Economie is een belangrijke vak bij het keuzepakket EM. Daarom is een goede samenvatting erg handig. De samenvatting is bedoeld voor vwo/gymnasium die de methode LWEO Marktgedrag hebben. Op het eindexamen is het erg belangrijk dat je over alle onderwerpen hebt gehad. Daarom moet er vanaf het begin ...
Economie Marktgedrag
H1 Marktvorm van volkomen mededinging/concurrentie: een theoretische marktvorm, waarbij de prijs van een
product tot stand komt door het collectieve aanbod van en collectieve vraag naar een product.
- Collectieve vraag: marktvraag naar goed van alle consumenten samen
- Collectieve aanbod: marktaanbod van goed van alle aanbieders samen.
- Hoeveelheidsaanpasser: aanbieder op een markt van volkomen concurrentie (aanbieder past hoeveelheid aan)
o Prijs is gegeven → aanbieder zal het aantal producten aanbieden, zodat winst maximaal is.
Marktmechanisme/prijsmechanisme: proces van prijsaanpassingen dat optreedt bij vraag- en aanbodoverschotten
- Vraagoverschot: Vraag > aanbod → prijs stijgt → meer aanbod en afname vraag → vraagoverschot verdwijnt
- Aanbodoverschot: aanbod > vraag → prijs daalt → minder aanbod en meer vraag → aanbodoverschot verdwijnt
Dit vindt plaats totdat er een marktevenwicht is.
- Prijs bij marktevenwicht: evenwichtsprijs
- De hoeveelheid bij de prijs bij het marktevenwicht: evenwichtshoeveelheid
Kenmerken marktvorm van volkomen mededinging/concurrentie:
- Veel aanbieders → elke aanbieder klein marktaandeel → geen invloed op de prijs → geen enkele macht op markt
- Veel kopers → individueel geen invloed op de prijs.
o Prijs is voor de individuele vrager een gegeven → via vraag en aanbod gedicteerd door de markt.
o Kopers zijn overgeleverd aan de markt.
- Homogene producten: producten die in de ogen van de kopers identiek zijn
o Gevolg: kopers letten alleen op de prijs
- Vrije toetreding en uittreding: geen belemmeringen om tot een markt toe te treden/eruit te stappen
- Transparante (doorzichtige) markt: vragers naar en aanbieders van product zijn volledig geïnformeerd over de
aard van het product en de prijs waartegen het wordt verhandeld.
Formules:
TO = P x q TW = TO – TK TK = q x GTK GTK = TK/q
TW = q x (P – GTK) TK = TCK + TVK GTK = GCK + GVK
GCK = TCK/Q
- GO (gemiddelde opbrengst/opbrengst per stuk) = verkoopprijs = P = MO (alleen bij volledige mededinging)
- Prijsafzetfunctie (P = x) → hoeveel een aanbieder bij elke prijs kan verkopen
o Horizontale lijn → individuele producent geen invloed op de prijs en bij die prijs onbeperkt kan aanbieden.
- MK geeft de individuele aanbodfunctie weer van een zaak; bepaalt hoeveel een aanbieder zal aanbieden
(MK: ΔTK / Δq ; MK: TK’ en MO: ΔTO / Δq; MO: TO’ )
o MO > MK → Winst ↑ bij vergroting van afzet
o MO < MK → Winst ↓ bij vergroting van afzet
o MO = MK (MW = 0) → Maximale winst
- Marktevenwicht: Qa = Qv
- Kostendekking/break-evenpunt: TO = TK
Stel een zaak maakt winst op een bepaald product dan zullen andere zaken ook dat product verkopen. Gevolg:
Collectieve aanbodlijn verschuift evenwijdig naar rechts → bij elke prijs wordt het aanbod groter → aanbodoverschot
→ aanbieders verlagen de prijs → vraag neemt toe en aanbod neemt af.
Dit proces gaat door totdat er een marktevenwicht is. (Nieuwe evenwicht: lagere evenwichtsprijs)
Bedrijfstakevenwicht: bestaande aanbieders maken geen winst en er is geen reden meer om tot de markt toe te
treden → prijs is gedaald en prijs = GTK
- Namelijk doordat er een groter aanbod is als gevolg van toetreding → druk op prijs → winstmarge ↓
- Proces van toetreding en prijsdaling stopt als winstmarge = 0 & winst verdwijnt
Ondernemers blijven in de markt, want ze ontvangen vergoeding voor hun inspanning → ondernemersloon
Aantal aanbieders Collectieve aanbodlijn Dezelfde prijs, aanbod Formule verandering
Toename → (verschuift rechts) ↑ (meer aanbod) Qa = P – 10 → Qa = P – 4
Afname ← (verschuift links) ↓ (minder aanbod) Qa = P – 4 → Qa = P – 10
, Economie Marktgedrag
Oorzaken verschuivingen aanbodlijn
- Stijging van kosten per eenheid product/kostprijs, door bv Δ% stijging loon > Δ% stijging APT
- Daling van kosten per eenheid product, door bv toepassen van technologische ontwikkelingen waardoor
efficiëntere productie mogelijk wordt
- Overheidsingrijpen (heffingen en subsidies; beïnvloedt kosten per eenheid product, dus aanbodfunctie)
o Bij invoerheffingen/accijns: aanbodlijn verschuift naar boven
▪ → inkoopkosten↑ → winstmarge↓ → marktprijs↑ → collectieve aanbodlijn ↑met bedrag van heffing
o Bij kostprijs verlagende subsidie: aanbodlijn verschuift naar beneden
Manieren om nieuwe aanbodfunctie door invoerheffing afleiden:
1. Door invoerheffing → kosten per eenheid product↑ → winstmarge↓. Om daling winstmarge te voorkomen
verschuift aanbodlijn: ‘P’ → ‘P – heffing’
- VB: Qa = P – 10 → Qa = (P – 5) – 10: Qa = P – 15
2. Bij kostenstijging
a. We herschrijven de aanbodvergelijking, zodat P in linkerlid van vergelijking komt te staan
b. Bij rechterlid tellen we een getal op gelijk aan de kostenstijging per product.
c. We herschrijven het, zodat Qa links komt te staan.
VB: Qa = P – 10 → 1. -P = -Qa – 10 2. P = Qa + 10 3. P = Qa + 15
P = Qa + 10 P = Qa + 10 + 5 -Qa = -P + 15
P = Qa + 15 Qa = P – 15
Overheid kan subsidie geven op producten die milieuvriendelijk zijn geproduceerd
- Subsidie zal kostprijs verlagen → winstmarge per product neemt toe bij geen verkoopprijs verandering
- Subsidie zal kostprijs verlagen → Producent zal de marktprijs verlagen, omdat hij per broek subsidie ontvangt →
collectieve aanbodlijn verschuift naar beneden met het bedrag van de subsidie
Manieren om nieuwe aanbodfunctie door subsidieverlening afleiden:
1. Door subsidieverlening → kosten per eenheid product↓ → winstmarge↑ → prijzen kunnen↓ → aanbodlijn
verschuift naar beneden: ‘P’ → ‘(P + subsidie)’
- VB: Qa = 2P – 50 → Qa = 2(P + 10) – 50: Qa = 2P – 30
2. Bij kostendaling
a. We herschrijven de aanbodvergelijking, zodat P in linkerlid van vergelijking komt te staan.
b. Bij rechterlid trekken we een getal af gelijk aan de kostendaling per product
c. We herschrijven het, zodat Qa links komt te staan
VB: Qa = 2P – 50 → 1. -2P = -Qa – 50 2. P = 0,5Qa + 25 3. P = 0,5Qa + 15
P = 0,5Qa + 25 P = 0,5Qa + 25 – 10 -0,5Qa = -P + 15
P = 0,5Qa + 15 Qa = 2P – 30
Verschuiving collectieve vraaglijn
- Toename van aantal vragers → Collectieve vraaglijn verschuift naar rechts; dezelfde prijs meer vraag
- Afname van aantal vragers → Collectieve vraaglijn naar links
- Formule collectieve vraaglijn: Qv= aP + b → ‘b’ verandert bij verschuiving
Arbeidsmarkt is een imperfecte markt: in werkelijkheid voldoet niet aan alle kenmerken van volkomen concurrentie
- Arbeidmarkt bestaat uit deelmarkten
- Toetreding beperkt en niet altijd mogelijk
- Vrije toetreding is beperkt: bepaalde beroepen diploma’s nodig. Vaak sprake van een opzegtermijn
- Arbeid geen homogeen product: arbeidskrachten hebben verschillende scholing, ervaring, kennis
- Arbeidsmarkt niet transparant
o Geen totaalbeeld van beschikbare banen en beschikbare arbeidskrachten
o Informatie is asymmetrisch (werkgever en werknemer beschikken niet over dezelfde informatie, bv zwaarheid
baan en of de werknemer naar tevredenheid functioneert)
- Prijsregulering door vakbonden, werkgeversbonden en overheid
o Vakbonden kunnen loon afdwingen dat hoger is dan evenwichtsloon
o Onderkant van arbeidsmarkt wordt loon niet bepaald door vraag en arbeid, maar door minimumloon
▪ Door overheid gesteld → elke werknemer moet in zijn levensonderhoud kunnen voorzien.
▪ Invoering minimumloon heeft invloed op vraag naar en aanbod van arbeid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studymaterials1122. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.