100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting De Geo Globalisering H1 t/m H3 5VWO $5.06   Add to cart

Summary

Samenvatting De Geo Globalisering H1 t/m H3 5VWO

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Hoofdstuk 1 tot en met 3 van het boek Globalisering van de Geo.

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • 1 tm 3
  • March 30, 2021
  • 20
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Globalisering samenvatting
Toets stof: H1+H2
Toets datum: 9 oktober

§1.1 de wereld indelen

Globalisering en global village
 De wereld is veranderd op gebed van communicatie; tijd en afstand zijn geen
probleem meer. Dat komt door verbetering van de ICT. Heel de wereld is met
elkaar verbonden; we vormen een global village.
 Daarnaast zijn er wereldwijd economische relaties: handel, geldstromen
of de uitwisseling van arbeidskrachten. Ook hebben landen politieke of
culturele banden met elkaar (bijv. internationaal overleg). De
toenemende vervlechting van sociale, culturele en politieke relaties
noemen we globalisering.

De wereld indelen
 De mate van globalisering veranderd per land; en meten we met de
globaliseringsindex. Verschillen in globalisering heeft o.a. te maken met het
verleden. We kijken bij globalisering naar de ontwikkelingen op het gebied van
cultuur, politiek, economie en demografie; hierdoor krijg je een beeld van de
voortgang van het globaliseringsproces. Op basis van overeenkomsten
tussen bewoners en gebieden delen we de wereld in regio’s met soortgelijke
kenmerken.

Cultuurgebieden
 Je kunt de wereld indelen in cultuurgebieden, dat is niet erg makkelijk omdat
er zoveel verschillende culturen zijn. We rekenen taal, religie, gewoonten,
waarden/normen, kunst en technologie tot cultuur.
 De overgang van het ene naar het andere cultuurgebied gaat geleidelijk
naarmate het schaalniveau lager wordt.
 op mondiaal niveau zijn er 4 brede overgangszones
- Het grensgebied tussen Noord-Amerika en Latijns-Amerika
- Enkele landen tussen Noord-Afrika en Latijns-Amerika
- Een gebied tussen Europa en de voormalige Sovjet-Unie
- Een zone tussen Rusland, Oost-Azië en Zuid-Azië
 De bevolking van een (groot) cultuurgebied is niet homogeen; ze delen
een lange geschiedenis maar hebben vaak hun eigen identiteit (vaak
taal en religie). Als het taalverschil tussen volken zo groot is dat
communicatie alleen via een derde taal mogelijk is, noemen we die
lingua franca. In veel gebieden is de taal van de vroegere koloniale
overheerser de lingua franca.
 Een godsdienst (cultuurelement) heeft invloed op de normen en
waarden van een samenleving.




Politiek mozaïek
1

,  Je kunt landen indelen op grond van politieke kenmerken door te kijken naar
spreiding van de politieke macht, in ontwikkeldere landen is er vaak meer
sprake van democratie.
 Het democratische gehalte kan je meten met de democratie-index;
waarin de waarde tussen 0 en 10 ligt. Kenmerken hiervan zijn: vrije
verkiezingen, het functioneren van de regering, de mate waarin de
bevolking deel uitmaakt van de politieke besluitvorming, de politieke
cultuur en het omgaan met mensenrechten (= rechten die iedere
wereldburger heeft).  Nederland staat binnen de top 10 (goed).

Rijke en arme regio’s
 Binnen/tussen cultuurgebieden verschilt de welvaart sterk; we meten deze
economische ontwikkeling vooral met het bruto binnenlands product per
inwoner (bbp/inwoner  = waarde van alle goederen/diensten die in een land
geproduceerd worden). Wanneer je over een groter of kleiner gebied spreekt
gaat het om het bruto regionaal product (brp/inwoner).
 Je meet welvaart door het bbp door het aantal inwoners; daarbij kijk je
naar:
- De betrouwbaarheid van de gegeven cijfers van de landen
- Word alles wat in een land geproduceerd wordt wel opgenomen in
het bbp?  in sommige landen is iedereen niet geregistreerd
waardoor de cijfers niet kloppen
- Is er rekening gehouden met de prijsverschillen van landen? In
landen waar de prijzen van goederen en diensten zijn is de
koopkracht groter.  je kunt daar met hetzelfde inkomen meer
kopen.
- In een land kan er sprake zijn van onrechtvaardig grote
welvaartsverschillen; een dergelijke regionale ongelijkheid wordt
door het landelijke gemiddelde verborgen; dat gebeurt ook als er
sprake is van sociale ongelijkheid.

Beroepsbevolking
 Het economische ontwikkelingspeil van gebieden kun je ook afleiden uit de
samenstelling van de beroepsbevolking  die verandert naarmate het
ontwikkelingspeil toeneemt
 Het aandeel dat in de landbouw werkt (primaire sector) is een goede
indicator voor het economische ontwikkelingspeil; bij de
secundaire/tertiaire sector is dat lastiger; de hoogste lonen liggen vaak
in de zakelijke dienstverlening.

Dicht- en dunbevolkte regio’s
 De bevolkingsspreiding in de wereld is ongelijkmatig. De
bevolkingsdichtheid (= gemiddelde inwoners per km2) is laag in extreem
koude, droge of hooggelegen regio’s.
 De verstedelijking/urbanisatiegraad hangt samen met het
ontwikkelingspeil
 Verstedelijkingstempo= tempo waarin % stadsinwoners toeneemt.


§1.2 scheidslijnen in Europa

2

, Eurazië, of Europa en Azië?
 Het is onduidelijk waar precies de grens tussen Europa en Azië ligt. Voor veel
Europeanen hield Europa op bij het IJzeren Gordijn. Na de Koude Oorlog
(1989) lijkt het zo te zijn dat de grens verschoven is.
 Romaanse talen (Italiaans, Frans, Portugees, Spaans). Baltisch-
Slavische talen (Russisch, Oekraïens, Pools, Bulgaars, Tsjechisch).
Germaanse talen (Engels, Nederlands, Duits).
 Diffusie= verspreiding van een verschijnsel van gebied tot gebied (=
ruimtelijke diffusie) of binnen bevolkingsgroepen (= sociale diffusie).

Staatkundige verbrokkeling
 Europa is op de kaart heel klein, maar er zijn veel landen. De staatkundige
indeling is in de jaren flink veranderd; denk hierbij aan de Sovjet-Unie en
Joegoslavië die aan het eind van de 20e eeuw uiteen vielen. Staatkundige
verbrokkeling gebeurt niet zomaar; geopolitieke, culturele en economische
factoren spelen een rol hierbij:
 De term geopolitiek gebruiken we om de machtsverhouding tussen
(groepen) landen te omschrijven. Door het uiteenvallen van
Joegoslavië en Tsjecho-Slowakije ontstonden kleinere landen zoals
Kroatië, Tsjechië, Slowakije.  dit gaat niet altijd zonder conflicten
binnen de landen
 Een tweede factor die van invloed is op het ontbreken van staatkundige
stabiliteit, is de culturele verscheidenheid in de Europese landen.
Wanneer volken actief weestand bieden tegen natievorming, kan dat
leiden tot regionalisme (= het streven naar een vorm van zelfbestuur
of een eigen soevereine staat). Als het verkrijgen van een eigen staat
werkelijkheid wordt, is er sprake van separatisme.
- Een voorbeeld is het zelfstandig worden van Catalonië in Spanje.
 Ten slotte zorgen ook economische factoren voor nieuwe scheidslijnen.
Niet iedereen in een land of gebied is even rijk.

Eenwording en blokvorming
 Europa heeft niet alleen te maken met staatkundige verbrokkeling, maar ook
met eenwording: denk hierbij aan West- en Oost-Duitsland; zij gingen op in
één nieuwe staat. Ook probeerde soevereine landen een sterkere positie te
verkrijgen. De Europese Unie is het resultaat van een lange periode van
blokvorming (= organisatie van landen. Vooral op economisch/politiek
gebied). Door de snelle uitbreiding van de Eu is de globalisering in dit
samenwerkingsverband sterk toegenomen.
 Na de Koude Oorlog sloten veel Midden en Oost-Europese landen zich
aan bij de EU.  Hierdoor breidde de samenwerking uit tot meer
vlakken: politiek, migratie, financiën en veiligheid.
 De economische blokvorming is veel krachtiger dan de politieke
blokvorming; op politiek gebied willen landen vaak gun soevereiniteit
niet kwijt.


Krimp in Europa

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller georgia2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.06
  • (0)
  Add to cart