100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Economie in Context 6vwo H19 samenvatting $3.26   Add to cart

Summary

Economie in Context 6vwo H19 samenvatting

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een uitgebreide samenvatting van de belangrijkste punten en begrippen uit H19 van het informatieboek Economie in Context 6 vwo.

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • Hoofdstuk 19
  • March 29, 2021
  • 9
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Economie samenvatting 19.1 Consumentenprijsindex, gevolgen inflatie en geldillusie

 Inflatie = stijging gem. prijspeil
 Deflatie = daling gem. prijspeil

 Meting inflatie
 Consumentenprijsindex = prijsverloop v. een pakket producten en diensten zoals dit
gemiddeld wordt aangeschaft door nl’se huishoudens (gemeten door CBS)

 Aan bepaalde goederen meer uitgegeven  zwaarder meegeteld  wegingsfactoren

 Afgeleide consumentenprijsindex = gelijk aan CPI, maar zonder het effect v. veranderingen in
de tarieven v. productgebonden belastingen (btw, accijns) en subsidies op de prijzen
 Afgeleide CPI laat zien hoe hoog inflatie geweest zou zijn zonder de prijsverhogende
belastingtarieven en prijsverlagende subsidies

 Europees geharmoniseerde HICP (harmonized index of consumer prizes) = vergelijken inflatie
in de EU-landen
 Niet alle goederen meegeteld en anders gewogen

 Gevolgen inflatie
 1- daling vd koopkracht
 Inflatie  waardedaling geld  minder kopen  koopkracht neemt af

 BRON 19.6 KOOPKRACHTBEREKENINGEN

 2- herverdeling v. inkomens
 Mensen die geen prijscompensatie krijgen / producenten die verkoopprijzen niet kunnen
verhogen  raken achterop door inflatie  inkomensverschillen nemen naar verhouding
toe
 Waardevaste stijging inkomen : loon/uitkering stijgt even hard als de inflatie
 Welvaartsvaste stijging inkomen : uitkering stijgt mee met koopkrachtstijging v. gem. loon

 3- veranderingen in de waarde van je vermogensbezit
 €20.000 uitgeleend  na 5 jaar krijg je geld terug, maar door inflatie kan je met die €20.000
minder den dan toen je het uitleende
 Geld uitgeleend  op achteruit bij inflatie
 Geld geleend  voordeel v. inflatie

 4- loon-prijsspiraal
 Prijzen stijgen  vakbonden eisen meer loon om de gestegen prijzen te compenseren ( =
prijscompensatie )  werkgevers berekenen loonkosten door in verkoopprijzen  prijzen
stijgen opnieuw  vakbonden eisen opnieuw hogere lonen  = loon-prijsspiraal

 5- verslechtering vd internationale concurrentiepositie
 Prijzen nl’se bedrijven stijgen sterker dan v. buitenlandse concurrenten  afnemers kopen
meer bij de goedkopere concurrenten in buitenland  nl’se export daalt  internationale
concurrentiepositie v. nl’se bedrijven verslechtert

,  Nl’se bedrijven verkopen minder  productie moet inkrimpen  daling werkgelegenheid 
toename werkloosheid

 6- daling vd besparingen
 Koopkracht spaargeld daalt als inflatie% > rente%
 Inflatie maakt sparen dan minder aantrekkelijk
 Ook zal je spaargeld snel willen uitgeven om verdere prijsstijgingen voor te zijn
 Geld lenen kan zelfs voordeling zijn (nu auto kopen met geleend geld en een rente v. 4%,
terwijl je verwacht dat diezelfde auto volgend jaar 10% duurder zal zijn)

 7- onzekerheid in het economisch verkeer en sociale onrust
 Inflatie  veranderingen in de koopkracht, besparingen, bestedingen, concurrentiepositie en
werkgelegenheid  onzekerheid in de economie  vertrouwen v. consumenten en
bedrijven in economie neemt af
 Hyperinflatie = geldontwaarding gaat heel snel  vertrouwen in geld gaat snel verloren 
koopkracht daalt enorm  sociale onrust

 Geld, inflatie en geldillusie
 Geldillusie = mensen laten zich eerder leiden door de absolute waarde ipv de koopkracht v.
het geld ( gevoelswaarde wijkt af v. feitelijke waarde )

 Voorbeelden v. geldillusie :
 - mensen rekenen zich rijker als ze meer gaan verdienen, ookal stijgt hun inkomen even hard
als het inflatiepercentage
 - na omzetting gulden in euro leken veel dingen goedkoper, wat natuurlijk niet zo was
 - vakantiegangers beoordelen de internationale waarde vd euro in het buitenland anders dan
in werkelijkheid ( €1 = 10.000 rupiah en €1 = 0,80 pond )
 - waarde v. product wordt door mensen verschillend beoordeeld

 Deflatie
 Deflatie = algehele daling v. gem. prijspeil
 Met inkomen meer goederen kopen; koopkracht neemt toe
 Economie v. land kan ontwricht worden; winstmarges in bedrijven nemen af  dalende
investeringen  slecht voor werkgelegenheid  bedrijven inkrimpen / failliet gaan

 Consumenten verwachten deflatie  uitstel bestedingen  economische bedrijvigheid daalt
 slecht voor werkgelegenheid




Economie samenvatting 19.2 Bestedings- en kosteninflatie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jessyca. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26
  • (0)
  Add to cart