Week 1
Rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in:
- Eenzijdige: wordt slechts door één persoon in stand gebracht.
- Meerzijdige: voor de totstandkoming moeten minstens twee personen
samenwerken → vernietigbaar.
Eenzijdige rechtshandelingen zijn weer te onderscheiden in:
- Gerichte → vernietigbaar
- Niet-gerichte → nietig
Een overeenkomst (contract) is een meerzijdige rechtshandeling (6:213 lid 1).
Aan het contractenrecht liggen drie beginselen ten grondslag:
1. Contractsvrijheid: partijen zijn vrij een overeenkomst te sluiten met wie, hoe en
wanneer zij willen. Het wordt beperkt wanneer het in conflict komt met een belang
van hogere orde (3:40).
2. Consensualisme (vormvrijheid): verklaringen kunnen in iedere vorm geschieden en
in een gedraging besloten liggen (3:37 lid 1).
3. Verbindende kracht (pacta sunt servanda): afspraak = afspraak (6:248).
In Nederland geldt de theorie van de wilsverklaring (3:33): een rechtshandeling vereist
een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
Voor de vormvereisten van de wilsverklaring geldt 3:37: consensualisme. Verklaringen
kunnen ook in gedragingen (handgebaar; hoofdknikje) besloten liggen. Dit is een
stilzwijgende wilsverklaring.
Ook al is er sprake van verminking (3:37), wat er aan de ontvanger ter kennis is gekomen,
geldt als de verklaring van de afzender. Wat betreft de werking van de verklaring geldt dus
de ontvangsttheorie (3:37 lid 3): een verklaring moet de wederpartij hebben bereikt om
werking te hebben. In dit artikel staat ook een uitzondering (risicocorrectie): een verklaring
die de wederpartij niet (tijdig) heeft bereikt, heeft toch haar werking, indien het niet bereiken
het gevolg is van zijn eigen handeling, van de handeling van een persoon voor wie hij
aansprakelijk is, of van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en rechtvaardigen
dat hij het nadeel draagt.
Een verklaring die nog niet is ontvangen, kan worden ingetrokken door haar met een sneller
communicatiemiddel (mits eerder of gelijktijdig bereiken) in te halen (3:37 lid 5).
Tussen wil en verklaring kan discrepantie bestaan. Volgens 3:35 gaat de uiterlijke schijn van
de verklaring dan boven de interne wil, voor zover de wederpartij er gerechtvaardigd op kan
vertrouwen dat de verklaring welgemeend was. Er bestaan hier meerdere leren over:
- Wilsleer: interne wil >
- Verklaringsleer: verklaring >
- Vertrouwensleer (NL): het vertrouwen van de wederpartij > (3:35)
Oneigenlijke dwaling: indien partijen een onjuiste voorstelling hadden over de inhoud van
de door hen uitgewisselde verklaringen.
Eigenlijke dwaling (6:228): verkeerde veronderstelling heeft betrekking op de
eigenschappen van het object waarop de afgelegde verklaring betrekking heeft of van de
persoon tot wie de verklaring zich richt.
,In de volgende gevallen is sprake van oneigenlijke dwaling:
1. De inhoud van de verklaring berust op een verspreking of verschrijving.
2. De inhoud wordt onjuist overgebracht door het communicatiemiddel of de bode.
3. De inhoud wordt door partijen verschillend opgevat als gevolg van dubbelzinnig
woordgebruik (misverstand).
4. De verklaring richt zich tot een door de afzender niet bedoeld persoon (afdwaling).
Geestelijke stoornis (3:34 lid 1): als iemand met een gestoorde geestvermogen (blijvend of
tijdelijk) iets verklaard, wordt geacht de wil te ontbreken. Aannemelijk moet worden gemaakt
dat de stoornis een redelijke waardering van de bij de handeling betrokken belangen belette
of dat de verklaring onder invloed van de stoornis is gedaan. Indien de gestoorde aantoont
dat de rechtshandeling voor hem nadelig was, wordt de verklaring vermoed onder invloed
van de stoornis te zijn gedaan. Dit vermoeden geldt niet indien dat nadeel toentertijd niet te
voorzien was.
Dit is een grond voor ondercuratelestelling (1:378 lid 1) →
handelingsonbekwaamheid (1:381 lid 2) → grond voor vernietigbaarheid /
nietigheid (3:32).
3:34 lid 2: alleen de eenzijdige ongerichte rechtshandeling is nietig, in de overige gevallen
zijn rechtshandelingen vernietigbaar.
Gerechtvaardigd vertrouwen wordt beschermd door 3:35. Gerechtvaardigd vertrouwen
betekent niets anders dan dat de wederpartij te goeder trouw moet zijn geweest in de zin
van 3:11. Dit houdt in dat diegene het wilsdefect niet kende en dit ook niet behoefde te
kennen. Indien nodig geldt een onderzoeksplicht.
3:36 geeft een regel van derdenbescherming: beschermd wordt de derde die:
a. gerechtvaardigd vertrouwde op
b. een door een ander gewekte schijn dat
c. een bepaalde rechtsbetrekking was ontstaan, bestond of was teniet gegaan, mits hij
d. voortbouwend op zijn vertrouwen heeft gehandeld.
Bij een rechtshandeling onder opschortende tijdsbepaling of voorwaarde treden de
rechtsgevolgen van de handeling pas in met het plaatsvinden van het voorval.
In het geval van een ontbindende tijdsbepaling of voorwaarde treden de rechtsgevolgen
onmiddellijk in, maar eindigen zodra het voorval plaatsvindt.
Voor het tot stand komen van overeenkomsten zijn twee wilsverklaringen nodig: aanbod en
aanvaarding (6:217 t/m 6:225).
Van aanbod is sprake wanneer een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst wordt
gedaan en op grond waarvan de wederpartij met enkel ‘ja’ (aanvaarding) de overeenkomst
tot stand kan brengen.
Aanbod is een eenzijdige gerichte rechtshandeling. Het kan zijn gericht tot een publiek:
advertenties, reclameborden, etc (openbaar aanbod).
Aanbod moet worden onderscheiden van een uitnodiging om in onderhandeling te treden,
dan wel een uitnodiging tot het doen van een aanbod. Of hier sprake van is wordt bepaald
, door wat de afzender heeft verklaard en wat zijn wederpartij uit de verklaring heeft mogen
afleiden (3:33 en 3:35).
Een aanbod kan niet meer worden herroepen wanneer het is aanvaard of een termijn bevat
voor aanvaarding (6:219 lid 1). Het is ook niet meer herroepelijk nadat een verklaring met
aanvaarding is verzonden (6:219 lid 2), ook al heeft de aanbieder de herroeping eerder
verzonden. Een vrijblijvend aanbod kan nog na de aanvaarding worden herroepen.
Voor het verval van een aanbod geldt:
- Wanneer het niet binnen een redelijke termijn wordt aanvaard (6:221 lid 1)
a. Mondeling: moet meteen worden aanvaard
b. Schriftelijk: redelijke termijn
- Verwerping door wederpartij (6:221 lid 2)
- Herroeping: door middel van een nieuwe verklaring in de zin van 3:37.
Herroeping is in beginsel mogelijk, tenzij het onherroepelijk is:
a. ‘aanbod geldt tot 1 maart’ (6:219 lid 1)
b. indien aanvaard, of de aanvaardingsverklaring is verzonden (6:219
lid 2) → uitzondering is een vrijblijvend aanbod (bijv. op = op)
c. ‘optie’ (6:219 lid 3)
Intrekking (3:37 lid 5) Herroeping (6:219)
Waarvoor? Geldt voor elke verklaring Geldt alleen voor een
aanbod
Hoe? Nieuwe verklaring Nieuwe verklaring
Wanneer effect? Ontvangst gelijk met / Ontvangst voor aanbod
eerder dan eerste verklaring aanvaard én
aanvaardingsverklaring nog
niet verzonden en aanbod
niet onherroepelijk
Gevolg? Nooit aanbod geweest Aanbod vervalt
Tot slot moet genoemd worden dat in een tegenaanbod de verwerping van het
oorspronkelijke aanbod besloten ligt (6:225 lid 1). 6:222 bepaalt dat een aanbod niet vervalt
door de dood, verlies van handelingsbekwaamheid of doordat een van de partijen de
bevoegdheid tot het sluiten van een overeenkomst verliest.
Aanvaarding kan in iedere vorm geschieden (3:37 lid 1). De aanbieder kan een te late
aanvaarding toch als geldig laten gelden, mits hij dit onverwijld aan de wederpartij meedeelt
(6:223 lid 1). Lid 2 bepaalt dat het ook geldig is indien het voor de wederpartij onduidelijk
was dat de aanvaarding te laat plaatsvond. De aanvaarding die van het aanbod afwijkt, geldt
als nieuw aanbod (6:225 lid 1). Dit geldt niet voor de aanvaarding die slechts op
ondergeschikte punten afwijkt (lid 2).
Een vertegenwoordiger (tussenpersoon) roept rechtsgevolgen in het leven voor iemand
anders (achterman / principaal). De tussenpersoon wordt geen partij. Twee elementen zijn
essentieel (3:60 lid 1):
1. De vertegenwoordiger moet de bevoegdheid tot vertegenwoordiging hebben
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Vigoz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.