100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting CMI-1 week 7 (ZSO's & colleges) $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting CMI-1 week 7 (ZSO's & colleges)

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

een samenvatting van de zevende week van CMI-.

Preview 3 out of 20  pages

  • March 31, 2021
  • 20
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Christiaan Winkelmeijer (Student geneeskunde, UvA Amsterdam)

Samenvatting CMI-1 2019-2020
Week 7

ZSO: normale hartpresentatie
Kun je de korte en lange termijn regulatie van de arteriële bloeddruk uitleggen
Op de korte termijn wordt de arteriële bloeddruk gereguleerd door de neurale weg. Deze
bestaat uit een ortho-sympatische en een parasympatische route. De ortho-sympatische
route wordt gevormd door de nn. accelerantes wiens oorsprong in de bovenste grensstreng
is gelegen. De ortho-sympatische route gebruikt noradrenaline als neurotransmitter.
De parasympatische route wordt gevormd door de rami cardiaci van de nn. vagi, wiens
oorsprong in de medulla oblongata ligt. Deze route maakt gebruik van acetylcholine als
neurotransmitter.

Op de lange termijn bestaat de regulatie van de bloeddruk uit hormonale beïnvloeding. Een
voorbeeld is adrenaline wat bindt aan een receptor en vervolgens een G-eiwit loslaat. Dit G-
eiwit bindt aan adenylaat cyclase wat door middel van de second messanger cyclisch AMP
pKA loslaat in de cel.

Kun je uitleggen welke rol het sympathische en parasympatische zenuwstelsel speelt in de
regulatie van de bloeddruk en de hartprestatie
Het sympatische zenuwstelsel zorgt voor een versnelde hartslag en een versterkte
contractiekracht. Daarnaast zorgt het ook voor een versterkte relaxatie. Dit systeem loopt
vooral via beta-1-receptoren (en voor een klein deel op beta-2-receptoren).

Het parasympatische zenuwstelsel zorgt juist voor ontspanning en een lagere hartslag. De
parasympaticus heeft ook een klein negatief effect op de contractiekracht. Dit systeem loopt
vooral via de muscurine-2-receptoren.

Kun je het mechanisme uitleggen hoe het hartminuutvolume (cardiac output) wordt
gemoduleerd
Baroreceptoren in de wand van de a. carotis communis sensen de druk aldaar. Als de druk
lager is dan 50 mmHg dan is er een lage vuurfrequentie naar de uitgaande zenuw, als de
druk hoger wordt richting de 180 mmHHg dan neemt de vuurfrequentie toe. Deze signalen
gaan via de n. glossopharyngeus naar de medulla oblongata. De medulla moduleert
vervolgens de vagale activiteit (bloedvatverwijding) en stuurt een efferent signaal via de nn.
vagi naar de sinusknoop. In het geval van vertraging vuurt deze dan langzamer en anders
sneller. Bij een te hoge druk in de baroreceptoren is er 0,6 seconde na het aankomen bij de
sinusknoop effect à als er dus te hoge bloeddruk wordt gesenst wordt dit tegen gegaan
door een frequentiedaling in dezelfde hartcyclus.

Baroreceptoren in de wand van de aortaboog sensen ook de bloeddruk. Als hier de
bloeddruk onder de 50 mmHg zakt zijn de sensoren ontspannen en toenemend naar de 180
mmHg wordt de vuurfrequentie hoger. Dit gaat via de n. vagus die aansluit op de medulla
oblongata die daar de vagale activiteit moduleert. Vervolgens gaat er vanaf de medulla weer
naar de nn. vagi een efferent signaal naar de sinusknoop waar het effect hetzelfde is als bij
de carotiden.

,Christiaan Winkelmeijer (Student geneeskunde, UvA Amsterdam)



Begrijp je hoe de veneuze terugstroom gekoppeld is aan het hartminuutvolume
Als er meer venous return is dan stijgt in eerste instantie het eind diastolisch volume. Het
eind diastolisch volume hangt ook af van
- de vullingstijd (hoe langer hoe hoger het volume)
- de compliantie (hoe groter de compliantie, hoe slapper, hoe hoger het volume).

Het eind systolisch volume wordt bepaald door:
- De preload (hoe hoger de preload oftewel het EDV hoe hoger het ESV)
- De afterload (hoe hoger de afterload hoe hoger het ESV)
- De hartfrequentie (hoe hoger de hartfrequentie hoe lager het ESV)
- De contractiliteit (noradrenaline verhoogt de contractiliteit en de contractiekracht en
dus is het ESV lager)

Als er rek plaatsvindt in de atria dan gaat er vanuit lage drukreceptoren in de atria een
signaal naar het depressor gebied van de medulla oblongata. Hier wordt de hartslag verlaagd
zodat de CO kan toenemen à een lagere hartslag verlengd de vullingstijd en dus het EDV

De Bainbridge reflex is precies het tegenovergestelde. Deze reflex wordt veroorzaakt door
rek van B-type receptoren in het hart en zorgen voor een snellere hartslag.

ZSO: links en rechtszijdig hartfalen (decompensatio cordis)
Bij iemand met linkszijdig systolisch hartfalen kan de linker harthelft de hoeveelheid bloed
uit de longen niet meer aan. En dus wordt er minder bloed naar de aorta gepompt. In
grafiekvorm ziet dat er zo uit:




Door de insufficiëntie is de druk lager geworden en is het volume in de kamer groter na elke
hartslag (er blijft volume in de kamer). Ook is de ESPVR gedaalt.

Bij diastolisch hartfalen blijft de spier zich aanspannen en kan de hartspier niet meer goed
ontspannen waardoor het volume in de kamer kleiner wordt en de druk hoger blijft.

, Christiaan Winkelmeijer (Student geneeskunde, UvA Amsterdam)

Linker kamer falen door volume overbelasting kan komen door:
- Klepinsufficiëntie
- Anemie
- Schildklierstoornis
Linker kamer falen door druk overbelasting kan komen door:
- Hypertensie
- Aortaklepstenose
- Septumhypertrofie
Linker kamer falen door verminderde contractiliteit kan komen door:
- Vergiftiging (intoxicatie)
- Infectie (sepsis)

De NYHA klasse zegt iets over de mate van hartfalen van een persoon:
- Bij klasse I heeft een patiënt in rust geen klachten en bij beweging ook niet
- Bij klasse II heeft een patiënt in activiteit klachten en in rust gaan deze weer weg
- Bij klasse III heeft een patiënt bij geringe activiteit al klachten en is er een duidelijke
beperking van fysieke activiteit
- Bij klasse IV heeft een patiënt ook in rust klachten en een grote beperking van fysieke
activiteit

Een betablokker remt de hartslag door te binden op betareceptoren waar normaal
adrenaline zou binden om de hartslag te versnellen. Dit leidt bij COPD niet tot toename van
dyspnoe, een betablokker helpt bij COPD zelfs omdat de passagetijd verlengd wordt.
Aan de hand van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek de diagnose
hart- falen en de oorzaak van hartfalen formuleren.
Anamnese:
- Inspanningsvermogen uitvragen
- Kortademigheid uitvragen (bij inspanning of ook in rust), orthopneu
- Nachtelijke vermoeidheid
- Mogelijke oorzaken of triggers voor hartfalen à angieuze klachten, palpaties, etc.

LO:
- Hart: ictus cordis, zachte harttonen?
- CVD
- Perifeer oedeem
- Longen: crepitaties (en waar?), verlengd expirium
- Ogen à bleke sclerae passen bij anemie

Aanvullend onderzoek:
- Labonderzoek
o BSE (infectie parameter)
o Hb
o NT proBNP
o Kreatinine (eGFR)
- X thorax
- Echo van het hart
- Long functieonderzoek

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ChristiaanWinkelmeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart