100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Antwoorden Burgerlijk Recht Praktisch Verbintenissenrecht, ISBN: 9789001875572 $5.93   Add to cart

Class notes

Antwoorden Burgerlijk Recht Praktisch Verbintenissenrecht, ISBN: 9789001875572

 14 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Antwoorden van de werkcolleges burgerlijk recht

Preview 4 out of 39  pages

  • March 30, 2021
  • 39
  • 2020/2021
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
Werkboek

,WERKCOLLEGE 1

Te bestuderen literatuur:
Praktisch Goederenrecht:
Hoofdstuk 1: Basisbegrippen van het goederenrecht


Onderwerpen:
 Het systeem van het vermogensrecht
 Goederen, zaken en vermogensrechten
 Roerende en onroerende zaken
 Hoofdzaak en bestanddeel
 Registergoederen en niet-registergoederen
 Natuurlijke en burgerlijke vruchten


Vraag 1.
Het burgerlijk recht (of: privaatrecht) bestaat uit drie rechtsgebieden: het vermogensrecht, het
personen- en familierecht (boek 1 BW) en het rechtspersonenrecht (boek 2 BW). Het
vermogensrecht bestaat op zijn beurt weer uit twee (sub)rechtsgebieden.


a. Welke rechtsgebieden zijn dit?
goederenrecht en verbintenissenrecht
b. Wat verstaat de jurist onder het begrip ‘vermogen’?
het geheel van op geld waardeerbare rechten en verplichtingen van een rechtssubject
c. Wat verstaan we onder ‘het vermogensrecht’?
het objectieve recht, alle op een bepaald moment geldende regels met betrekking tot
subjectieve rechten en plichten die onderdeel van een vermogen kunnen vormen
d. Wat verstaat men onder ‘een vermogensrecht’? Noem twee voorbeelden.
het subjectieve recht, een aan een bepaald persoon toekomend recht dat deel maakt
uit zijn vermogen
e. Wat is het verschil tussen het goederenrecht en het verbintenissenrecht?
goederenrecht is een rechtsrelatie tussen persoon en goed, verbintenissenrecht is
tussen personen

, f. In welke boeken van het Burgerlijk Wetboek is het goederenrecht te vinden en waar het
verbintenissenrecht?
goederenrecht: boek 3 en 5
verbintenissenrecht: boek 3, 6, 7, 7A en 8



Piet heeft een fiets, een spaartegoed van 1000 euro en een welluidende achternaam: Puk.
Fiets: goederenrecht, eigendomsrecht
Spaartegoed: vorderingsrecht, verbintenissenrecht
(art. 3:6 BW)


Vraag 2.
Bert heeft een dvd-speler van Geert geleend. Bert verkoopt de dvd-speler aan Mark.
Geef aan of onderstaande vragen goederenrechtelijk dan wel verbintenisrechtelijk van aard zijn.
a. Is er een geldige koopovereenkomst tot stand gekomen?
verbintenisrechtelijk
b. Wie is eigenaar van de dvd-speler na het sluiten van de koopovereenkomst?
goederenrechtelijk


Vraag 3.
a. Welke goederen onderscheidt de wet? Noem de relevante wetsartikelen.
Zaken (art. 3:2 BW) en vermogensrechten (art. 3:6 BW)  art. 3:1 BW
b. Wat is volgens de wetgever een vermogensrecht? Noem het relevante wetsartikel.
Drie categorieën (art. 3:6 BW)



Vraag 4.
Geef aan op grond van welke categorie van art. 3:6 BW er sprake is van een vermogensrecht.
a. Het eigendomsrecht van je fiets.
Ja, 1e categorie (op basis van overdraagbaar, al dan niet in combinatie met een ander recht)
b. De afspraak met je buurvrouw om elke donderdag tegen betaling op te passen op je
buurjongen.
Ja, 3e categorie (op basis van verkregen recht in ruil voor stoffelijk voordeel)



2

, c. Het vorderingsrecht van € 50 van jou op je broer ontstaan uit een overeenkomst van
geldlening.
Ja, 1e categorie (op basis van overdraagbaar, al dan niet in combinatie met een ander recht.
Overdragen door middel van akte van cessie)
d. Het recht op smartengeld van mevrouw X (ontstaan uit onrechtmatige daad van Y).
Ja, 2e categorie (op basis van ertoe strekken een rechthebbende een stoffelijk (materieel)
voordeel te verschaffen)


Vraag 5.
Welke twee categorieën ‘zaken’ noemt de wet? Noem de relevante wetsartikelen en geef drie
voorbeelden bij beide categorieën.
Onroerende zaken (art. 3:3 lid 1 BW): huis
Roerende zaken (art. 3:3 lid 2 BW): kleding, auto


Vraag 6.
Geef in de onderstaande gevallen aan of sprake is van een roerende zaak of een onroerende zaak.
Geef daarbij tevens aan of al dan niet sprake is van een registergoed.
a. een treurwilg in een park.  onroerende zaak, niet-registergoed
b. een conifeer in een tuincentrum (de conifeer staat niet in de grond).  roerende zaak, niet-
registergoed
c. een vrachtauto.  roerende zaak, niet-registergoed
d. Een containerschip.  roerende zaak, registergoed
e. Een stacaravan op een bungalowpark.  (on)roerende zaak (ligt eraan of het duurzaam met
de grond is verenigd, Portacabinarrest), registergoed
f. Een windmolen.  onroerende zaak, registergoed


Vraag 7.
a. Wanneer is een zaak een bestanddeel van een hoofdzaak? Noem de relevante
wetsartikelen.
- Als het volgens de verkeersopvatting onderdeel is van een zaak (art. 3:4 lid 1 BW)
- Afscheiding niet mogelijk zonder schade (lid 2)




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ivanaah. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93  3x  sold
  • (0)
  Add to cart