Samenvatting geschiedenis - Hoofdconcept Steden en burgers in de Lage Landen
27 views 0 purchase
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Samenvatting geschiedenis over hoofdconcept Steden en burgers in de Lage Landen uit de reader van Tijd voor Geschiedenis (VWO). (Eerste twee deelconcepten).
HC Steden en burgers in de Lage Landen (1050-1700)
Geschiedenis
Deze hoofdcontext bestaat uit (voor nu) twee deelcontexten:
1 De opkomst van een stedelijke burgerij
Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse
gewesten mogelijk?
2 De positie van de stedelijke burgerij
Welke invloed hadden sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen op de
positie van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten?
Kenmerkende aspecten in relatie tot de deelcontexten:
DC1 13 De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het
herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
DC1 14 De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende
DC2 zelfstandigheid van steden.
DC2 17 Het begin van staatsvorming en centralisatie.
DC2 21 De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in
West-Europa tot gevolg had.
DC2 22 Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een
Nederlandse staat.
Deelcontext 1: De opkomst van de stedelijke burgerij
Hoe begon er vanaf de 11e eeuw een agrarisch-urbane samenleving?
Tot het jaar 1000: West-Europa is autarkisch (= zelfvoorzienend). Er was
nauwelijks geld, vooral ruilhandel.
Vanaf het jaar 1000: Ontwikkelingen zorgden voor een agrarisch-urbane
samenleving. Het gaat om de volgende ontwikkelingen:
o Meer landbouwgrond door ontginning/inpoldering
o Technische landbouwontwikkelingen
o De overgang van het tweeslag- naar het drieslagstelsel.
Gevolg van deze ontwikkelingen: hogere voedselopbrengst.
o Meer voedsel = meer baby’s bevolkingsgroei
o Meer voedsel = meer surplus handel geld / wisselbrieven
De bevolkingsgroei zorgde ervoor dat niet iedereen meer op het land hoefde
te werken, mensen gingen zich specialiseren of begonnen met het
verhandelen van nijverheid en landbouwopbrengst.
Groei bevolking + toename handel = ontstaan stedelijke gebieden. Gebeurde
vooral op gunstige plekken voor handel en verkeer.
Om economische belangen te beschermen: krijgen/kopen stedelingen
zelfbestuur d.m.v. stadsrechten (vb: eigen bestuur, eigen verdediging, markt,
tolheffing, gilden)
Steden vormen het centrum van hun verzorgingsgebied: platteland levert
voedsel en grondstoffen voor de nijverheid in de stad worden verwerkt en
verkocht in verzorgingsgebied én verder! Jaarmarkten speelden hier een
belangrijke rol in.
Elk jaar op vaste tijd, duurt lang, kooplieden uit omgeving en buitenland.
, Het leven in de stad was ongezond meer sterfte dan geboorte constante
stroom van nieuwe mensen nodig. Was er gelukkig wel, want de stad had
economische aantrekkingskracht.
Als mensen kapitaalkrachtig of kundig waren, konden ze poorter (= burger
van een stad) worden. Dan deed je er echt toe.
Hoe ontwikkelde Vlaanderen zich tot een economisch succesvolle regio?
Tot 1300: Atrecht is de belangrijkste Nederlandse (bisschops)stad.
Atrecht was een centrale plaats in de lakennijverheid: er was een hoge
landbouwproductiviteit en er werden veel schapen gehouden.
Via Franse jaarmarkten onderdeel van handelsnetwerk met Noord-Italiaanse
stadsstaten.
Kooplieden kregen steeds meer invloed in Atrecht: organisatie in
koopliedengilden, uitleen van geld aan edellieden (in ruil voor een plek in het
stadsbestuur). Atrecht was het startsein voor de dynamiek in de steden der
Nederlanden. Daarna zouden steden als Brugge en Antwerpen volgen.
Rond 1300: Vlaamse steden vormen het nieuwe centrum van de nijverheid in
de Nederlanden. Brugge is via de Noordzee het centrum van de handel
tussen de steden van de Hanze en Spanje en Italië.
Waarom leidde de opkomst van steden tot politieke spanningen tussen de adel
en de patriciërs / boeren en ambachtslieden?
Patriciërs zijn rijke handelaren. Zij stonden boven het gemeen (= lagere
stedelijke bevolking).
Patriciërs krijgen steeds nauwere banden met de adel nemen dezelfde
levensstijl aan.
Op een gegeven moment spanning tussen deze twee groepen, want:
o Patriciërs kochten macht in het stadsbestuur: vonden ambachtslieden
niet leuk, want die hadden geen vertegenwoordigers.
o Dagloners hadden slechte werkomstandigheden: geen vast inkomen,
zwaar werk, geen gilden.
Guldensporenslag (1302): ‘Vlaamse opstand’.
o Franse koning wil meer invloed in Vlaanderen (was tot dan toe erg
onafhankelijk geweest): staat recht tegenover de graaf van
Vlaanderen.
o Franse koning krijgt patriciërs achter zich: belooft belastingverlaging.
o Graaf van Vlaanderen krijgt lage adel, ambachtslieden en boeren
achter zich.
o Guldensporenslag uitbarsting van de spanningen: veldslag. Frans leger
(veel ruiters) tegen Vlamingen (voetvolk) uit Vlaamse steden.
o De Vlamingen wonnen de veldslag. Hiermee lieten ambachtslieden en
boeren zien dat ze opgewassen zijn tegen patriciërs en feodale heren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller silz03t. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.