Inhoud
Hoorcollege 1: Inleiding & Belastingrecht van de Romeinen..................................................................2
Hoorcollege 2: Belastingen tijdens de Middeleeuwen...........................................................................6
Hoorcollege 3: Bourgondisch-Habsburgse periode..............................................................................12
Hoorcollege 4: Republiek der Verenigde Nederlanden (1581 - 1959)..................................................16
Hoorcollege 5: Negentiende en Twintigste Eeuw.................................................................................21
1
,Hoorcollege 1: Inleiding & Belastingrecht van de
Romeinen
Continentaal West-Europa
Continentale rechtstraditie: Engelse rechtstraditie
Civil law tradition Common law tradition
Grote invloed van Het romeisne recht; Minder grote invloed van het Romeinse
Codificatie (burgerlijk) recht. recht;
Minder grote rol van wetgeving.
Uitwindige rechtsgeschiedenis:
Rechtstelsel als geheel;
Van buitenaf.
Perioden:
Romeinse tijd: ca. 650 v. chr. – 476 n. Chr.
Middeleeuwen: 500 – 1363
Bourgondische-Habsburgse tijd: 1363 – 1581
Republiek der Verenigde Nederlanden: 1581 – 1795
Nieuwste tijd: 1800 – 1945
In 1363 werd de jongste zoon van de Franse koning beloont met de hertogdom Bourgondië. Vanuit
dat hertogdom het gebied uit te breiden. Op een gegeven moment gaat het Bourgondische huis over
in het Habsburgse huis. Dit beslaat op een gegeven moment een groot gedeelte van West-Europa.
EVRM – Protocol artikel 1
“Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op het ongestoorde genot van zijn eigendom.
Aan niemand zal zijn eigendom worden ontnomen behalve in het algemeen belang en onder de
voorwaarden voorzien in de wet en in de algemene beginselen van internationaal recht.
De voorgaande bepalingen tasten echter op geen enkele wijze het recht aan, dat een staat heeft om
die wetten toe te passen om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming met het
algemeen belang of om betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te verzekeren.”
Spanningsveld
Persoon: Staat (gemeenschap):
= Individueel belang. = Algemeen belang.
Genot van eigendom inclusief geld. Onttrekken van eigendom inclusief
geld (wet)
Belasting(wetten):
Formele wetgever (art. 104
GW);
Lagere wetgever (art. 132, lid 6
GW).
2
, John Locke (1632 – 1704)
Two treatises of Government (1679 – 1681/1690)(verlichting)
Sociaalcontract
= Natuurtoestand: iedereen heeft dezelfde vrijheid / gelijkheid en zijn natuurlijke rechten /
plichten voor de mensen:
Enerzijds het zelfbehouden anderzijds respect;
De transitie van gemeenschappelijke naar persoonlijke eigendom.
= Staat: zorgt voor bescherming van het eigendom;
= Heerser: gebonden aan het sociaal contract (grondwet/constitutie).
In de natuurstand heeft iedereen alles gezamenlijk. Individuen gaan echter individuele bezittingen te
verkrijgen (bijv. akkers). Daardoor komt de staat in beeld: mensen sluiten zich ineen en gaan wonen
in een staat om hun privé eigendom te beschermen. De heerser is gehouden aan het sociaal contract
en moet er voor zorgen dat het privé-eigendom beschermd wordt door hem.
Marcus Tullius Cicero (106 – 43 v. Chr.)
De reden voor het bestaan van een staat (of een stad) is voor de bescherming van het individuele,
private eigendom. In beginsel vindt er geen aantasting van het private eigendom plaats door heffing
van belating. Dit beginsel lijdt slechts uitzondering in het geval van een buitengewone omstandigheid
(oorlog). Dan mag de ‘overheid’ het bezit van de burgers aantasten. De noodzaak tot belastingheffing
staat bekend als necessitas.
Het Romeinse Rijk
De Friezen waren een vazalstaat van het Romeinse Rijk. Zij moesten echter wel belasting te betalen.
Deze belastingen vond plaats in natura (huiden). De Friezen worden echter gedwongen om meer
belasting af te dragen aan Rome. Dit leidde tot de opstand van de Friezen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijnheusschen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.