Communicatie= betekent de overdracht van verbale en non-verbale boodschappen
(informatie) tussen twee of meer personen. Zenders en ontvangers voorzien de informatie
van een persoonlijke betekenis.
Sociale interactie= de wisselwerking tussen twee personen, waarbij de boodschappen over
en weer worden ervaren als oorzaak en gevolg.
1) Non-verbale communicatie is het uitwisselen van boodschappen zonder woorden.
Dit kan worden bewerkstelligd via signalen, zoals gebaren en lichaamshouding.
2) Verbale communicatie is het uitwisselen van woorden.
Interne communicatie= omvat alle formele en informele contacten binnen een organisatie.
Het gaat om de functionele relatie.
Externe communicatie= contact met buitenstaanders die niet tot de primaire kring behoren,
zoals klanten, leverancier etc.
Formele communicatie= vergadering
- verticale communicatie (communicatie tussen twee verschillende niveaus)
- horizontale communicatie (communicatie tussen zelfde niveau)
- Diagonale communicatie (valt niet samen met gezag relaties)
Informele communicatie = sociale relaties, spontaan wanneer mensen contact hebben.
Interpersoonlijke communicatie= mensen kunnen elkaar direct beïnvloeden.
Massacommunicatie= eenrichtingsverkeer. Geen directe beïnvloeding.
Cultuurverschillen spelen een rol in communicatie. Er kan onderscheid worden gemaakt
tussen de wij-cultuur en de ik-cultuur
,Communicatieproces = hierbij spreken we over een zender of bron, die een boodschap
stuurt naar een ontvanger. De ontvanger kan aangeven dat hij de boodschap heeft
ontvangen, hij geeft feedback. Ook geeft hij aan hoe hij de boodschap heeft begrepen.
Reflecteren en actie produceren
Nadenken wat je wil zeggen, en een besluit hierin nemen
Coderen
De boodschap verwoorden
Boodschap
Verbaal of non-verbaal. Bewust of onbewust. Eenzijdige (alleen positief) of tweezijdige
(positief en negatief) boodschap.
Medium
Zijn dragers van informatie, bijv. Lucht, telefoon, computer, tekening etc.
Decoderen
Boodschap ontcijferen, vertalen. Dit kan mis gaan ruis, verkeerd opgevat.
Interpreteren
Boodschap begrijpen en intenties van zender begrijpen. Dit gebeurt vanuit het eigen
referentiekader.
Reflecteren en (re)actie produceren
Nadenken wat je boodschap terug zal zijn.
Feedback
Non-verbaal vaak.
, Circulariteit= heeft betrekking op het rondgaan van de communicatie. Er zijn dus geen
duidelijk begin en einde. Beide personen zijn bezig met zenden en ontvangen
Interactiepersoon= een serie gedragingen of uitingen die kenmerkend is voor de (sub)groep.
Duurzame interactiepatronen tussen mensen worden sociale relaties genoemd.
Interpunctie= scheiding van de woorden door punten. Figuurlijk: betekent het dat ieder
mens ‘de punt’ anders zet; ieder mens heeft een andere kijk op de werkelijkheid. Wat de
een als een oorzaak ziet, ziet de ander als gevolg.
Metacommunicatie= praten over communicatie. Het eigen aandeel in een probleem kan
worden achterhaald aan de hand van metacommunicatie.
Misverstanden worden vaak veroorzaakt door selectieve perceptie, omdat het moeilijk is
om een boodschap helemaal goed te horen en begrijpen (door vervorming).
Diskwalificaties= zijn tactieken die mensen gebruiken om zaken te verhullen, om niet direct
aan te geven wat ze bedoelen. Het kan een meer of minder bewuste strategie zijn. Dit is een
probleem voor communicatie.
In de communicatietheorie wordt het woord ‘betrekking’ gebruikt i.p.v. ‘relatie’, omdat dit
neutraler is. Hieronder vallen niet alleen de langdurige relaties, maar ook vluchtige relaties,
zoals samen met iemand in de wachtkamer zitten.
Bij communicatie zijn niet alleen het inhouds- en betrekkingsniveau belangrijk, maar ook de
context. Boodschappen kunnen worden geanalyseerd aan de hand van:
1) het zakelijk aspect (inhoud)
2) het expressieve aspect (informatie over de zender)
3) het relationele aspect (tussen de zender en anderen)
4) het appellerende aspect (het effect dat de zender wil bereiken).
Communicatie is effectief wanneer de ontvanger niet alleen begrijpt wat de zender bedoelt,
maar ook de reactie laat zien waar de zender op gerekend heeft.
Pinto: ‘De vier voorwaarden voor effectieve communicatie’:
1) technische voorwaarde (elkaar kunnen verstaan)
2) cognitieve voorwaarde (elkaar kunnen begrijpen)
3) interpretatieve voorwaarde (andere interpretatie van informatie en begrippen)
4) affectieve voorwaarde (begrijpen welke emoties worden opgeroepen door bepaald
gedrag te vertonen, referentiekaders van mensen kunnen verschillend zijn)
Metacommunicatie is een vorm van expliciet feedback geven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fleurweverx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.94. You're not tied to anything after your purchase.