Hoofdstuk 1 , 2.4.1-2.4.6, 2.6-2.6.2 en 2.7-2.7.2
March 30, 2021
10
2020/2021
Summary
Subjects
basisboek recht
recht
mens en recht
privaatrecht
publieksrecht
materieel recht
formeel recht
objectief recht
subjectief recht
semi
organisatie en rechterlijke macht
sancties niet naleven rechtsregels
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Bedrijfskunde
Processen in bedrijf
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
Frederique28
Content preview
Rechten
Hoofdstuk 1
1.1.1: Mens en recht
Belangentegenstelling: ieder mens wil belangen realiseren botst met belangen van een ander.
Belangentegenstelling is vaak de basis van juridische problemen. Een probleem oplossen via
eigenrichting: in een geschil je gelijk halen door zelf geweld te gebruiken (ofwel: recht van de
(economisch) sterkste). Oplossen via eigenrichting mag alleen als de wet in een specifieke situatie die
bevoegdheid aan de burger geeft. In beginsel mag alleen de overheid (politie) het recht met behulp
van geweld handhaven. De overheid heeft monopolie op rechtshandhaving m.b.v. dwangmiddelen
(geldboete, gevangenisstraf). Burgers kunnen problemen voorleggen aan de rechter om
onrechtmatige eigenrichting te voorkomen.
1.1.2: Organisatie rechterlijke macht
Nederland heeft hoge en lage rechters, met een eigen terrein waarop zij rechtspreken. Rechters zijn
lid van zittende magistratuur: rechters in de rechtszaal blijven zitten als zij aan het woord zijn.
Rechterlijke macht:
1. Rechtbank:
Eerste gerecht juridisch probleem wordt eerst door hen bekeken.
Kent meervoudige kamers met drie rechtsprekende rechters en enkelvoudige kamers
met één rechtsprekende rechter (kantonrechter, politierechter)
Uitspraak; dit noemen we vonnis ( oneens? hoger beroep naar het
Gerechtshof)
2. Gerechtshof:
De rechters bij een gerechtshof noemen we Raadsheren.
Uitspraak van gerechtshof noemen we: Arrest.
Één van de partijen is het niet eens met de uitspraak ( oneens? in cassatie;
onder voorwaarden het geschil voorleggen aan de Hoge Raad)
3. Hoge Raad:
Raadsheren.
Uitspraak: Arrest
Spreekt recht met vijf raadsheren.
Hoger beroep: de rechter kijkt nog een keer of de rechter in de rechtbank alle feiten goed heeft
beoordeeld, of er voldoende bewijs is en of het recht goed is toegepast. De uitspraak van het
Gerechtshof komt in de plaats van het vonnis van de rechtbank.
In cassatie: de Hoge Raad kijkt niet opnieuw of de feiten kloppen. Hij kijkt alleen of de lagere rechter
het recht juist heeft toegepast. Is dat niet het geval, dan wordt de zaak terugverwezen naar een
lagere rechter voor een nieuwe uitspraak.
1.1.3: Sancties op het niet naleven van rechtsregels
Doel van het recht: samenleving rechtvaardig, vreedzaam en efficiënt ordenen. Sanctie: middel om
het volgen van een voorschrift af te dwingen, of als straf voor een overtreding. Last onder
dwangsom: de overtreder moet elke dag dat hij de overtreding niet ongedaan maakt, een geldboete
betalen. Mensen houden zich minder snel aan regels waar geen sanctie op is gesteld.
, Rechten
1.2.1: Onderscheid privaatrecht – publiekrecht
Objectief recht (positief recht, geldend recht): rechtsregels die door de overheid zijn vastgesteld om
de samenleving te ordenen, en die in beginsel door sancties gehandhaafd kunnen worden.
Privaatrecht: houdt zich bezig met de rechtsverhouding tussen personen onderling. Onder de
persoon moet niet alleen de natuurlijke persoon worden verstaan, maar ook de rechtspersoon; een
organisatievorm die voor veel handelingen net als een natuurlijk persoon aan het rechtsverkeer mag
deelnemen.
Publiekrecht: houdt zich bezig met de rechtsverhouding tussen personen en overheid. (alleen van
toepassing als de overheid een handeling verricht die uitsluitend en alleen door de overheid verricht
kan worden). De volgende onderdelen maken deel uit van het publieksrecht:
Staatsrecht.
Bestuursrecht; wetten op gebied van milieu, bouwen, verzekeringen, etc.
bestuursorganen nemen de besluiten (Provincie, Rijksoverheid, …). Bij het nemen van
besluiten moeten regels opgevolgd worden. Zo niet, dan kan een belanghebbende een
procedure aanspannen tegen dit bestuursorgaan.
Strafrecht; een zaak tussen verdachte en de samenleving. Namens de samenleving treedt
het Openbaar Ministerie op. Het Openbaar Ministerie wordt vertegenwoordigd door een
officier van justitie.
Recht v.d. Europese Unie.
De handhaving van regels die tot privaatrecht behoren wordt aan de partijen zelf overgelaten. De
handhaving van regels die tot publiekrecht behoren is aan de overheid voorbehouden.
Materieel recht: regels die rechten verlenen en verplichtingen opleggen tussen burgers onderling,
tussen burgers en overheid en tussen overheden onderling. (Regels waar iedereen mee te maken
heeft).
Formeel recht: regels voor de manier waarop de regels van het materiële privaatrecht gehandhaafd
kunnen worden. Regels die aangeven hoe iemand zijn privaatrechtelijke rechten kan afdwingen
tegenover anderen.
Wetboek van strafvordering (Sv) geeft regels voor de wijze waarop de regels van het materiële
strafrecht gehandhaafd kunnen worden; regels hoe de overheid de verplichtingen kan afdwingen.
Regels van procesrecht worden aangeduid met formeel recht.
1.3.1: Objectief en subjectief recht
Objectief recht: geschreven en ongeschreven regels (normen): wat er mag, wat er moet, wat
verboden is. (rechtsregels die door de overheid zijn vastgesteld om de samenleving te ordenen, en
die in beginsel door sancties gehandhaafd kunnen worden).
Subjectief recht: het recht is ‘gekoppeld aan een persoon’ (een subject). Het slaat op een
bevoegdheid die een persoon heeft tegenover andere personen. (Vb: recht op studiebeurs).
Rechtssubjecten: personen met subjectieve rechten; Rechtssubjecten kunnen rechten uitoefenen;
stoffelijke voorwerpen die voor beheersing vatbaar zijn (huizen, boeken, ….). Rechtssubjecten
worden verdeeld in 2 groepen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Frederique28. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.