Goede en duidelijke samenvatting van geschiedenis tijdvak 3, de monniken en ridders. Gebaseerd op de filmpjes van Jortgeschiedenis. Erg handig bij je toetsen of examens.
1. Feodalisme
Kenmerkend aspect:
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
West-Europa na de val van het West-Romeinse rijk:
Macht kwam in handen van Germaanse koningen, zoals bijvoorbeeld de Frankische koning Clovis.
Problemen voor de Frankische koningen:
- Alleen geestelijkheid kon nog schrijven -> heeft geschreven wetgeving dan nog zin?
- Wegen werden slecht onderhouden -> koning kon ook lastig reizen
- Verdwijnen handel zorgt voor verdwijnen geld -> kan ook geen belasting heffen
Clovis stelde vazallen aan, die zwoeren Clovis trouw. In ruil daarvoor gaf Clovis hun
inkomen/levensonderhoud. Meeste vazallen leefde op het hof van de koning, die moesten samen
met de koning strijden, oorlog voeren of adviseren als het ging om wetten en rechtspraak. Op deze
manier probeerde Clovis de zaken onder controle te houden.
-> Uiteindelijk volgt hieruit het feodalisme.
Feodalisme/leenstelsel:
Begint bij de vorst (leenheer) met een groot stuk land. Dit gaat hij onderverdelen onder een aantal
mensen, mensen van hoge adel (leenman). Dat waren vaak graven. De vorst stelt zijn stuk grond 'te
leen' voor de leenmannen. In ruil hiervoor moesten de leenmannen de vorst trouw zweren; 'raad en
daad', oftewel adviseren en meevechten.
Op deze manier probeerden de Frankische koningen die problemen die ze hadden bij het besturen
op te lossen -> ze verdeelden hun gebied in kleinere gebieden die dan beter onder controle konden
worden gehouden door de leenmannen.
Leenmannen vonden hun gebieden vaak ook nog te groot om te besturen, dus zij gingen het weer
verder verdelen onder lage edellieden (achterleenmannen).
-> dit systeem werkte perfect bij het Frankische rijk onder leiding van Karel de Grote.
Zwakte van het feodalisme:
- Leenmannen wilden graag de macht binnen hun familie houden.
-> koning met een dilemma: OF koning verliest controle over de leen OF koning komt in conflict met
de leenman. (Koning moest leenmannen tevreden houden, maar ook weer niet te veel macht geven)
- Verhouding tussen leenheer en leenmannen werd minder persoonlijk.
- Leenmannen benoemden zelf ook leenmannen (achterleenmannen)
Alleen sterke koningen konden hun macht behouden.
2. Hofstelsel en horigheid
Kenmerkend aspect:
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
Romeinse rijk:
- Duidelijk en goed georganiseerd bestuur
- Sterk en gedisciplineerd leger
, -> agrarisch-urbane samenleving:
Samenleving waarbij landbouw belangrijke rol speelde, maar er ook steden waren. In die steden
leefden mensen vooral van handel en nijverheid.
Maar er komt een einde aan West-Romeinse rijk vanwege de volksverhuizingen Germaanse
stammen (eind tijdvak 2) -> hierdoor valt het goede bestuur in West-Europa weg -> leger om
mensen te beschermen is er niet meer -> nijverheid en handel in verval -> steden trekken weer leeg
🔽 gevolg
Na 500:
West-Europa wordt een agrarische samenleving.
Landbouwsamenleving die werd gekenmerkt door:
- Autarkie (zelfvoorziening)
- Iedereen behalve adel en geestelijkheid werkten in de landbouw.
Boeren aan het begin van de Middeleeuwen:
- Bovenaan stonden de vrije boeren (hadden eigen stuk grond om voor hunzelf en familie op
te werken)
- Daarna had je horige boeren (boeren die bij het land van een heer hoorden, mochten dat
land niet zomaar verlaten zonder toestemming heer)
- Onderaan de lijfeigenen (boeren die gebonden waren aan landeigenaar zelf, zijn eigendom)
Horigheid en lijfeigenen stamt al uit Romeinse rijk, lijfeigenen eigenlijk 'opvolgers' van de slaven in
Romeinse rijk & horige boeren toen ook ontstaan.
Oogsten begonnen toen namelk terig te lopen, de grootgrondbezitters zagen dus de inkomsten
teruglopen -> bezitters ging boeren verplichten om op land te blijven wonen.
In middeleeuwen gaan ook steeds meer vrije boeren naar zo'n lage edelman om op zijn grond te
wonen.
Het ontstaan van het hofstelsel:
Was geen pret om begin middeleeuwen een boer te zijn -> hele onveilige tijd met veel honger &
armoede. Die boeren gingen dus op zoek naar bescherming, maar er was geen leger meer. Dus ze
richten zich op lage adel, de edelman. Die kon ze bescherming geven en landbouwgrond in ruil voor
een deel van de oogsten en herendiensten (klusjes voor de heer).
Indeling van een domein/hof:
- Vroonland -> beheerd door de heer. Onderhouden door lijfeigenen.
- Hoevenland -> gepacht en beheerd door de horige en vrije boeren.
Domeinen kenden een autarkische economie. Immers weinig mogelijkheden om te handelen.
Het verschil tussen het hofstelsel en het feodalisme/leenstelsel:
Feodalisme vooral een politiek iets, dat hoort bij de adel (gewone bevolking hebben daar niks mee te
maken, enige persoon waarmee zij wat te maken hebben is de lage edelman, de lokale heer.
Daarmee gaan zij verplichting hofstelsel aan. Heeft dus niks met bestuur feodale stelsel te maken.
Hofstelsel draait om economie en sociale verhoudingen die er zijn tussen boeren en edelman.
3. Christendom in Europa
Kenmerkend aspect:
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottejanssenn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.