss  Quale.
Hoe proeft iets, hoe ruikt iets, welke kleur heeft iets, hoe voelt het om iets te zijn?

2. Cognities zijn propositionele attitudes (PA). Dit zijn houdingen ten opzichte van een propositie.
Bijvoorbeeld: het regent. Jan gelooft dat het regent. Hij neemt hier de attitude van geloven aan
tegenover de propositie dat het regent. Je kunt dit ook dromen, hopen, herinneren etc. Dit zijn allemaal
attitudes die ergens over gaan, intentionaliteit. Het zijn discrete entiteiten.

3. Emoties bevatten een combinatie van zowel de ervaring als de cognitie. Emoties bevatten dus een
kwalitatief karakter samen met intentionaliteit. Bijvoorbeeld: het voelt op een bepaalde manier om
kwaad te zijn op een slechte automobilist.

Het algemene probleem  Hoe past bewustzijn in de fysische wereld?

Drie sub-problemen gezien de drie initiële mentale categorieën:
1. Hoe verhouden ervaringen zich tot de fysische wereld, met name tot het lichaam en brein?
2. Hoe verhouden cognitieve toestanden zich tot de fysische wereld, met name tot het lichaam en brein?
3. Hoe verhouden emoties zich tot de fysische wereld, met name tot het lichaam en brein?

Reduceer de drie problemen naar twee  wanneer je weet hoe ervaringen en cognitieve toestanden in de wereld
passen, dan weet je dat ook voor emoties.

Theorieën die het algemene probleem proberen te verklaren:
1. Substantie-dualisme, de geest bestaat onafhankelijk van het lichaam en vice versa.
2. Idealisme, de fysische wereld is afhankelijk van de geestelijke wereld.
3. Behaviorisme, de geest is eigenlijk gedrag.
4. Reductionisme/identiteitstheorie, mentale toestanden zijn hersentoestanden.
5. Eliminativisime, de geest bestaat niet.
6. Functionalisme, mentale toestanden worden gerealiseerd door hersentoestanden.
7. Connectionisme, mentale toestanden worden alleen gerealiseerd door neurale netwerken.
8. Embodied & embedded en zelfs extended mind (uitgebreide geest).

1. Substantie-dualisme - Can the mind function seperately from the brain?
Volgens Descartes zijn er 2 substanties (een substantie is datgene dat op zichzelf kan bestaan):
Res cogitant, de denkende substantie
Res extensa, de uitgebreide substantie

Elke substantie heeft een essentiële eigenschap. De denkende substantie heeft denken als essentiële eigenschap.
Als het denken wordt weggenomen, is het geen denken meer. Deze kenmerken zijn van belang voor de
substantie. Uitgebreidheid is essentieel voor de uitgebreide substantie. Uitgebreidheid is een plaats innemen in
de ruimte. Beweging ontstaat door botsing.

Descartes eerste methode is de radicale twijfel.
Hoe kunnen we zeker weten dat de wereld in ons hoofd overeenkomt met de wereld buiten ons hoofd?
Descartes vond het noodzakelijk om kennis te vergaren door wetenschappelijke kennis te gebruiken als
onbetwijfelbaar fundament. Hoe kom je aan een onbetwijfelbaar fundament? Volgens Descartes is kijken naar
welke bronnen van informatie betrouwbaar zijn, dé manier om tot zekerheid te komen. Voorbeeld:
Optische illusie  ogen misleiden ons, dit is dus geen zekere kennis.
Info die je krijgt via docenten, autoriteiten etc. is ook niet betrouwbaar  zij kunnen ons namelijk bedriegen.

Dit leidt tot vragen als: ben ik wel wakker? Heb ik wel een lichaam? Is 2 + 2 wel 4?



2

, Bewustzijnsfilosofie samenvatting S.S.


Hoe weet ik zeker dat een Malin genie mij niet bedriegt? Een Malin genie is een kwaadaardige demon die ons
laat geloven dat de wereld echt is, maar het is een illusie. Mijn kennis over mijn lichaam klopt  cogito ergo
sum, ik denk dus ik ben. Ik kan niet twijfelen aan het feit dat ik twijfel. Wanneer je aan alles twijfelt, kun je niet
twijfelen aan het feit dat je twijfelt.

Descartes tweede methode is helder en duidelijk inzicht.
Hij weet dat hij is, maar wat is hij? Een res cogitans, een denkende substantie.
Denken is de essentiële eigenschap van de denkende substantie, omdat Descartes denkt en bestaat, is hij dus een
res cogitans. Dit ziet hij helder en duidelijk in.

Hoe komt Descartes tot de conclusie dat God bestaat? Hij heeft het idee van perfect, maar is zelf geen perfect
wezen. Het idee van perfectie komt dus van God, want hij is perfect, dus het bestaat. God zou niet bestaan als
het niet perfect was. God is dus ook goed, want als hij niet goed was, was hij niet perfect. God bedriegt mij niet
 ik heb dus een lichaam, want ik heb een idee van mijn lichaam en mijn lichaam is een res extensa, oftewel
een uitgebreide substantie.

Voorbeeld: zeep blijft zeep, of het nou in blokvorm is of vloeibaar. De essentiële eigenschappen van zeep
blijven bestaan.

Het interactieprobleem
De causale geslotenheid van de fysische wereld: er gaat geen energie in of uit. Elke fysische gebeurtenis heeft
een fysische oorzaak. Dit komt voort uit de behoudswetten. Patrick Swayze probleem: hoe kan een niet-
fysische substantie botsen met een fysische substantie. Beweging komt door botsing, hoe kan immaterieel
botsen met materieel?

Twee oplossingen:
Descartes en Elizabeth van Bohemen correspondeerden. Elizabeth vroeg: hoe kan een denkende substantie
effect hebben op een uitgebreide substantie? Hoe beheert geest het lichaam hoe laat de geest het lichaam een
actie uitvoeren? Descartes weet het niet, aan de ene kant zijn we duidelijk twee verschillende substanties, maar
aan de andere kant interacteren lichaam en geest. Dit kan niet samen!

Volgens Descartes vindt interactie tussen lichaam en geest plaats in de pijnappelklier. Een suggestie van hem is
dat God die interactie regelt. Hij had ons ook zo kunnen maken dat wanneer we op een spijker staan, we chocola
proeven, dus hij regelt het, maar hoe dan?

Volgens het occasionalisme (Nicolas Malebranche), is alleen god de ware oorzaak van dingen in de wereld.
Het lijkt alleen maar zo dat ik mijn hand opsteek als ik dat wil. Het lijkt alsof de geest de oorzaak is van de
handbeweging, maar mijn wens/gedachte is de gelegenheid (occasion) voor God om mijn arm op te steken.

Het parallelisme (Geulincx, Leibniz) beweert dat substanties als twee mechanische klokken gezien kunnen
worden die synchroon lopen. Hierdoor denken we dat het oorzaak en gevolg is, terwijl het twee gelijke klokken
zijn (lichaam en geest).

Zowel het occasionalisme als parallelisme lopen tegen hetzelfde probleem aan, want hoe doet God dit allemaal?
Het levert geen inzichten op. Het probleem ‘hoe interacteren lichaam en geest met elkaar’ wordt vervangen door
het probleem ‘God regelt het, maar hoe dan?’.

Is dit fataal voor het substantiedualisme?
Elizabeth zegt dat het makkelijker is om voor te stellen dat de ziel een materie extensie heeft, dan dat een
immaterieel iets de capaciteit heeft om een lichaam te laten bewegen. Dus de ziel heeft ook een soort
uitgebreidheid. Onze normale opvatting van een ziel is dan ook een 3D beeld als we erover nadenken.



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ssae. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.19
  • (0)
Add to cart
Added