100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
LWEO Mobiliteit samenvatting H1-H6 $5.39   Add to cart

Summary

LWEO Mobiliteit samenvatting H1-H6

1 review
 22 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Economie is een belangrijke vak bij het keuzepakket EM. Daarom is een goede samenvatting erg handig. De samenvatting is bedoeld voor vwo/gymnasium die de methode LWEO Mobiliteit hebben. Op het eindexamen is het erg belangrijk dat je over alle onderwerpen hebt gehad. Daarom moet er vanaf het begin a...

[Show more]

Preview 2 out of 10  pages

  • Yes
  • March 28, 2021
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5

1  review

review-writer-avatar

By: lilybeckers1 • 3 year ago

avatar-seller
Mobiliteit
Hoofdstuk 1 Schaarste en ruil
Vervoer speelt belangrijke rol in de economie en de snelheid
Benodigdheden voor verplaatsing
1. Aanleg van infrastructuur, zoals wegen voor auto’s
2. Productie van vervoermiddelen, bv DAF-trucks in Eindhoven
3. Productie van brandstof als energiebron voor vervoermiddelen
4. Productie van ruwe grondstoffen, bv ijzererts
5. Productie van aanvullende goederen en diensten, bv tankstations, ambulances,
wegenonderhoud

Betere vervoersmogelijkheden lokken nieuwe vraag naar vervoer uit. We zijn meer gaan
reizen en het is nu een levensbehoefte geworden (eerst luxe). → stijgende aandeel van de
vervoersuitgaven in het totaal van de uitgaven

Economen kijken naar afweging van behoeften en middelen:
- Wat zijn de kosten?
- Hoe hoog zijn de opofferingskosten van de beslissing?
- Wat zijn de alternatieven?
Economen bestuderen de behoeften die mensen hebben en de manier waarop ze in die
behoeften voorzien
- Menselijke behoeften: eerste levensbehoeften (voedsel, kleding, onderdak etc.) + andere
behoeften die per cultuur/persoon verschillen
- Behoeften kunnen zich uitstrekken naar de toekomst, bv gezond milieu

Schaarste: spanning tussen de oneindige behoeften en beperkte middelen
- Middelen zijn nodig om behoeften te voorzien
- Dagelijks spraakgebruik: product is schaars als er een tekort aan iets is → absolute
schaarste
- Economie: product is schaars als er middelen moeten worden opgeofferd om te maken →
relatieve schaarste
- Vrije goederen: producten die niet schaars zijn (dus geen offers nodig), bv windkracht,
lucht die we inademen

Mensen produceren producten om schaarste te verminderen
- Middelen zijn alternatief aanwendbaar → middelen kunnen op verschillende manieren
worden ingezet
- Producten: goederen + diensten
o Goederen: stoffelijk, bv scooter, mobieltje, spijkerbroek
o Diensten: onstoffelijk, bv abonnement, vakantiereizen, onderwijs

Arbeidsdeling: mensen specialiseren zich door zich toe te leggen op 1 activiteit → efficiënter
Door arbeidsdeling en specialisatie ontstaan verschillende beroepen
- Essentieel voor vrijwillige ruil/transactie: beide partijen
- Bij ruil: winstsituatie

‘Geldsoorten’
- Directe ruil/ruil in natura: ruil in goederen tegen goederen
o Transactiekosten: alle kosten die gemaakt worden om een ruil tot stand brengen (bij
directe ruil: hoog)
- Indirecte ruil: een algemeen begeerd goed werkt als ruilmiddel (eerst zout, later goud,
zilver, koper)
o Algemeen begeerd: goed dat makkelijk te voervoeren/bewaren/op te splitsten is in
kleinere eenheden
- Bankbiljetten en giraal geld

Geld: ruilmiddel, rekenmiddel, spaarmiddel
- Ruilmiddel: een goed dat iedereen graag wil hebben
- Rekenmiddel: de waarde van producten drukken we in geld uit
- Spaarmiddel: de geldontvanger besluit een deel van zijn inkomen niet te consumeren

, Mobiliteit
Informele economie: transacties worden niet geregistreerd
- Zwarte circuit: transacties worden verzwegen voor de belastingdienst
- Grijze circuit: economische activiteiten die niet is geregistreerd bij belastingdienst
o Huishoudelijk arbeid: werkzaamheden als koken, stofzuigen, kleren wassen
o Vrijwilligerswerk: bv onbetaald werk bij sportvereniging, onbetaalde zorg voor zieken
en bejaarden
o Doe-het-zelfarbeid: tuinonderhoud, schilderen, repareren fietsband, etc.
o Directe ruil
Formele economie: transacties worden geregistreerd
- Witte/formele circuit opgegeven bij belastingdienst
- Niet-marktsector: activiteiten van overheid en de non-profitsector, bv onderwijs en
ziekenhuizen

Hoofdstuk 2 Ruiltransacties en welvaart
Welvaartstheorie: welvaart kan toenemen door ruiltransactie (gaan welvaartseconomen
vanuit)
- Verkoper en koper kan bij de ruil voordeel opleveren
- Kritiek: welvaartstheorie houdt geen rekening met activiteiten in de informele sfeer (bv
ruiltransacties in informele economie) en geen rekening met de externe effecten (bv
schade aan milieu)

Pareto-criterium: hiermee wordt bepaalt of een economie een maximale welvaart heeft
bereikt
- Totale welvaart is Pareto-efficiënt/Pareto-optimaal: welvaart van 1
persoon kan niet toenemen zonder dat welvaart van iemand
anders afneemt
o X en Y: Pareto-efficiënt, C : niet Pareto-efficiënt
- Doet geen uitspraak over de wenselijkheid of rechtvaardigheid
van de verdeling

Bij economische keuze worden kosten en baten tegen elkaar
afgewogen
- Kosten: de waarde van de opgeofferde schaarse middelen
- Baten: gevormd door de mate van behoeftebevrediging

Kosten-batenanalyses
- Uitkomst hiervan kan beslissing voor men om te investeren of niet makkelijker maken
o Bij investeringen van bedrijven: kosten in heden, baten in toekomst
o Bij aanleg van infrastructurele projecten (overheid): baten en kosten van investering
vergelijken

Totale surplus (welvaartswinst): consumentensurplus + producentensurplus
- Consumentensurpluis: toename van de welvaart voor de consument (consument maakt
‘winst’ bij ruiltransactie)
o Individuele consumentensurplus: betalingsbereidheid (baten) – de werkelijk betaalde
prijs (kosten)
 Betalingsbereidheid: maximale bedrag dat een persoon wil betalen voor een
product
 Het voordeel van koper dat wordt behaald met ruiltransactie
o Totale consumentensurplus: consumentensurplus van alle kopers samen
- Producentensurplus: toename van welvaart van de producent (P > leveringsbereidheid:
welvaart neemt toe)
o Individuele producentensurplus: ontvangen prijs – leveringsbereidheid (MK)
 Het bedrag dat de aanbieder ontvangt boven het bedrag van de leveringsbereidheid
 Het voordeel van verkoper dat wordt behaald met ruiltransactie
 Leveringsbereidheid: laagste prijs waarvoor een aanbieder zijn product wil verkopen
o Totale producentensurplus : producentensurplus van alle aanbieders samen
o Prijsdaling → consumentensurplus↑ + producentensurplus↓

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studymaterials1122. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.39
  • (1)
  Add to cart