Hoorcollegedocenten, cora van de poppe, arnoud visser
All classes
Subjects
vroegmoderne literatuur
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Nederlandse Taal En Cultuur
Vroegmoderne Tijd
All documents for this subject (5)
1
review
By: lennartvonk49 • 2 year ago
Seller
Follow
sannejorieke
Reviews received
Content preview
Cheatdocument Vroegmodern
Week 1: Renaissance
1. Hoorcollege
Jacob Burckhardt omschreef de renaissance als volgt:
- Ontwikkeling van het individu wordt belangrijk. Het individualisme komt op. Dit is in
contrast met het gemeenschappelijke en collectieve van de middeleeuwen.
- De oudheid wordt ontdekt. Renaissance betekent wedergeboorte. De klassieken leven
op. Een oorzaak hiervan is de val van Constantinopel (1453). Veel mensen uit het
Byzantijnse rijk kwamen namelijk naar het Westen en brachten een heel cultureel
erfgoed met zich mee.
- Ontdekking van de mens en van de wereld. De mens heeft een natuurlijk middelpunt
Nu zien we dat anders:
- Burckhardt ziet de renaissance als eerste teken van moderniteit. Renaissancemensen
waren echt niet allemaal individuen. Mensen beseften nog wel dat ze onderdeel waren
van een groep en/of religieuze gemeenschap.
- De ontwikkelingen gebeurden echt niet allemaal van de ene op de andere dag. Er is niet
één breuklijn.
- Er is niet één gebeurtenis die de renaissance veroorzaakte (zoals de val van
Constantinopel)
Er is sprake van continuïteit tussen de middeleeuwen en vroegmoderne tijd. De renaissance is
een indelingsbegrip waar een groep veranderingen in de westerse cultuur mee aangeduid
wordt, die plaatsvonden tussen de 14e en de 17e eeuw.
Veranderingen:
- Columbus (1492) maakte de wereld een stuk groter door de ontdekking van Amerika.
De kennis over de wereld verbreedt.
- Copernicus (1543) schreef een boek waarin hij stelde dat de zon het middelpunt van
alles was, in plaats van de aarde (hij dacht voor zichzelf: zijn ideeën werden niet veel
ondersteund)/.
- Ontdekking van talen en culturen en herwaarderingen van de volkstaal.
o Latijn en Frans werden belangrijk in de wetenschap
o Hoe ouder je taal, hoe beter
o Eerste pogingen tot het standaardiseren van het Nederlands wordt gedaan. Er
werd uitgegaan van taalpurisme: de taal moet worden opgepoetst.
o Volkstaal werd op een gegeven moment ook geschikt voor de wetenschap
o Nieuwe literaire genres:
▪ Petrarcha (14e eeuw) schreef Petrarchistische liefdessonnetten over
onbereikbare liefde (het moeten ‘wachten’ op een meisje).
,Humanisme:
- Intellectuele beweging ten tijde van de renaissance. Dit gaat uit van twee speerpunten:
o Studia humanitis: opvoeding met nadruk op taal en cultuur
o Ad fontes principe: terug naar originele bronnen
Republiek der Letteren:
- Gemeenschap van geleerden
- Communicatie: netwerk voor literaire productie, verspreiding en consumptie
- Delen van humanistische kennis: brieven
Erasmus (1467-1536): humanist
- Ging naar de Latijnse school in Deventer (op dat moment de beste van Nederland)
- Diende als monnik en priester: hij stapte hier uit en werd privéleraar en schrijver
- Ad fontes: gezuiverde Latijnse vertaling van Griekse teksten
Erasmus hield zich bezig met het Christelijk Humanisme:
- Lof der Zotheid: Kritiek op de kerk (vooral tégen de paus, de weelde en rijkdom en elite)
- Erasmus bleef wel altijd lid van de katholieke kerk.
- Colloquia: samenspraken voor de jeugd: middel om mensen iets bij te brengen en
middel voor de verwerking van het Latijn.
- Voordeel voor de dialoogvorm: Erasmus kon alle visies op een bepaald onderwerp laten
zien: kritiek kon hij zo uiten zonder daar zelf verantwoordelijk voor te zijn
Religieuze/politieke strubbelingen:
- Geleerden braken met de traditionele katholieke kerk
- Reformatie: parpapluterm voor verschillende denkbeelden die braken met de
katholieke kerk
- Discussie over geloof was er al eerder: breuk was er pas in de 16 e eeuw, door de
opkomst van de boekdrukkunst en door het humanisme: door de internationale
samenwerking en de kritiek die geuit kon worden
- Luther was de katalysator voor de reformatie:
o Hij schreef in 1517 95 stellingen over het geloof op de kerkdeuren in
Wittenberg.
- Calvijn:
o Publiceerde in 1536 zijn visie op christelijk dogma
In de 16e eeuw was Nederland onderdeel van het Hapsburgse Rijk onder leiding van Karel V. In
1955 werd hij opgevolgd door Filips II: een katholiek die de opmars van het protestantisme de
kop indrukte. Hier was veel verzet tegen, door i) religieuze motieven, ii) gevoelens van
onderdrukking en iii) de autonomie van Nederlandse bestuurders.
Deze tijd was een tijd van opstanden:
- 1568: 1e militaire aanval Willem van Oranje
- 1581: Akte van Verlatinghe
- 1588: Republiek der 7 Verenigde Nederlanden
- 1585: Val van Antwerpen (ingenomen door Spanje: scheiding Noord en Zuid: afsluiting
van de zee)
,Literaire productie:
- Rederijkers
o Scholingsinstituut: rederijkers dachten na over maatschappelijke kwesties en
religie
o Inspiratie op Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden: literaire beweging en
dichtwedstrijden
o Elke grote stad had een rederijkerskamer, eerst in het Zuiden en later ook in het
noorden
o Functie van de rederijkers:
▪ Religieuze basis: elke kamer had een patroonheilige
▪ Scholing: schrijven, dichten en spreken
▪ Competitie
o Teksten hebben een vaste opbouw:
▪ Minstens 4 strofen (15 regels)
▪ Stokregel
▪ Rijmschema
▪ Princestrofe
• Int vroede: ernstige zaken
• Int amoureuse: liefde
• Int zotte: grappige zaken
- Andere productie:
o Pamfletten en prenten over bijvoorbeeld Willem van Oranje en het zwartmaken
van de Spanjaarden
o Liederen: contrafacten: teksten op liederen/melodieën die al bestonden
o Wilhelmus: gebaseerd op een Frans volkslied
2. Primaire literatuur
Erasmus: Gesprekken (Colloquia)
- De abt en de geleerde vrouw
- Charon
- Een bijeenkomst van taalspecialisten
- De kunst van het leren
Anna Bijns: Merten Luther en Merten van Rossom
3. Augustijn over Erasmus
In het tweede deel van de Epistolae obsurorum virurum is de bittere houding tegen de
gevestigde orde een van de hoofdzaken. Erasmus was hierin een man apart. Zijn werk is na
zijn dood meermaals uitgegeven. Huizinga portretteerde Erasmus als een man, een genie en
een persoonlijkheid. Hij gaf ook kritiek op zijn medelijden. Erasmus was een gewichtig man.
Huizinga heeft het beeld van Erasmus in Nederland bepaald, maar niet in de rest van de
wereld: zijn vertalingen hebben weinig invloed gehad. In het buitenland is Preserved Smith’s
, werk bekend. In Duitsland hangt het beeld van Erasmus nauw samen met Luther. Erasmus
was ook kritisch naar de kerk, en (h)erkende het misbruik dat Luther aanklaagde, maar
Erasmus ging daarin niet verder: hij bleef trouw aan de katholieke kerk. Erasmus werd
daarom in Duitsland gezien als verrader.
In Frankrijk ontstaat een gelijk beeld van Erasmus als in Nederland: Renaudet schrijft een
soortgelijk boek als Huizinga. Renaudet beschrijft wel meer oude Erasmus, en hoe deze tot de
keuze van zijn positie kwam: onafhankelijk van Rome en Wittenberg. Hij noemt Erasmus
modern: de verlichting is al in Erasmus aanwezig.
Na de oorlog duurde het lang voordat Erasmus weer terugkwam in het onderwijs.
Onderzoeken lieten een nieuwe Erasmus zien: hij was ondergewaardeerd als theoloog en dit
komt nu weer naar voren. Een nieuwe biografie zou een compleet beeld moeten geven. Vier
bedoelingen:
- Samenvoegen van verschillende onderzoeken in verschillende talen
- Niet meten van Erasmus met de standaarden van anderen (en Luther)
- Positie van Erasmus tussen 1500-1520
- Dat wat bijzonder is aan Erasmus, wat zijn grootste bijdrage aan de cultuur van zijn tijd
is: de integratie van humanisme in de theologie
The Colloquies
In de 16e en 17e eeuw was dit werk Erasmus bekendste. Veel mensen vonden de manier
waarop jonge mensen onderwezen moesten worden volgens Erasmus niet een goede manier.
Het werk ontstond uit een simpel idee. Erasmus leefde destijds als arme student in Parijs. Hij
gaf les aan jonge mannen uit hoge families om zich te kunnen onderhouden. Hier dacht hij na
over de beste methode om Latijn te onderwijzen. Hij realiseerde dat dit is door levendige
dialogen tussen meester en pupil te lezen. In 1518 werd een boek met deze denkwijze
gepubliceerd en dit werd een succes. Erasmus verbeterde deze versie.
De populariteit van het werk komt door de verschillende gesprekjes, herkenbare taferelen en
gebeurtenissen. Het was een praktisch handboek: jonge mensen moesten niet alleen passieve
kennis hebben van het Latijn, maar dit ook actief kunnen toepassen. Vanaf een leeftijd van 7
of 8 moesten kinderen al Latijn kunnen leren, en dit moest door herkenbare zinnen te leren
en te herhalen. In 1522 ontstond een nieuwe versie: meer details en hints in het eerste deel,
en complexere dialogen in het tweede deel. Hij schreef nog 11 edities, elke met nieuw
materiaal.
Er was ook kritiek in het werk: alle personages waren typen, maar geen clichés, en
degeneratie was niet meer aan de orde (wel veelvoorkomend in de katholieke kerk destijds).
De dialogenvorm gaf Erasmus de vrijheid om alle onderwerpen uit meer dan een hoek te
bekijken. Hij schreef hierover dat hij dit nodig had om alle kanten van een zaak te belichten.
Erasmus is ten alle tijden een toeschouwer. Het werk is boven alles een leerboek: zo is het
ook in de katholieke landen gebruikt. Het is zo lang gebruikt omdat het de welsprekendheid
bevordert. Taal is de brug tussen een jongere en de ideeën die hij haalt uit goede literatuur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannejorieke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.69. You're not tied to anything after your purchase.