Opgroeien in het hedendaagse gezin
Hoofdstuk 2 - Het gezin in historisch perspectief
2.2 - Gezinshistorische benaderingen en gebruik van historische bronnen
Onderzoek naar de geschiedenis van het gezin kent 3 benaderingen.
1. De demografische benadering houdt zich bezig met verzamelen en interpreteren van
kwantitatieve, demografische gegevens en probeert hiermee een beeld te vormen
van de leef- en opvoedingsomstandigheden van ouders en kinderen.
2. In de affectieve benadering wordt vooral aandacht gegeven aan menselijk gedrag en
persoonlijke beleving en motieven, door gebruik te maken van kwalitatieve bronnen,
zoals dagboeken, schilderijen, kleding en voorwerpen.
a. Voorbeeld is zwarte en witte legende.
3. De historische maatschappijwetenschappen benadering beschrijft de invloed van
sociaaleconomische, cultureel-maatschappelijke en technologische ontwikkelingen
op veranderingen in het gezin. Door het bestuderen van wetgeving, erfrecht en
gezags- en eigendomsverhoudingen wordt geprobeerd uitspraken te doen over de
samenhang tussen gezinsstructuren en maatschappelijke instituties.
Bij de verzameling, het gebruik en de interpretatie van historische bronnen is het van belang
rekening te houden met sommige dingen.
- Representativiteit, zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht.
- Rekening houden met grote regionale verschillen: door geografische en geologische
verschillen of door verschillen in gebruiken, wetgeving en culturele gewoonten.
- Wie heeft de bron opgesteld, voor wie is deze bedoeld en met welk doel is de
informatie opgeschreven?
- Prescriptie (hoe men geacht werd te handelen) of descriptie (hoe er feitelijk
gehandeld werd).
2.3 - Pedagogische stromingen: humanisme, verlichting, romantiek
Het humanisme (1400-1650)
- Elite beweging die gevormd werd door christelijke denkers die de klassieke cultuur
wilden revitaliseren.
- Doel: de vorming van een klassieke homo universalis, hierbij werd uitgegaan van de
vrijheid van de menselijke wil.
- Kenmerken: Een individualistische benadering waarbij ingewerkt werd op eergevoel
en er werd aangespoord tot competitie; lichamelijk straffen was daarmee overbodig.
De humanisten legden daarnaast veel nadruk op leren.
- Erasmus als exponent van het humanisme. Hij streefde naar een synthese van
klassieke cultuur en christelijke vroomheid, waarbij hij dat laatste zag als eigenlijk
doel van de opvoeding. Hij legde de taak van de opvoeding bij de vader en de
onderwijzer (met lijfstraffen en tuchtiging). In de opvoeding moest aandacht zijn voor
beleefdheid, bescheidenheid, ingetogenheid en nette manieren. Erasmus ging ervan
uit dat kind belast was met erfzonde en dus van nature neigde naar het kwaad, maar
dat dit gevormd en gekneed kan worden.
,Verlichting (1650-1800)
- Een intellectuele stroming die uitgaat van de menselijke rede als criterium bij het
zoeken naar de waarheid.
- Kenmerken: kennis en rede behoeden de mens voor onwetendheid, bijgeloof,
onbeschaafdheid en armoede. De mens moet vertrouwen op eigen denken en
handelen en het eigen verstand (minder op God leunen). Mens werd nu van nature
goed gezien. Opvoeding moest een duidelijk doel hebben.
- Locke kan beschouwd worden als exponent van de verlichting. Zijn belangrijkste idee
was dat het kind ter wereld komt als een tabula rasa. Het beeld van een tabula rasa
komt overeen met Erasmus’ beeld van een kind als ‘vormeloze klomp’. Locke ging uit
van het verkrijgen van kennis door ervaring. Het doel van de opvoeding was het
verweven van vrijheid en zelf bestuur; hiertoe diende de opvoeding te leiden tot
deugd, godvruchtigheid, welgemanierdheid en kennis.
Romantiek (1800-1850)
- Een tegenbeweging en reactie op de verlichting.
- Gekenmerkt door meer nadruk op gevoel en intuïtie (ipv rede en ratio). Aandacht
voor diepere lagen van de menselijke ziel, voor het irrationele en voor het
onbewuste. De maakbaarheid van mens en maatschappij was daarmee aan grenzen
gebonden. De mens als individu was afhankelijk van de gemeenschap. Romantici
hadden aandacht en waardering voor het kind op zich.
- Rousseau verzette zich tegen de verlichting en was te zien als de exponent van de
romantiek. Hij ging uit van de kneedbaarheid van kinderen en was ervan overtuigd
dat er door de mens zelf weinig te sturen viel in de opvoeding en dat er juist veel mis
kon gaan. Het kind dient te leren door een natuurlijke opvoeding, door een innerlijke
stem die de opvoeding en ontwikkeling in de juiste richting zou sturen. De taak van
de opvoeder beperkt zich tot het beschermen van het kind tegen de maatschappij.
- Morele ontwikkeling: deugdzaamheid en zelf beperking kunnen voorkomen
dat de mens immoreel zal handelen.
- Doel van de opvoeding: kind zich optimaal te laten ontwikkelen en dicht bij de
onbedorven mens van de schepping te blijven. Opvoeder dient eerst en
vooral het kind te kennen.
- Aan Rousseau wordt toegeschreven:
- De ontdekking van de eigen aard van de kinderlijke leefwereld
- De formulering van een opvoeding die de natuurlijke ontwikkeling van
het kind volgt
- De erkenning van het kind als een op zich waardevolle persoon
- De cultivering van het gevoel en de intrinsieke motivatie van het kind
Verschillen Locke en Rousseau
- Locke wenste een opvoeding tot welgemanierdheid, waar Rousseau beperking van
ouderlijke interventies predikte en de natuurlijke ontwikkeling van het kind wilde
volgen.
- Locke geloofde in de maakbaarheid en opvoedbaarheid van kinderen, terwijl
Rousseau vooral beperkte mogelijkheden van de opvoeding zag.
- Locke vond het belang van de rede oneindig groot en zag het als middel van de
opvoeding, terwijl Rousseau het ontwikkelen van de rede eerder zag als middel tot
opvoeding.
,Het is ook belangrijk te constateren dat het mens- of kindbeeld veranderde: van een kind dat
van nature geneigd was tot het kwade (reformatie en humanisme), via een kind dat als een
onbeschreven blad was (verlichting), naar een kind dat van nature geneigd was tot het
goede (romantiek).
2.4 - Invloed van Locke en Rousseau op opvoeding en gezinsleven
Ondanks de nieuw opvoedingsideeën uit de verlichting en de romantiek werden veel
traditionele ideeën in de eerste helft van de 19e eeuw in stand gehouden doordat die van
generatie op generatie werden doorgegeven.
- Er werd nog kunstvoeding gegeven, het lot van de mens ligt nog in handen van God,
beperkte mogelijkheden voor scholing en onderwijs door economische waarde van
kinderen.
De ouder-kind relaties beginnen in de tweede helft van de 19e eeuw echt te veranderen,
vooral vanuit de stedelijke middenklasse. Er kwam een andere rol voor de ouders. Locke
benadrukte de eigenheid van kinderen, waarbij de nadruk sterk lag op de intellectuele
ontwikkeling, minder op sociale en morele ontwikkeling. De romantiek zorgde voor een
aanvulling waarbij er aandacht was voor de emotionele ontwikkeling en moeders weer een
grote rol in de opvoeding kregen.
Vanaf halverwege de 19e eeuw ontstond ook het huiselijkheidsideaal waarbij de man zorgde
voor het ‘gewin’ en de vrouw de taak van de verzorging van het gezin kreeg. Er was binnen
het gezin sprake van een toename van individualisme en een scheiding van levenssferen in
aparte kamers. De functie van het gezin veranderde onder invloed van ideeën uit de
verlichting en romantiek van een plek waar weinig tijd en aandacht was voor het kind en
waar het gezinsleven in teken stond van werken, naar een plek waar aandacht mocht zijn
voor emotionele verhoudingen, huiselijkheid en de eigenheid van het kind.
Later zorgde het reguleren van kinderarbeid en de invoering van de leerplicht voor meer
controle op opvoeding van en zorg voor kinderen.
2.5 - Start van een gezinshistorisch debat: de zwarte legende
Aanhangers van deze legende waren geïnteresseerd in het ontstaan van moderne sociale
relaties en gingen daarbij uit van discontinuïteit: het kerngezin is pas na de vroegmoderne
tijd ontstaan en er heeft een duidelijke omslag plaatsgehad in het persoonlijk leven van
mensen op het gebied van partnerkeuze, moeder-kindrelatie en gezinsleven. Er is dan ook
sprake van een emotionaliseringsproces: echtelijke liefde, moederliefde, gezinsgevoel en
geborgenheid zijn moderne sentimenten die pas afgelopen eeuw zijn ontstaan.
Om de dood van kinderen werd nauwelijks gerouwd en er leek een min aanwezig te zijn
voor de voeding van het kind, waardoor ouders erg onverschillig overkomen.
Er zijn verschillende verklaringen gegeven voor het mogelijk ontbreken van moderne
sentimenten in het gezinsleven: economische omstandigheden, sociaal-maatschappelijke
redenen en religieuze motieven. Ze zouden armoede en de hoge kindersterfte affectieve
relaties in de weg hebben gestaan. Pas na de verbetering van de economische
omstandigheden was er plaats voor liefde in het gezin en werd partnerkeuze bepaald door
romantische motieven en niet door zakelijke.
, Een andere verklaring is dat de veranderende gezinssamenstelling de opkomst van het
zogenaamde affectief individualisme zou hebben bevorderd. Zo kregen gezinnen meer
zelfstandigheid en kreeg de vader de rol van het hoofd van het gezin. Ook religieuze
invloeden worden in de zwarte legende genoemd als verklaring: calvinistische en puriteinse
ideeën over het huwelijk en de vader als hoofd van het gezin zouden emotioneel geladen
gezinsrelaties eerder in de weg hebben gestaan.
De visie van de zwarte legende: een kindertijd en warme, liefdevolle relaties binnen het
gezin zijn pas ontstaan na de verlichting en de industrialisatie, toen sociaaleconomische
omstandigheden en pedagogische en maatschappelijke denkbeelden veranderden en er
ruimte ontstond voor ‘de ontdekking van het gezin’.
2.6 - Reactie op de pessimistische visie: de witte legende
Aanhangers van de witte legende veronderstelden dat het kerngezin al vanaf de
middeleeuwen zichtbaar was, dat er ook toen al affectieve banden tussen gezinsleden
bestonden en dat er sprake was van emotionele betrokkenheid bij kinderen. Hun standpunt
is dat er eerder sprake is van een toename en een intensivering van het gevoelsleven en
een geleidelijke ontwikkeling naar het moderne gezinsleven, maar dat er zeker geen sprake
is van discontinuïteit.
Aanhangers van de witte legende betogen dat emoties binnen gezinnen sterk
cultuurgebonden zijn en dat er binnen samenlevingen grote verschillen kunnen optreden.
Ook zou het genre van dagboeken veranderd zijn: van zakelijk naar emotioneel. Ook van
belang was de overtuiging dat het tonen van grote bedroefdheid bij overlijden als
onchristelijk werd beschouwd, waardoor er niet gerouwd werd om overleden kinderen.
Conclusie moet volgens de witte legende zijn dat het gebrek aan rouw of verdriet in een
eerdere periode geen bewijs is voor gevoelloosheid van de ouders, maar voor berusting en
ingetogenheid.
Wat betreft het gebruik van de min wordt de invloed van heersende conventies en de
noodzaak door economische omstandigheden sterk benadrukt. Erasmus, Cats en Rousseau
begonnen een beweging dat er borstvoeding moest komen.
2.7 - Conclusie in het debat tussen zwart en wit
Feitelijk ontbreekt het zowel de zwarte als de witte legende aan nuance. De zwarte legende
heeft te veel geloof gesteld in vooruitgangsdenken en heeft de veranderlijkheid van
menselijk gedrag overschat. De witte legende onderschat juist de mogelijkheden tot
verandering. In het debat tussen zwart en wit is het van groot belang verschil te maken
tussen collectieve emotionele normen en het individuele gevoelsleven. De zwarte legende
gaat te veel uit van normen en gebruiken en stelt die gelijk aan attitudes en gevoelens.
Terwijl de witte legende het feitelijk gedrag ziet als een weerspiegeling van innerlijke
gevoelens.
2.8 - De mythe van het Europese gezin
Lange tijd werd aangenomen dat het moderne gezin of de moderne gezinssamenstelling is
ontstaan als gevolg van de industrialisatie. Er werd verondersteld dat mensen in Europa tot
die tijd samenleefden in grotere familieverbanden, waar zeer veel kinderen werden geboren
(en veel weer stierven) en waar de ouders door middel van gearrangeerde huwelijken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annegravesteijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.