Behandeling En Interventie Gericht Op Psychosociale Problemen, Leerproblemen En Ontwikkelingsproblemen (200300085)
Summary
Samenvatting van het hele boek van Prins 2018 + ALLE verplichte artikelen voor het vak behandeling
39 views 0 purchase
Course
Behandeling En Interventie Gericht Op Psychosociale Problemen, Leerproblemen En Ontwikkelingsproblemen (200300085)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen
In deze samenvatting is het boek van Prins (2018) geheel samengevat, plus ALLE verplichte artikelen die geleerd moeten worden voor het tentamen. Alles is in het Nederlands geschreven en de samenvatting bevat ook belangrijke tabellen en figuren.
methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Pedagogische Wetenschappen
Behandeling En Interventie Gericht Op Psychosociale Problemen, Leerproblemen En Ontwikkelingsproblemen (200300085)
All documents for this subject (18)
Seller
Follow
anoukplaatsman
Reviews received
Content preview
Inhoud
Week 1:...........................................................................................................................................................................3
Johnson et al. (1997). Hoofdstuk 1: Conceptual models and their relevance to assessment and intervention..........3
Richtlijn ADHD voor jeugdhulp en jeugdbescherming (2017). Hoofdstuk 4: Interventies...........................................7
Richtlijn ADHD voor jeugdhulp en jeugdbescherming (2017). Hoofdstuk 5: Het pedagogisch klimaat op school en in
de behandelgroep.....................................................................................................................................................10
Tak et al., (2014). Hoofdstuk 1: De plaats van diagnostiek binnen het hulpverleningsproces...................................12
Tak et al, (2014). Hoofdstuk 3: Methodische aspecten van diagnostiek....................................................................14
De Bruyn et al. (2005). Hoofdstuk 9: De indicatieanalyse..........................................................................................17
De Bruyn et al. (2005). Hoofdstuk 10: Advisering......................................................................................................20
Week 2:......................................................................................................................................................................... 23
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 1: gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen............................................................23
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 2: gedragsassessment en psychodiagnostiek bij kinderen en jeugdigen: een getrapte
benadering................................................................................................................................................................28
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 3: operante technieken en mediatietherapie bij ouders en leerkrachten..................33
Week 3:......................................................................................................................................................................... 38
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 12: evidence-based behandeling voor kinderen en adolescenten, aandachtspunten
en commentaar.........................................................................................................................................................38
Veerman et al. (2006). Hoofdstuk 1: wat is praktijkgestuurd effectonderzoek?.......................................................41
Veerman et al. (2006). Hoofdstuk 2: op weg naar veelbelovend...............................................................................43
Veerman et al. (2006). Hoofdstuk 3: een kwestie van bewijzen................................................................................46
Kennisclip Functieanalyse..........................................................................................................................................49
Kennisclip Betekenisanalyse......................................................................................................................................49
Kennisclip Holistische Theorie...................................................................................................................................50
Week 4:......................................................................................................................................................................... 50
Cladder et al. (2009). Paragraaf 1.2.4: de leerprincipes, symbolen en terminologie.................................................50
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 4: anti-angsttechnieken..............................................................................................51
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 5: trainen van sociale vaardigheden bij kinderen en jeugdigen.................................53
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 6: zelfregulatie en cognitieve gedragstherapie..........................................................56
Week 5:......................................................................................................................................................................... 60
Ruijssenaars & van Luit (2009). Paragraaf 6: behandeling (Leerstoornissen: dyslexie en dyscalculie)......................60
Van der Leij (2017). Dyslexie. Diagnostiek en behandeling.......................................................................................62
Kroesbergen & van Luit. (2003). Mathematics interventions for children with special educational needs...............62
Week 6:......................................................................................................................................................................... 63
De Graaf et al. (2011). Evidence-based werken in de jeugd-GGZ..............................................................................63
Weisz et al. (2012). Testing standard and modular designs for psychotherapy treating depression, anxiety and
conduct problems in youth........................................................................................................................................65
Chorpita & Daleiden. (2009). Mapping evidence-based treatments for children and adolescents...........................65
1
,Week 7:......................................................................................................................................................................... 66
Van Yperen et al. (2010). Algemeen en specifiek werkzame factoren in de jeugdzorg. Stand van de discussie........66
Van den Broek (2017). Hoofdstuk 10: emotionele ontwikkeling en methodische ondersteuning............................68
Olivier-Pijpers et al. (2020). Cross-sectional investigation of relationships between the organisational environment
and challenging behaviours in support services for residents with intellectual disabilities.......................................70
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 7: non-specifieke therapeutische factoren.................................................................71
Bartelink et al. (2013). Hoofdstuk 4: indiceren in dialoog.........................................................................................72
Week 8:......................................................................................................................................................................... 76
Byrne et al. (2019). Lighthouse Parenting Programme: discription and pilot evaluation of mentalization-based
treatment to adress child maltreatment...................................................................................................................76
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 10: behandeling van kinderen in de context van ouders en gezin.............................77
Rivett & Buchmüller (2018). Integrative family therapy............................................................................................78
Carr (2019). Family therapy and systemic interventions for child-focused problems...............................................79
Overige literatuur..........................................................................................................................................................82
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 8: spel en verveelding: het communicatiemiddel in gedragstherapie en
schematherapie.........................................................................................................................................................82
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 9: gedragstherapie bij adolescenten..........................................................................84
Prins et al. (2018). Hoofdstuk 11: ontwikkelingen binnen de cognitieve gedragstherapie bij kinderen en
adolescenten.............................................................................................................................................................86
2
,Week 1:
Johnson et al. (1997). Hoofdstuk 1: Conceptual models and their relevance to assessment and
intervention.
Kinderen kunnen problemen ervaren op één of meerdere gebieden: cognitie, gedrag en emotie. Ook kunnen er moeilijkheden
ontstaan doordat hun problemen ze voortdurend in conflict brengen met hun omgeving. Dit zijn o.a. conduct disorders
(gedragsstoornissen), die buitensporig agressief en antisociaal gedrag kunnen omvatten, evenals hyperactiviteit. Andere minder
ernstige moeilijkheden die kinderen vaak ervaren tijdens het ontwikkelingsproces zijn problemen bij zindelijkheidstraining, niet-
naleving (tegenwerken), driftbuien en rivaliteit tussen broers/zussen etc. Deze problemen komen vaak voor en zijn kort van duur
als het adaptief wordt behandeld. Echter kunnen deze problemen leiden tot significante oudermanagementproblemen die
professionele hulp vereisen.
I.t.t. psychopathologie bij volwassenen is kennis over kinderstoornissen ver achtergebleven. Hetzelfde geld voor onderzoek naar
behandeling bij kinderen. Ondanks dat het niet geheel duidelijk is waarom er zoveel verschil is tussen onderzoek naar
volwassenen en kinderen, zijn er een aantal complexe factoren voorgesteld die dit zouden verklaren:
De inferieure status die historisch door de samenleving aan kinderen wordt toegekend
Financieringspatronen die in het verleden de voorkeur gaven aan GZ opleidingen gericht op volwassenen i.p.v. kinderen
De voorkeur van de federale financiering voor GZ onderzoek naar volwassenen
Historisch gezien leidde dit tot het toepassen van de kennis over volwassenen op kinderen wat ervoor zorgde dat belangrijke
ontwikkelingsfactoren werden genegeerd, die van belang zijn om de aard van de problemen bij kinderen goed te begrijpen en
om effectieve interventiestrategieën te plannen.
Omdat er nu meer onderzoek en interesse is in kinderpsychopathologie, is er meer besef over de psychologische problemen van
de kindertijd en hoe ze verschillen van volwassenen. Hoewel het begrip van kinderproblematiek nog niet volledig is, is er nu
meer kennis dan vroeger en wordt er nog meer onderzoek gedaan naar de aard van kinderstoornissen. Omdat er meer interesse
is in kinderpsychopathologie wordt er ook meer aandacht besteed aan de behandeling van kinderen. Traditionele benaderingen
van kinderbehandeling, zoals psychodynamische en cliëntgerichte therapieën, hebben de afgelopen jaren blijvende
belangstelling gekregen. Familie- en gedragsbenaderingen zijn ook in de klinische praktijk aanzienlijk populair geworden. Er
wordt ook meer gebruik gemaakt van farmacologische en dieet behandelingen voor kinderproblematiek.
Conceptualiseren van deviant gedrag
Bij het beoordelen van een casus moet 1) een oordeel worden geveld over het belang van verschillende factoren die mogelijk
bedragen aan de problemen van het kind en 2) er moeten beslissingen worden genomen over die aanpak van beoordeling en
behandeling. De gekozen aanpak wordt meestal sterk beïnvloed door het model van psychpathologie: een verzameling
werkveronderstellingen m.b.t. de rol van biologische, psychologische, sociale omgevingsfactoren en/of andere factoren waarvan
wordt aangenomen dat ze bijdragen aan de ontwikkeling van psychopathologie. Het vertegenwoordigt het conceptuele en
theoretische kader de clinicus gebruikt om informatie over de patiënt te ordenen en ‘abnormaal’ gedrag te begrijpen. Het
bepaalt de factoren die causaal verband houden met de problemen van het kind en de aanpak van de beoordeling en de keuze
van de daaropvolgende behandeling.
Andere bekende modellen van psychopathologie:
Het medische model (ziekte model):
o Presenteert de biologische perspectieven in psychopathologie. Deviant gedrag (symptomen psychische problemen)
zouden het resultaat zijn van onderliggende fysiologische afwijkingen of ziekte processen. Deze benadering had
vroeger veel invloed en is nu nog steeds invloedrijk in classificatiesystemen. De terminologie komt overeen met de
medische professie; psychische problemen worden veroorzaakt door een specifieke reeks symptomen; personen met
een psychische aandoening worden patiënten genoemd; het verlichten van symptomen wordt genezen genoemd. De
band met geneeskunde komt het beste tot uiting in de basisaanname van dit model: afwijkend gedrag is slecht de
oppervlakkige manifestatie van een onderliggend biologisch probleem.
o I.t.t. oudere versies van het model stellen nieuwe versies dat biologische factoren een rol spelen in de ontwikkeling
van psychopathologie zonder dat er sprake is van ziekte processen. Causale factoren van Causale factoren van deze
nieuwe versies kunnen o.a. zijn: genetische factoren, de effecten van vroeg traumatisch hersenletsel, de effecten van
gifstoffen, biochemische disbalans, de effecten van voedingsfactoren, en specifieke psychofysiologische afwijkingen.
Omdat de specifieke aard van biologische factoren meestal niet bekend is, wordt aangenomen dat een nauwkeurige
beschrijving van symptoomclusters uiteindelijk zal resulteren in het afbakenen van de onderliggende biologische
oorzaken van symptomen en het ontwikkelen van geschikte behandelmethoden.
o Assessment: de beoordelingsprocedures in dit model zijn ontworpen om te bepalen in hoeverre het kind kenmerken
vertoont die overeenkomen met een diagnose van een bekende vorm van psychopathologie en om de aard te bepalen
van eventuele biologische factoren die verband kunnen houden met de problemen.
3
, o Treatment: omdat dit model stelt dat psychopathologie biologisch bepaald is, wordt de voorkeur gegeven aan
biologische behandelingen, zoals farmacologische of andere biologische behandelingen.
Het psychodynamische model:
o Is een mix van het medische model en de basisbeginselen van de psychoanalytische theorie (Freud). De theorie is
ontwikkelingsgericht; het kind moet met succes opeenvolgende ontwikkelingsfasen doorlopen die cruciaal zijn voor
het ultieme persoonlijk en sociaal/emotioneel welzijn. De fases worden psychoseksuele stadia genoemd en zijn: orale,
anale, fallische en genitale periode van ontwikkeling waarin plezierige sensaties gericht zijn op verschillende
lichaamsdelen en het kind in elke fase specifieke taken moet uitvoeren (bijv. zindelijkheids-training in orale fase).
o De psychoanalytische theorie gaat ervan uit dat er verschillende persoonlijkheidsconstructies (Id, Ego, Superego)
bestaan die met elkaar in wisselwerking staan en waarvan de expressie en interacties worden gevormd door
ervaringen van het kind terwijl de psychoseksuele stadia doorlopen.
Id: de bron van instinctief streven, het vervullen van de basisbehoeften biologisch van aard
Ego: een rationele structuur die bemiddeld tussen het Id en Superego en het Id en de algemene realiteit van de
buitenwereld ervaringsinteractie
Superego: de vertegenwoordiger van morele kwesties (geweten) ervaring
o Het psychodynamische model stelt ook dat conflicten worden uitgedrukt op een bewust en onbewust niveau.
Conflicten op het onbewust niveau zijn het meest problematisch/bedreigend voor het emotionele welzijn en de
algemene aanpassing van het individu. Het ego probeert met intrapsychische conflicten (tegenstrijdige gedachten en
gevoelens tussen bewuste en onbewuste niveaus) om te gaan door het in het onbewuste te duwen. Dit zorgt voor
meer problemen. Optimale aanpassing en persoonlijk functioneren vindt plaats wanneer er een dynamisch evenwicht
is tussen de Id-, Ego- en Superegostructuren. De ontwikkeling hiervan is grotendeels een functie van een adequate
ontwikkeling van het Ego, omdat deze bemiddeld tussen het Id, Superego en de buitenwereld.
o Het psychodynamisch model is een soort biologisch model omdat het aanneemt dat er sprake is van ziekte processen,
alleen zijn deze psychologisch van aard. Onderliggende psychologische problemen zijn bijv. onderdrukte conflicten,
traumatische gebeurtenissen etc.
o Assessment: de nadrukt ligt op het bepalen van de aard van de problemen door gebruik van ouder en/of kind
interviews en psychologische tests om bewijs te verkrijgen over onbewuste conflicten en persoonlijkheidsdynamieken
die zouden kunnen bijdragen aan de problemen. Problemen in een bepaald stadia (orale, anale etc.) zouden lijden tot
specifieke soorten psychopathologie (bijv. problemen in met het Id of Ego). Echter is de ontwikkeling van alle drie de
structuren (Id, Ego, Superego) niet beperkt tot een bepaald stadium, maar moeten de specifieke fasen worden gezien
als focuspunten en de ontwikkeling als een continu proces.
Interviews met jongere kinderen bestaan vooral uit observatie. Door kinderen te observeren tijdens het spelen kan
waardevolle informatie tonen over de emotionele problemen.
Projectieve technieken die worden gebruikt in het psychoanalytische model :
Roschach Inkblot Test 10 inktpatronen, wat zie je erin?
Thematic Apperception Test en Children’s Apperception Test verhaal bij het kaartje vertellen
Sentence completion zin afmaken
Figure drawing test tekenen wat wordt gevraagd (bijv. een mens)
Projectieve technieken zijn gebaseerd op de projective hypothesis: wanneer een individu een ongestructureerde
teststimulus krijgt zal hij proberen structuur op te leggen en daarbij belangrijke informatie onthullen over
persoonlijkheidsdynamiek, conflictgebieden etc.
o Treatment: therapie zal zich focussen op de bewustwording van onbewuste factoren gerelateerd aan de problemen.
Omdat dit model zich focust op onderliggende factoren, is overt gedrag niet van belang, het gaat weg als het
onderliggende probleem is aangepakt. Vormen van psychoanalitische psychotherapie zijn:
Individual verbal therapy oudere kinderen
Play therapy jongere kinderen
Group therapy
Het gedragsmodel:
o Dit model focust op externe omgevingsfactoren van gedrag i.p.v. onderliggende (bio/psycho) factoren. De focus ligt
meestal op overt gedrag, maar nieuwe benaderingen focussen zich steeds meer op cognities als relevant gedrag.
Psychopathologie wordt gezien in termen van gedragsmatige excessen, tekorten of gedrag dat voorkomt in ongepaste
context. Vanuit een strikt gedragsperspectief worden problematische gedragingen van het kind gezien als het primaire
probleem en niet alleen als de oppervlakkige manifestaties van onderliggend probleem.
o Veel van het abnormale gedrag wordt aangeleerd: klassieke conditionering, operatie conditionering en observationeel
leren.
o Assessment: de focus ligt op het bepalen van het specifieke gedrag dat ertoe heeft geleid dat het kind als onaangepast
wordt beschouwd en de omgevingsfactoren die dit gedrag uitlokken en/of in stand houden of bijdragen aan de
gedragstekorten van het kind. Dit wordt gedaan door gedragsinterviews: gericht op het verkrijgen van een brede kijk
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukplaatsman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.