Privaatrecht: goederenrecht en overeenkomstenrecht
All documents for this subject (2)
1
review
By: jesseverdellen • 1 year ago
Seller
Follow
roosmulder1
Reviews received
Content preview
Leerdoelen goederenrecht
1. De student herkent de basisbegrippen vermogensrechten, vruchten,
goederen, hoofdzaak, bestanddelen en goede trouw in een casus.
Je moet het kunnen vastpakken. Lucht en zee is niet voor menselijke beheersing vatbaar, een fles met water of lucht erin is
dat wel. Het menselijke lichaam is een uitzondering, want dit is volgens het recht geen zaak. Ook dieren zijn geen zaak.
Twee criteria dus:
1. Voor menselijke beheersing vatbaar = we kunnen het vastpakken én er de macht of controle over uitoefenen.
2. Stoffelijk object = een voorwerp dat uit een bepaald materiaal, een bepaalde stof bestaat. (Dieren zijn ook
stoffelijke objecten.)
Art. 3:2 a BW
Lid 1: dieren zijn geen zaken
Lid 2: bepalingen m.b.t. zaken zijn op dieren van toepassing
Onroerende zaken = alles wat (indirect) duurzaam verenigd is met de grond → art. 3:3 BW
Roerende zaken = alle zaken die niet roerend zijn
Goederen = alle zaken en vermogensrechten → art. 3:1 BW.
Het Portacabin-arrest (Is een kantoorcontainer roerend of onroerend?)
=
De Hoge Raad heeft in het arrest bepaald dat een gebouw duurzaam met de grond kan zijn verenigd in de zin van art. 3:3
BW, doordat het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. In dat geval is dan niet meer van
belang dat technisch de mogelijkheid bestaat om het bouwsel te verplaatsen.
=
Bestemmingscriterium
Registergoederen = Registergoederen zijn goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde
openbare registers noodzakelijk is. → art. 3:10 BW
Auto’s zijn geen register goederen, omdat je de auto kunt verkopen zonder dat het kenteken hebt ingeschreven.
→ art. 3:10 jo. 3:89 BW
Natuurlijke en burgerlijke vruchten
Art. 3:9 BW
Lid 1, natuurlijke vruchten
‘Zaken die volgens verkeersopvattingen als vruchten van andere zaken worden aangemerkt.’
Lid 2, burgerlijke vruchten
‘Rechten die volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen worden aangemerkt.’
Natuurlijke vruchten hebben twee vereisten: (art. 3:9 lid 4 BW)
1. Het zijn zaken Bijv.: Appel van een appelboom, puppy van een hond.
2. Deze worden volgens de verkeersopvatting als
vruchten van andere zaken aangemerkt.
Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak op Burgerlijke vruchten hebben twee vereisten:
het moment dat deze wordt afgescheiden. 1. Het zijn (vermogens)rechten
, 2. Deze worden volgens de verkeersopvatting als (art. 3:9 lid 4 BW)
vruchten van goederen aangemerkt. Bijv.: Rente over een geldbedrag op een spaarrekening,
Een burgerlijke vrucht wordt een zelfstandig recht op het huuropbrengst van een woning.
moment dat deze opeisbaar wordt.
Hoofdzaken en bestanddelen
Art. 3:4 BW (heeft alternatieve voorwaarden)
Lid 1. Onderdeel van een zaak is een bestanddeel van een zaak (auto zonder wielen)
Lid 2. Zonder beschadiging is het niet los te maken (openhaard in een huis)
Goede trouw → art. 3:11 BW
Niet te goedertrouw is:
1) Weten/ kende
2) Had moeten weten/ behoorde te kennen (telefoon kopen voor €5,-)
Vermogensrechten
Vermogensrechten = art 3:6 BW = een recht met een vermogenswaarde
Vermogenswaarde = recht dat met een bepaalde waarde in geld uit te drukken is.
Rechten die op geld waardeerbaar zijn, zijn te verdelen in 3 alternatieve voorwaarden:
a) Overdraagbaar zijn, of
b) Doel hebben om stoffelijk voordeel te verschaffen, of
c) Verkregen zijn in ruil voor stoffelijk voordeel
→ art. 3:6 BW
2. De student herkent de verschillen en overeenkomsten tussen absolute
en relatieve rechten.
Absolute rechten
=
Rechten tussen een persoon en een goed. Een persoon
heeft een recht dat je tegenover iedereen kunt
handhaven.
Relatief recht
=
Rechten die tussen bepaalde personen geleden. Is
overeenkomstenrecht. Je hebt een recht en een
plicht tussen twee personen. Je kunt dit alleen
tegenover de personen van wie de overeenkomst is
handhaven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosmulder1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.