Als je iets verzwikt of een wond hebt raakt er iets beschadigd. In deze beschadigde
omgeving liggen mastcellen, deze zijn gevuld met alarmstoffen. Dit zijn histamine en
bradykinine. Histamine zorgt ervoor dat de vaten uit elkaar gaan. Er treedt vasodilatatie op
met name bij de venuen. De vaten gaan dus open staan. Bradykinine prikkelt de vrije
zenuwuiteinden. Dat geeft dan pijn. Er komen ook nog andere stoffen vrij, prostaglandine
(PGE) (zorgt voor nog meer vasodilatatie) en suptance P (dit zorgt ervoor dat de vrije
zenuwuiteinden nog steeds gevoelig blijven voor de pijn.)
Herstel:
Als er iets kapot is, denk hierbij aan een flatgebouw. Als dit instort wil je een nieuwe bouwen.
Om dit voor elkaar te krijgen moeten eerst alle brokstukken verwijderd worden. Zo werkt dit
ook in het lichaam. Dus als er beschadigd weefsel ligt en je legt er vervolgens nieuw
bindweefsel in, dan krijg je nieuw bindweefsel op een vies fundament. Je bouwt dan op
rotzooi. Dat gaat dan nooit stevig of mooi worden. Dus er moet eerst opgeruimd worden.
Stel je hebt een open wond. Je hebt dan dreiging tot infectie. Als we kijken naar een bloedvat
(venule). Je hebt het idee dat de wandjes dicht zijn. In basis is dit zo, behalve als ze uit gaan
zetten op basis van histamine. Wat je dan vervolgens ziet is dat de endotheelcellen als het
ware een beetje los komen te staan en vervolgens gaan al die losse cellen inkrimpen.
Hierdoor ontstaan openingen. Nu kan er dus iets wat normaal door de venule stroomt,
uittreden naar de wond toe. Wat treedt er dan uit? Buiten dat er vocht naar de wond gaat,
wat zorgt voor de zwelling. Treden er cellen uit, in dit geval treedt de granulocyt uit. Het doel
, van deze granulocyt is: bestrijding geven tegen een mogelijke infectie. Als de granulocyt
materiaal tegenkomt wat niet bij het lichaam hoort of beschadigd zijn, valt hij dit materiaal
aan. Hij omsluit dit materiaal en laat enzymen los. Deze enzymen eten dan het beschadigde
weefsel op. Wanneer dit is gebeurd sterven de granulocyten. Wanneer deze dode
granulocyten zich opstapelen wordt dit pus. Omdat de granulocyt alleen maar hele kleine
dingen kan heeft hij hulp nodig. Dit krijgt hij van de macrofaag. Dit zit in het weefsel. De
macrofaag zorgt ervoor dat al het grotere beschadigde weefsel wordt opgeruimd. Dit doet hij
op dezelfde manier als de granulocyt.
Wanneer er een vasodilatie plaatsvind, wordt de huid rood. De ruimte die ontstaat nadat het
beschadigde weefsel is opgeruimd, vult zich met vocht. Dit is de zwelling. Op een gegeven
moment stopt de vasodilatatie, met als gevolg dat die onder druk komt te staan. Dan krijgen
we vasoconstrictie. Er komt minder zuurstof in de omgeving. Dus dit alles gebeurd in een
zuurstofarme omgeving. Daar kunnen granulocyten en macrofagen prima in werken, maar
fibroblasten niet. Oftewel de fibroblasten komen wel naar het beschadigde weefsel toe, maar
gaan nog niet werken. In de tussentijd zit er een mooie korst op de wond, het is allemaal
opgeruimd. De macrofaag scheidt dan interleukine uit. Deze stof signaleert dat al het
beschadigde weefsel is opgeruimd. We mogen stoffen met de ontstekingsfase. Dit zorgt
ervoor dat alle bovengenoemde stoffen afnemen. Zwelling neemt af, normale doorbloeding
neemt toe, er komt weer meer zuurstof. Hierdoor kunnen de fibroblasten gaan bouwen.
Hierdoor gaan we van de ontstekingsfase naar de proliferatiefase.
Naast dat er in de ontstekingsfase opruimwerkzaamheden zijn, gebeuren er ook allerlei
andere processen die te maken hebben met het vrijkomen van hormonen.
Wanneer de macrofagen aan het opruimen zijn, geven ze stimulatie van interleukine 1.
Vervolgens zien we dat dit naar de hersenen gaat en via een aantal tussenstappen komt er
uiteindelijk cortisol vrij (stresshormoon) (remt de macrofaag). Dat betekent dat als cortisol
remmend is voor de macrofaag en de doelstelling van macrofagen is om beschadigd weefsel
op te ruimen, dat dan op het moment dat iemand een verhoogd stressniveau heeft voordat
het trauma of de beschadiging optreedt er van te voren al minder activiteit van de
macrofagen plaatsvindt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanityderoos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.