Samenvatting Sociale psycologie; Alles dat je wil weten over de samenleving
2 views 0 purchase
Course
Sociale Psychologie
Institution
Hogeschool Leiden (HSL)
Book
Sociale psychologie
Het is een volledige samenvatting van alle termen/begrippen van het boek Sociale psychologie. Er wordt genoeg context aangeboden om termen te leren begrijpen en vele stukken hebben met elkaar te maken.
Het is in een comfortabele manier te lezen, waardoor het leren meer impliciet wordt gedaan.
Abstract
Dit is een zelfgeschreven samenvatting van het boek Sociale Psychologie.
Alle nodige begrippen + extra context staan in deze samenvatting.
Wees ervan bewust dat het ‘leren’ voor iedereen anders is. Herhaling, het activeren van zo veel
mogelijk verschillende zintuigen en het ‘begrijpen’ zijn effectieve manieren van leren. ‘If
you can’t explain it simply, you don’t understand it well enough.’ Albert Einstein
Sjors T.
23-02-2021
,Inhoudsopgave
Elk nummer representeert het desbetreffende hoofdstuk!
1.1.1; Inleiding tot de sociale psychologie..............................................................................................5
1.1.2; Wat is sociale psychologie nou eigenlijk niet?..........................................................................5
1.2.1; De macht van de situatie..............................................................................................................5
1.3.1; De macht van sociale interpretatie...............................................................................................5
1.4.1; De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven...........................................6
1.4.2; Het motief van de sociale cognitie: de behoefte om accuraat waar te nemen.........................6
2.1.1; Methodologie: hoe doen sociaal psychologen onderzoek?..........................................................6
2.1.2; Hypothesen gebaseerd op persoonlijke observaties................................................................7
2.1.3; Onderzoeksmethoden..........................................................................................................7
2.2.1; De observationele methode: sociaal gedrag beschrijven.............................................................7
2.2.2; De analyse van archieven & beperkingen van de observationele methode.............................8
2.3.1; De correlationele methode: sociaal gedrag voorspellen..............................................................8
2.3.2; Beperkingen van de correlationele methode: correlatie is niet hetzelfde als causaliteit.........8
2.4.1; De experimentele methode: causale vragen beantwoorden & (on)afhankelijke variabelen........9
2.4.2; interne validiteit in experimenten............................................................................................9
2.4.3; Externe validiteit in experimenten......................................................................................10
2.5.1; Nieuwe ontwikkelingen in het sociaalpsychologisch onderzoek: cultuur en sociale psychologie
..............................................................................................................................................................11
2.6.1; Ethische thema’s in de sociale psychologie................................................................................11
3.1.1; Sociale cognitie: hoe we denken over de sociale wereld............................................................12
3.2.1; Op de automatische piloot: denken zonder inspanning.............................................................12
3.2.2; Soorten automatisch denken..................................................................................................13
3.2.3; Automatisch denken en metaforen over lichaam en geest................................................13
3.3.1; De invloed van cultuur op sociaal denken..................................................................................14
3.3.2; Holistisch versus analytisch denken........................................................................................14
3.4.1; Gecontroleerde sociale cognitie: ingespannen denken..............................................................14
3.4.2; Het verleden mentaal ongedaan maken: tegenfeitelijk redeneren........................................15
3.4.3; gedachteonderdrukking......................................................................................................15
4.1.1; Sociale perceptie: hoe we andere mensen begrijpen.................................................................15
4.1.2; Cultuur en de vormen van non-verbale communicatie..........................................................16
4.2.1; Eerste indrukken: snel en hardnekkig.........................................................................................16
4.2.2; Eerste indrukken en non-verbale communicatie in ons voordeel gebruiken..........................17
4.3.1; Causale attributie: het beantwoorden van het waarom.............................................................17
, 4.3.2; Het covariatiemodel: interne versus externe attributies........................................................17
4.3.3; De fundamentele attributiefout: de mens als persoonlijkheidspsycholoog........................18
4.4; cultuur en sociale perceptie..........................................................................................................19
5.1.1; Het Zelf: onszelf begrijpen in een sociale context......................................................................19
5.1.1; Functies van het zelf...............................................................................................................19
5.2.1; Zelfkennis: zelfkennis door middel van introspectie...................................................................20
5.2.2; zelfkennis door middel van zelfobservatie..............................................................................20
5.2.3; Ander mensen gebruiken voor zelfkennis...........................................................................22
5.3.1; Zelfcontrole: de uitvoerende functie van het zelf.......................................................................22
5.4.1; Impressiemanagement: de wereld is een schouwtoneel...........................................................23
5.5.1; Het zelfvertrouwen: hoe we over onszelf denken......................................................................23
6.1.1; De Behoefte om ons handelen te rechtvaardigen: Een stabiel, positief zelfbeeld in stand
houden.................................................................................................................................................24
6.1.2; Beslissingen, beslissingen en nog eens beslissingen...............................................................24
6.2.1; Zelfrechtvaardiging in het dagelijks leven: Je inspanningen rechtvaardigen..............................25
6.2.1; Externe versus interne rechtvaardiging..................................................................................25
6.2.3; Straf en zelfoverreding.......................................................................................................25
6.3.1; Een negatief zelfbeeld en dissonantie: Consistentie van negatief zelfbeeld met immoreel
gedrag...................................................................................................................................................26
6.3.2; Ons zelfconcept bevestigen of verheffen?..............................................................................26
7.1.1; Attitudes en attitudeverandering: gedachten en gevoelens beïnvloeden..................................27
7.1.2; Expliciete versus impliciete attitudes......................................................................................28
7.2.1; Attitudes en het voorspellen van (spontaan)gedrag...................................................................28
7.2.2; Gepland gedrag voorspellen...................................................................................................28
7.3.1; Attitudeverandering: Attitudes veranderen door gedrag te veranderen, opnieuw de cognitieve
dissonantietheorie................................................................................................................................29
7.3.2; Persuasieve communicatie en attitudeverandering...............................................................29
7.3.3; Emotie en attitudeverandering...........................................................................................30
7.4.1; De macht van reclame: Hoe werkt reclame?..............................................................................30
7.4.2; Subliminale reclame...............................................................................................................30
7.4.3; Reclame, stereotypen en cultuur........................................................................................30
7.5; Persuasieve boodschappen weerstaan: Inenten tegen attitudeverandering................................31
8.1.1; Conformisme: Sociale invloed en aanpassing van gedrag..........................................................31
8.2.1; Informationele sociale invloed: De behoefte om te weten wat ‘juist’ is.....................................31
8.2.2; De schaduwzijde van informationeel conformisme................................................................31
8.2.3; Wanneer conformeren mensen zich aan informationele sociale invloed?.........................31
, 8.3.1; Normatieve sociale invloed: De behoefte om geaccepteerd te worden.....................................32
8.3.2; De sociale impacttheorie........................................................................................................32
8.3.3; Minderheidsinvloed: Als een paar mensen de meerderheid beïnvloeden.........................32
8.4.1: Strategieën voor het gebruiken van sociale invloed: De rol van injunctieve en descriptieve
normen.................................................................................................................................................33
8.4.2; Gedragsverandering door middel van normen: Pas op voor het boemerangeffect................33
8.4.3; Andere tactieken van sociale invloed.................................................................................33
8.5.1; Gehoorzamen aan gezag: De rol van normatieve sociale invloed...............................................33
8.5.2; De rol van informationele sociale invloed..............................................................................34
9.1.1; Wat is een groep? Waarom sluiten mensen zich aan bij groepen?............................................34
9.1.2; Sociale normen en groepsnormen..........................................................................................34
9.1.3; Groepscohesie....................................................................................................................34
9.2.1; Groepen en het gedrag van individuen: Sociale facilitatie: Als de aanwezigheid van anderen ons
energie geeft........................................................................................................................................35
9.2.2; Social loafing: Als de aanwezigheid van anderen ons ontspannen maakt..............................35
9.2.3; De-individuatie: opgaan in de menigte...............................................................................35
9.3.1; Groepsbeslissingen: Procesverlies..............................................................................................36
9.3.2; Groepspolarisatie: een kwestie van uitersten........................................................................36
9.3.3; Leiderschap in groepen.......................................................................................................36
9.4.1; Conflicten en samenwerking: sociale dilemma’s........................................................................37
10.1.1; Waardoor wordt aantrekkelijkheid veroorzaakt?.....................................................................37
10.3.1 liefde en intieme relaties...........................................................................................................38
10.4.1 Het beëindigen van intieme relaties..........................................................................................40
11.1.1; Basismotieven voor prosociaal gedrag: Evolutionaire psychologie: instincten en genen.........41
11.1.2; Sociale uitwisseling: de kosten en baten van behulpzaamheid............................................41
11.1.3; Empathie en altruïsme: het zuivere motief om te helpen................................................41
11.2.1; Persoonlijke kwaliteiten en prosociaal gedrag: individuele verschillen: de altruïstische
persoonlijkheid.....................................................................................................................................42
11.2.2; genderverschillen in prosociaal gedrag................................................................................42
11.2.3; Culturele verschillen in prosociaal gedrag........................................................................42
11.3.1: Situationele determinanten van prosociaal gedrag: Omgeving................................................42
11.3.2; Mobiliteit van inwoners........................................................................................................42
11.3.3; Het omstandereffect.........................................................................................................42
11.4.1; Het bevorderen van prosociaal gedrag.....................................................................................43
12.1.1; De definitie en oorzaken van agressie: is agressie aangeboren, aangeleerd of optioneel?......43
12.1.2; Cultuur en agressie...............................................................................................................43
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sjorstimmer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.82. You're not tied to anything after your purchase.