Goede en duidelijke samenvatting van geschiedenis tijdvak 9, Wereldoorlogen. Gebaseerd op de filmpjes van Jortgeschiedenis. Erg handig voor bij je toetsen of examens.
Hoofdstuk 9 – Wereldoorlogen (1900-1950) (ook goed boek leren!)
1. De Eerste Wereldoorlog
Kenmerkende aspecten:
Het voeren van twee wereldoorlogen
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal en de betrokkenheid van de
burgerbevolking bij de oorlogvoering
Oorzaken WO1:
~ Groeiend nationalisme (liefde voor vaderland werd steeds sterker)
Frans revanchisme: Frankrijk wilde graag wraak op Duitsland omdat ze Frans-Duitse Oorlog
hadden verloren (1870-1871)
Opkomst van Duitsland: Duitsers oorlog gewonnen -> nieuwe grootmacht, versterkte
nationalistische gevoel
~ Modern imperialisme
Duitse Weltpolitik: Duitsland moet volgens keizer een rol spelen in de wereld
~ Wapenwedloop
-> Dit zorgt voor allemaal spanningen, landen gaan elkaar opzoeken en sluiten:
~ Bondgenootschappen
Centralen (Triple Alliantie) tegen geallieerden (Triple Entente) -> als 1 v.d. landen
aangevallen zou worden door een ander land, dan zouden ze gezamenlijk terugslaan.
Bondgenootschappen zorgen ervoor dat het direct een grote oorlog wordt
~ Groeiend militarisme
1914-1918: Eerste Wereldoorlog
1914: Aanleiding -> moord op Franz Ferdinand (Oostenrijk-Hongaarse kroonprins) door
Servische nationalist.
1914: oorlogsverklaringen en mobilisaties (duurt zo'n 4 jaar)
1917: Verenigde Staten sluiten zich aan bij de geallieerden (V.S. lang neutraal, maar vielen al
slachtoffers bij zinken Engelse Schepen & Du had Mexico voorgesteld de V.S. aan te vallen)
1917: Russische revolutie; Rusland sluit vrede met Duitsland (Intern genoeg te doen dus
kunnen zich niet meer richten op buitenland)
11-11-1918: wapenstilstand tussen geallieerden en centralen
1919: Verdrag van Versailles. (Alle belangrijke landen bij elkaar om te bespreken hoe nu
verder)
Conclusie: Duitsland wordt als verliezer als enige grote hoofdschuldige aangewezen voor
uitbreken WO1
(Moesten herstelbetalingen doen, mochten maar klein eigen leger hebben -> voelden zich
vernederd door Verdrag (noemen het ook wel dictaat van Versailles))
Wereldoorlog: Oorlog tussen veel staten die wereldwijd gevoerd wordt.
Waarom was WO1 een wereldoorlog? ->
~ Vanaf 1914: modern imperialisme: Westerse koloniën worden ook in de strijd betrokken (mensen
naar Europa gehaald om mee te vechten, bovendien doet Japan vanaf 1914 ook mee)
~ Vanaf 1917: Deelname van de Verenigde Staten (en andere Amerikaanse landen) (verklaren oorlog
aan centralen)
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal:
~ Loopgraventactiek: (vijandige legers begonnen zich in te graven in greppels -> loopgraafstelsels
ontstaan)
~ massavernietigingswapens (gifgas, vliegtuigen, onderzeeërs, tanks, mitrailleurs etc.)
, Betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogvoering:
Dorpen en steden in de frontlinie
Oorlogseconomie (er moest genoeg voorraad zijn voor de oorlog; wapens, voedsel etc ->
werd geleid door de staat -> mensen moesten vooral producten maken die voor oorlog
waren)
Propaganda en censuur (kranten, posters etc. Hoorde je constant dingen over oorlog)
Eerste Wereldoorlog is een totale oorlog: oorlog waarbij totale bevolking is betrokken
2. De economische wereldcrisis
Kenmerkend aspect:
De crisis van het wereldkapitalisme
24 oktober 1929: Zwarte donderdag
~ Wallstreet in paniek omdat aandelenkoersen crashen -> veel Amerikanen verliezen heel veel
spaargeld dat geïnvesteerd was in aandelen.
-> Wereldwijde economische crisis die de gehele jaren 1930 blijft duren.
Oorzaken crisis:
Economie:
Overproductie in landbouw en industrie
Beurskrach, waardoor de aandelenkoersen beginnen te dalen
Cultuur:
Optimisme over de economie: 'Live now, pay later'
Politiek:
Weinig toezicht op banken
Gevolgen van de Great Depression:
Hoge werkloosheid
Armoede
Wereldwijde crisis in kapitalistische landen (kapitalisme = economisch systeem met als
belangrijkste kenmerken winst geven, privébezit en concurrentie, past goed bij liberalisme
(is bij bijna alle landen in Westerse wereld) (Sovjet-Unie: enige land waar economie steeg
want was geen kapitalistisch land)
Reacties van de Amerikaanse regering:
Hoover: president (1929-1933) -> overtuigde liberaal
De crisis gaat vanzelf over:
Niet ingrijpen in de economie
Vasthouden aan de gouden standaard
Roosevelt: president (1933-1945) -> wordt president omdat hij belooft iets te doen
De crisis gaat niet vanzelf over:
Actief ingrijpen in de economie: New Deal (nieuw: overheid nu wél sterk bemoeien)
Loslaten aan de gouden standaard (internationale handel kwam weer een beetje op gang)
3. Totalitaire systemen
Kenmerkend aspect:
Het in de praktijk brengen van totalitaire ideologieën: communisme en nationaal-socialisme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottejanssenn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.