In dit document wordt het beslissingsschema van Strafrecht 1 uitgewerkt aan de hand van een casus. Door het uit te werken aan de hand van een casus begrijp je beter hoe je het moet gaan toepassen op je toets.
Casus 1
1. De 18-jarige student rechten Karim zit op 20 juli 2017 met ongeveer twintig anderen
in bioscoop Studio C naar een film te kijken, als hij plots een brandlucht ruikt. Hij kijkt
om zich heen en ziet dat de gordijnen bij de zaalingang vlamvatten. De brand grijpt
snel om zich heen. Zowel uitgang als nooduitgang zijn onbereikbaar geworden.
Gelukkig weet Karim dat er achter het scherm nog een deur is, die echter afgesloten
blijkt te zijn. Met een welgemikte trap forceert Karim de deur. Karim wordt vervolgd
voor vernieling van de deur. Karim stelt ter zitting dat hij vindt dat de kapotte deur
geheel in het niet valt bij het leven van hem en de twintig andere aanwezigen.
Karim is tenlastegelegd:
“Dat hij, verdachte, op of omstreeks 20 juli 2017 in Studio K te Amsterdam opzettelijk
en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort
namelijk aan
Studio C heeft vernield, immers heeft verdachte opzettelijk en wederrechtelijk een
deur, toebehorende aan Studio K, ingetrapt, als gevolg waarvan die deur is vernield
en/of schade heeft opgelopen (art. 350 Sr).”
Stel dat de rechter het met Karim eens is. Hoe zal dan de einduitspraak van de rechter op
basis van het beslissingsschema van art. 350 Sv luiden?
R: Art. 352 Sv
Indien het onderzoek in artikel 348 Sv bedoeld, niet leidt tot toepassing van artikel 349 lid 1
Sv, beraadslaagt de rechtbank op grondslag der tenlastelegging en naar aanleiding van het
onderzoek op de terechtzitting over vier vragen:
1. Of bewezen kan worden verklaard dat het feit door de verdachte is begaan.
2. Welk strafbaar feit het tgl en bewezenverklaarde volgens de wet oplevert
(kwalificatie)
3. Of het feit strafbaar is (wederrechtelijkheid/RVG)
4. Of de verdachte strafbaar is (Verwijtbaar/SUG)
T:
Kan het tenlastegelegde bewezen worden? De verklaring van Karim is wel een soort
betekenis maar dat het volgens hem valt te rechtvaardigen ogn noodtoestand. Dit is een
rechtvaardigingsgrond (Art. 40 Sr) Rechtvaardigingsgronden nemen, indien gehonoreerd, de
wederrechtelijkheid van het feit weg. Vernieling is een zogenaamde niet-ideaaltypische d.o,
omdat het woord wederrechtelijk in de delictsomschrijving staat opgenomen. Nu
wederrechtelijkheid vervalt door zijn beroep op overmacht in de zin van noodtoestand, kan
de aangenomen tenlastegelegde ‘wederrechtelijkheid’ van het feit niet worden bewezen?
C:
De einduitspraak luidt: vrijspraak Art. 352 lid 1 Sv
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller semmylenoble. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.