Totale loonsom bedrijven = het totale door bedrijven aan werknemers betaalde
arbeidsinkomen
Toegerekende beloning voor zelfstandigen = aantal arbeidsjaren zelfstandigen × gemiddelde
loon v. werknemers
Netto toegevoegde waarde bedrijven = de productiewaarde in bedrijven = het totaal v. in de
bedrijven verdiende inkomens
Arbeidsinkomensquote geeft dus aan hoeveel % v. het in bedrijven verdiende inkomen wordt
uitbetaald in de vorm v. arbeidsinkomen
Netto toegevoegde productiewaarde in de bedrijven neemt toe als de verkoopprijzen
toenemen of als de arbeidsproductiviteit toeneemt
Dus: de arbeidsinkomensquote stijgt als het reële arbeidsinkomen in de bedrijven sterker
toeneemt dan de stijging vd arbeidsproductiviteit
Index reëel arbeidsinkomen = index arbeidsinkomen / index prijspeil × 100%
Index arbeidsinkomensquote = index reëel arbeidsinkomen / index arbeidsproductiviteit ×
100%
Daling vd winstquote gepaard met stijging vd arbeidsinkomensquote
Als reële arbeidskosten per werknemer meer toenemen dan arbeidsproductiviteit, daalt
immers winstmarge
Gevolgen van veranderingen arbeidsinkomensquote en winstquote
Veranderende categoriale inkomensverhoudingen hebben invloed op de soort en omvang vd
investeringen en het aantal arbeidsplaatsen
In sectoren waar arbeidsinkomensquote sterk stijgt en winstquote sterk daalt, zijn volgende
ontwikkelingen zichtbaar:
- dalen winst en winstverwachtingen leiden tot minder investeringen groei v. aantal
arbeidsplaatsen neemt af
- bedrijven kunnen failliet gaan als winsten omslaan in verliezen aantal arbeidsplaatsen
daalt; ontslagen
, - kredietwaardigheid neemt af moeilijker om geld te lenen bij banken; investeringskansen
worden kleiner
- gaat vooral om arbeidsbesparende diepte-investeringen; door toegenomen reële
arbeidskosten per werknemer worden arbeidskrachten vervangen door kapitaal
- verplaatsing v. productie naar lagelonenlanden ( oftewel landen met lagere
arbeidsinkomensquote )
Niveau vd arbeidsinkomensquote verschilt per bedrijfstak / sector
Verschillen in verhouding vd inzet v. arbeid tegenover kapitaal
Kapitaalintensieve sectoren relatief lage arbeidsinkomensquote
18.2 Inkomensbronnen en -verschillen
Personele inkomensverdeling = de verdeling v. het in een land verdiende inkomen over
personen
Primair inkomen
Primaire inkomen = bruto arbeids- + vermogensinkomen
Primaire personele inkomensverdeling = verdeling vd bruto arbeids- en vermogensinkomens
over personen
Gemiddelde brutoloon per werknemer = totaal in jaar verdiende looninkomen / aantal
werknemers
Modale inkomen = bruto-inkomen v. modale werknemer ( alleenverdiener met partner en 2
kinderen )
Gemiddelde inkomen per inwoner = totaal in jaar verdiende inkomen ( = netto nationaal
inkomen tegen factorkosten ) / aantal inwoners
Inkomensverschillen ontstaan door:
- schaarste op de arbeidsmarkt
- productiviteit en prestatie
- opleiding en scholing
- verantwoordelijkheid
- leeftijd en ervaring
- risico, zwaarte en (on)aangenaamheid v. het werk
- aanleg/talent
- vermogensbezit
- wel of geen baan
- wel of geen recht op uitkeringen/voorzieningen
Secundair inkomen
Totale bruto-inkomen = primair inkomen + ontvangen overdrachtsinkomens
– belastingen op inkomen en premies = secundair / besteedbaar inkomen
Overdrachtsinkomen = inkomen dat mensen zonder tegenprestatie vd overheid ontvangen,
omdat ze geen/onvoldoende inkomsten uit arbeid of vermogen hebben
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jessyca. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.