Oefententamen ONT
Heb je alle vragen goed dan heb je een 10. Voor een voldoende (5,5) moet je in
totaal 19 van de 30 vragen goed hebben.
1. Een probleemstelling dient aan een aantal eisen te voldoen. Welke hoort daar
NIET bij?
A. Deze geeft een beeld van de opdrachtgever en de belanghebbenden
B. Deze geeft de grenzen van het “onderzoeksgebied”
C. Deze omschrijft de doelstelling en onderzoeksvragen
D. Deze geeft een beeld van de te onderzoeken populatie
2. Als tijdens het uitvoeren van een onderzoek de gewenste betrouwbaarheid, de
steekproefmarge en de mogelijke steekproefuitkomsten zijn bepaald, wat kun je
dan berekenen of bepalen?
A. De steekproefomvang
B. De uitkomsten van het onderzoek
C. De meest passende onderzoeksmethode
D. De doelgroep van het onderzoek
3. Het doel van een onderzoek is altijd tweeledig opgebouwd. Welke delen moeten
in de doelstelling zijn beschreven?
A. Een deel dat gaat over hoe het onderzoek wordt uitgevoerd en wanneer het onderzoek
moet zijn afgerond
B. Een deel dat gaat over de output van het onderzoek en een deel wat gaat over waarom
het onderzoek nodig is
C. Een deel dat gaat over welke methode wordt toegepast tijdens het onderzoek en een
deel dat beschrijft wat de uitkomsten moeten zijn van het onderzoek
D. Een deel dat gaat over wie het onderzoek uitvoert en een deel dat beschrijft welke
belangen moeten worden gediend.
4. Wat is een nadeel van gesloten vragen?
A. De antwoorden kunnen snel verwerkt worden
B. De antwoorden liggen vast
C. De antwoorden zijn duidelijk
D. De respondent heeft weinig tijd nodig
5. Het vertalen van onderzoeksvragen naar enquêtevragen en het vertalen van
begrippen naar goede vragen zijn voorbeelden van:
A. Operationaliseren
B. Afbakenen
C. W-vragen toepassen
D. Hypothesevormend onderzoek
6. Wat is een voordeel van een populatieonderzoek?
A. Lage kosten
B. Geen lastige vragen over representativiteit
C. Relatief snel overeenstemming over de probleemstelling
D. A, B en C zijn alle voordelen van een populatieonderzoek.
, 7. Elk onderzoek levert informatie op. Hoe deze informatie kan bijdragen aan
concrete besluitvorming wordt omschreven in:
A. De aanleiding voor het onderzoek
B. De probleemstelling bij het onderzoek
C. De doelstelling van het onderzoek
D. Het onderzoeksplan
8. De gegevens die je met deskresearch gevonden hebt
A. Kun je kopiëren naar je eigen onderzoek
B. Kun je pas in je eigen onderzoek zetten als je het goed hebt samengevat
C. Moet je samenvatten én verwijzen
D. Kun je alleen in je bijlage plaatsen
9. Hieronder staan diverse vormen van kwalitatief onderzoek. Welke hoort hier NIET
bij?
A. Diepte-interviews over het gebruik van Heinz Ketchup bij hamburger restaurants
B. Paneldiscussie met studenten over de kwaliteit van ons onderwijs
C. Bij een vergadering de deelnemers observeren
D. Door observatie, over een langere tijd, vast te stellen hoe het zit met de
bezettingsgraad van leslokalen.
10. Wanneer je als bedrijf meer wilt weten over de motieven en wensen van klanten,
wat is dan de meest geschikte onderzoeksmethode?
A. Deskresearch/literatuuronderzoek
B. Kwantitatief onderzoek
C. Kwalitatief onderzoek
D. Theorietoetsend onderzoek
11. Wat hoort er NIET bij kwalitatief onderzoek?
A. Diepte-interview
B. Controle op representativiteit
C. In iemands gedachten proberen te kijken
D. Gebaseerd op kleine aantallen
12. Geef aan of onderstaande stellingen juist of onjuist zijn.
Stelling I: Hoe groter de steekproef, hoe groter de marge
Stelling II: Hoe groter de marge, hoe beter
A. Stelling I en II zijn beide JUIST
B. Stelling I en II zijn beide ONJUIST
C. Stelling I is JUIST en stelling II is ONJUIST
D. Stelling I is ONJUIST en stelling II is JUIST
13. Waar hangt de betrouwbaarheid van bestaande gegevens van af?
A. de exacte bron van informatie
B. de gebruikte definities en begrippen
C. het doel waarmee de gegevens verzameld en gepubliceerd zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xninaxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.