100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting recht 1.2 verpleegkunde $5.78   Add to cart

Summary

Samenvatting recht 1.2 verpleegkunde

2 reviews
 71 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Aan de hand van de leerdoelen die bij de lesbeschrijving van het vak recht tijdens periode 1 & 2 stonden, heb ik en samenvatting gemaakt. Dit heeft mij geholpen om een voldoende te halen op het tentamen.

Preview 3 out of 29  pages

  • Yes
  • March 29, 2021
  • 29
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: susantor • 2 year ago

review-writer-avatar

By: marijkehendriks • 2 year ago

avatar-seller
Recht periode 1.1
Leerdoelen week 1
De student kan de verschillende indelingen van het recht benoemen en kan deze hanteren
Subjectief recht=
De bevoegdheid of aanspraak die iemand in een gegeven situatie in redelijkheid heeft ten opzichte
van een ander (de sociale norm: een patiënt heeft recht op inzage van het medisch dossier).

Objectief recht=
Geheel van regels en voorschriften dat vanuit een gemeenschap met een dwingend karakter aan de
samenlevingsgenoten is opgelegd (een arts is verplicht de patiënt inzage te geven in het medisch
dossier, dit is een rechtsregel).

Positief recht=
Het recht dat op een bepaald tijd in een bepaalde gemeenschap geldt.

Publiekrecht=
Regelt de verhoudingen tussen de overheid en de burgers en tussen de overheidsorganen onderling.
Het publieksrecht kun je verdelen in:
- Staatsrecht: heeft betrekking op de organen van de staat, op de instelling ervan, hun
bevoegdheden, hun verhouding tot elkaar en die van de burgers. Regelt de inrichting en de
bevoegdheden van de staat en zijn onderdelen
- Bestuursrecht: aan welke regels de overheid zich moet houden (tijdens verkeer met burgers),
het nemen van besluiten en wat burgers moeten doen als ze het niet eens zijn met een
besluit
- Strafrecht: welk gedrag in welke omstandigheden en onder welke voorwaarden strafbaar is
en welke sancties dan mogen worden opgelegd
- Internationaal recht: Nederland moet als lidstaat zich houden aan het recht van EU

Privaatrecht, burgerlijk recht en civiel recht=
Regelt de verhoudingen/relaties tussen de burgers onderling. Onderdelen van het privaatrecht zijn:
1. Personen- en familierecht: draagmoeder is de ‘oorspronkelijke’ moeder
2. Rechtspersonen: abstract persoon, organisatie
3. Erfrecht
4. Vermogensrecht, zakelijke rechten, verbintenissenrecht
5. Handelsrecht
6. Verkeersmiddelen en vervoer
7. Internationaal privaatrecht

Nationaal recht: ieder land heeft een eigen rechtssysteem met eigen regels
Internationaal recht: afspraken tussen landen (oorlogsrecht)
Supranationaal recht: de Europese Unie

Formeel recht: de regels over de wijze waarop een bepaald proces vervolgd moet worden, de regels
waarlangs iets moet gebeuren (de procedures).
Materieel recht: de regels die bevoegdheden geven aan en verplichtingen opleggen op deelnemers
van het verkeersrecht. Inhoud van de regels.

Dwingend recht: regels waarvan niet mag worden afgeweken (partijen mogen geen andere afspraak
maken)

,Regelend recht: regels waarvan kan worden afgeweken of die door partijen buiten toepassing
kunnen worden gelaten door zelf een andere regeling te treffen.

De student kan de verschillende rechtsbronnen benoemen
1. De wetgeving:
- Als de koning de wet afkeurt komt de wet er niet
- Gemeentes en provincies maken ook wetten
2. Verdrag: internationale overeenkomst tussen staten
3. Jurisprudentie: verzameling van alle rechtelijke uitspraken

De student kan beschrijven hoe wetgeving in Nederland tot stand komt
Memorie van toelichting=
De uitleg van hoe en waarom wetvoorstel, naar de ministerraad is gestuurd. Na akkoordbevinding
besluit ministerraad het wetvoorstel voor te leggen bij de Tweede Kamer.

Hoe wordt wetvoorstel een wet?
1. Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding, mondelinge behandeling en stemming
Kan wijzigingsvoorstellen (amendementen) indienen, stemt op amendementen en uiteindelijk op het
totale wetsvoorstel.
2. Eerste Kamer
Heeft geen recht van amendement (behalve met betrekking van Novelle)
Wetsvoorstel kan aanvaard of verworpen worden
3. Ondertekening, afkondiging en inwerkingtreding
Wordt pas wet als het ondertekend is door de koning en de betrokkenen ministers en het moet
bekend worden gemaakt (Bekendmakingswet)

De student kan uitleggen wat grondrechten zijn
Grondrechten=
De fundamentele mensenrechten en de belangrijkste bouwstenen van het recht. Grondrechten
vormen belangrijke leidraad in staatsbestel en zijn in verdragen waar Nederland bij aangesloten zoals
EVRM, IVBPR en in de Grondwet vastgesteld.

Grondrechten zijn te onderverdelen in:
- Klassieke grondrechten
- Sociale grondrechten

Klassieke grondrechten zijn=
Garanderen vrijheid van burgers tegenover de overheid, de rechten van individuen waarop
staatsorganen (in beginsel) geen inbreuk op mogen maken, onthouden van actief optreden.
Aantal voorbeelden:
1. Vrijheid van godsdienst of levensovertuiging
2. Vrijheid van openbare meningsuiting
3. Het recht tot vereniging, vergadering en betoging
4. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
5. Het brief-, telefoon- en telegraafgeheim
6. Het recht op persoonlijke vrijheid
7. Persvrijheid
8. Vrijheid van onderwijs
9. Onaantastbaarheid van het lichaam
10. Het huisrecht
11. Het recht op privacy

, Sociale grondrechten=
Dwingen de overheid zich actief op te stellen, de overheid moet zich volgens GW verplicht houden
met:
1. Het onderwijs
2. De bevordering van voldoende woon- en werkgelegenheid
3. De bestaanszekerheid van de bevolking en de spreiding van de welvaart
4. De bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu
5. Maatregelen treffen ter bevordering van de volksgezondheid
6. Voorwaarden scheppe voor maatschappelijke en culture ontplooiing/ vrijetijdsbesteding
7. Aanspraak op sociale zekerheid
8. De rechtspositie van degenen die arbeid verrichten, hun bescherming en medezeggenschap
9. Het recht op bijstand voor wie niet in eigen levensonderhoud kan voorzien

De student heeft kennis van de organisatie van de rechtspleging in Nederland
Rechtspleging=
Het geheel van regels, met betrekking tot organisatie van de rechtspraak en de wijze waarop een
proces verloopt. De organisatie van de rechterlijke macht is geregeld in de GW en nader uitgewerkt
in de Wet op de rechterlijke organisatie.

Leden van de rechterlijke macht zijn onafhankelijk en voor het leven benoemd. Op eigen verzoek of
bij het bereiken van een bepaalde leeftijd kunnen ze ontslagen worden. Kunnen door het rechterlijk
behorend gerecht (Hoge Raad) geschorst of ontslagen worden. De wet regelt hun rechtspositie. Deze
rechtsposities kunnen in Nederland onderverdeeld worden in:
1. De Rechtsbank
2. Het Gerechtshof
3. De Hoge Raad

Rechters in Nederland:
Politierechter, kinderrechter, civiele rechter, bestuursrechter, kantonrechter, de ‘gewone’ rechter,
plaatsvervangende rechter, rechter-commissaris en raadsheer.

Taak van het Openbaar Ministerie (OM)=
Geven van leiding bij de opsporing van strafbare feiten, het vervolgen van verdachten en het
uitvoeren van strafvonnissen.

Onderscheid tussen burgerlijk procesrecht en strafprocesrecht:
Burgerlijk procesrecht gaat over de overeenkomst tussen de burgers. Ze kiezen er zelf voor om voor
de rechter te komen en die moet allemaal openbaar gedaan worden. Ook moeten ze dit zelf betalen.
Bij het strafprocesrecht wordt iemand veroordeeld zonder dat diegene dat wil, dit recht gaat over
misdrijven en burgerlijk procesrecht kan over van alles gaan.

Leerdoelen week 2
De student kan een omschrijving geven van het gezondheidsrecht
Gezondheidsrecht=
Het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de zorg voor de gezondheid en de toepassing
van overig burgerlijk, bestuurs- en strafrecht in dat verband.

Gezondheidsethiek=
Fundamentele morele beginselen, individuele en maatschappelijke waarden die in de medische
ethiek als uitgangspunt worden beschouwd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsepieters1969. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.78  6x  sold
  • (2)
  Add to cart