Dit is een samenvatting van alle literatuur van week 2 voor 3.6 neuropsychologie 2021. (Ik probeer elke week op zaterdag te uploaden! Deze week op zondag doordat ik ziek was). Succes!
Week 2
PROBLEM 2.1 Let’s talk!
- Wat is Conduction aphasia?
- Wat is Brocka’s aphasia?
- Wat is Wernicke’s aphasia?
- Wat zijn de oorzaken en symptomen van de soorten aphasia?
- Wat zijn de behandelingen voor deze stoornissen?
PROBLEM 2.2 The clever neuropsychologist
- Hoe ontstaat geheugenverlies?
- Welke geheugenstoornissen zijn er?
- Welke soorten geheugen zijn er/hoe is het geheugensysteem georganiseerd?
- Welke regio’s zijn betrokken bij geheugenverlies?
Kolb Chapter 15 – The temporal lobes (400 – 424)
15.1 Temporal- lobe anatomy
De temporaalkwab ligt onder de lateral (Sylvian) fissure. Subcorticale temporale structuren zijn de
limbische cortex, amygdala en de hippocampus.
Subdivisions of the temporal cortex
Op het corticale oppervlak van de temporale kwab liggen twee delen:
- Auditieve gebieden: Brodmann’s 41, 42, 22 (geel) (Area TF, TH = parahippocampal cortex).
- Visuele gebieden vanuit de ventral stream: Brodmann’s 20,21,37,38 (paars). = Inferotemporal
cortex. (Area TE)
De lateral fissure bevat weefsel die de insula vormt.
- Superior temporale regio (STS) heeft multimodale regio’s (plaatje D) die informatie krijgen van
de auditieve, visuele en somatische regio’s.
- Mediale temporale regio (limbische cortex) bestaat uit de amygdala, hippocampus en fusiform
gyrus.
- Inferior temporale regio: laatste stadia en ventral stream voor object herkenning.
De scheiding tussen de pariëtale en de temporale kwab heet de temporal- parietal junction (TPJ).
Deze gaat over het maken van beslissingen (o.a. aandacht, geheugen, taal en sociale verwerking).
Connections of the temporal cortex
De pariëtale kwab krijgt input vanuit het sensorisch systeem en stuurt output naar pariëtale en
frontale delen, het limbisch systeem en de basale ganglia. De linker en rechter neocortexen van de
temporale kwabben zijn aan elkaar gelinkt via het corpus calossum.
Er bestaan een aantal corticaal- corticaal paden:
, 1. Een sensorische pathway voor stimulus herkenning: primaire auditieve (ventral auditory
stream) en visuele delen (ventral visual stream) naar de temporal pole. (A)
2. Dorsaal auditief pathway voor aansturen van beweging op basis van auditieve informatie:
auditieve gebieden naar de posterior pariëtale cortex. (A)
3. Polymodaal pathway voor stimulus categorisatie: visuele en auditieve delen naar
polymodale delen in de superior temporal sulcus (STS). (B)
4. Een mediaal- temporale projectie voor lange- termijn geheugen: auditieve en visuele delen
naar de mediale temporale, of limbische regio’s naar de hippocampus of de amygdala of
beiden. De signalen vanaf de hippocampus heten de perforant pathway. (C)
5. Frontal- lobe projectie nodig voor aspecten van beweging controle, korte- termijn
geheugen en affect: vanaf de temporale delen naar de frontale kwab. (D)
Anatomy of the ventral stream
De ventral stream loopt van de occipitale cortex naar de temporal pole. Er zijn ongeveer 6
verschillende corticale en subcorticale paden onderdeel van de ventral stream. Hieronder drie:
1. Elke regio in het occipito- temporale pad heeft projecties naar het neo- striatum. Deze
bestaat uit de caudate nucleus en het putamen van de basale ganglia. de functie is het
ondersteunen van gewoontes en skill- leren afhankelijk van zicht.
2. Projecties van de inferotemporal regio’s (visie) naar de amygdala voor verwerking van
emotionele stimuli.
3. De inferotemporal cortex (visie) naar het ventral striatum (nucleus accumbens, ook
onderdeel van de basale ganglia). bepaald stimulus valentie.
Alle andere paden lopen van de inferiotemporal cortex naar andere corticale regio’s (prefrontaal)
voor lange- termijn geheugen, beloning en werkgeheugen.
15.2 A theory of temporal- lobe function
Er zijn drie basale functies van de temporale cortex:
1. Verwerken van auditieve input.
2. Visuele objectherkenning.
3. Lange- termijn opslag van sensorische input (geheugen).
Sensorische processen
Objectherkenning is een functie van het ventrale- visuele pad in de temporaalkwab. Verder gaat de
inferiotemporal cortex (TE) over het maken van categorieën van objecten (onderdeel ventral). Ook
moet je geluiden en visuele input kunnen samenvoegen. Dit heet cross- modal matching en wordt
gedaan door de cortex van de superior temporal sulcus (STS) (samenvoegen dorsal+ventral).
, Affective responses
Affectieve respons is een functie van de amygdala. Er is een associatie van sensorische input en
emotie.
Spatial navigation
Navigeren door een bepaalde plek doet de hippocampus (herinneren waar je bent).
The superior temporal sulcus (STS) and biological motion
Biologische bewegingen zijn bewegingen die een bepaalde relevantie hebben voor een soort. De STS
ontvangt multimodale input om zo stimuli te kunnen categoriseren. Dit is nodig voor sociale
cognitie en een theory of mind met hypotheses over de intenties van anderen. De STS reageert dan
ook op verschillende vormen van biologische beweging. Hij wordt ook door vocalisatie geactiveerd
in combinatie met biologische beweging van de mond. Mensen met schade aan de temporaalkwab
hebben daarom ook vaak geen sociaal bewustzijn. De STS neuronen zijn het meest actief als het
lichaam naar ons toe beweegt.
Visual processing in the temporal lobe
In een onderzoek keken mensen ‘vrij’ naar een videofragment van the good, the bad and the ugly en
werd corticale activiteit gemeten met fMRI. Er zijn drie bevindingen gedaan:
- Activiteit door de hele temporaalkwab was gecorreleerd tijdens het kijken van het fragment bij
alle participanten (in de auditieve, visuele regio’s en de STS). de cortex is dus stereotypisch
gebouwd voor reactie op natuurlijke audiovisuele stimuli.
- Bepaalde activatie was gerelateerd aan precieze moment- to moment stukjes van de film. De
fusiform face area FFA reageerde sterker bij close- up gezichten, parahippocampal place area
(PPA) voor bredere scenes, hand regio’s bij handbeweging en de auditieve cortex sterker voor
bepaalde geluiden.
- De pariëtale en frontale gebieden hadden geen gelijke activatie bij de participanten.
Waarschijnlijk omdat de subjectieve ervaring bij iedereen verschilde.
Automatische categorisatie van objecten is deels aangeleerd. Neuronen in de temporale kwab
vormen corticale kolommen die reageren op categorieën van bepaalde vormen. Inferiotemporale
neuronen hebben twee kenmerken:
1. Ervaring verandert de stimulus specificiteit van de neuronen. visuele verwerking in de
temporaalkwab is dus afhankelijk van ervaring, zo passen we ons aan bij een nieuwe
omgeving.
2. Ze verwerken niet alleen visuele input, maar hebben ook een mechanisme voor het intern
representeren van afbeeldingen van objecten.
Are faces special?
Er is een idee ontstaan dat wij een speciaal pad hebben in de visual stream voor het verwerken van
gezichten. Dit blijkt uit onderzoek, we zijn ook gevoelig voor rechtstaande gezichten: thatcher
illusion. Ondersteboven herkennen we een gezicht en als deze omgekeerde mond of ogen heeft nog
steeds in de rechte positie. Wanneer je de afbeelding omdraait zien we pas de impact van de fouten.
Omgekeerde en rechte gezichten blijken in een eigen breinregio verwerkt te worden. Het face
perception system is breed en bevat occipitale en temporale delen. Er zijn twee systemen:
- Core system: occipitaal (vroege perceptie gezichtskenmerken) en temporaal (variërende en niet-
variërende aspecten van het gezicht).
- Extended system temporaal, pariëtaal voor verwerking van emoties en liplezen.
De verwerking van gezichten blijkt meer in de linker hemisfeer te zitten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosjulien. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.