Kostencalculatie: Equivalentiecijfermethode
- Indirecte kosten per equivalente eenheid berekenen
- Kostprijs berekenen
- Stappen:
o Normale productie x equivalente eenheden (per type)
o Tel de equivalente eenheden van de types op tot een totale equivalente eenheden
o Totale kosten / totaal equivalente eenheden = bedrag per equivalentie eenheid
o Bedrag per equivalentie eenheid x equivalente eenheid per type
Kostencalculatie: Enkelvoudige opslagmethode
- Methode om kostprijs per eenheid product te berekenen
- Onderscheidt directe en indirecte kosten
- Rekent indirecte kosten toe aan het product via één opslagpercentage
- Indirecte kosten/totale directe kosten of opslagbasis
- Kostprijs berekenen door de prijs te verhogen met de opslag
Kostencalculatie: Meervoudige opslagmethode
- Rekent de indirecte kosten toe aan het product via meer dan een opslagpercentage
- Stap 1: opslagpercentage berekenen door het gegeven percentage van de totale directe
kosten te nemen x 100%
- Stap 2: het opslagpercentage berekenen en optellen bij de kosten per eenheid
Kostencalculatie: Kostenplaatsenmethode
- Andere naam: Productiecentramethode
- Indirecte kosten worden over de kostenplaatsen verdeeld
- Werkt van links naar rechts
- Kostenplaats= verzameling van indirecte kosten
- Kostendragers= eindproducten
- Verdeelsleutel= maatstaf voor doorbelasting indirecte kosten
- Doorbelastingstarief= tarief per eenheid van de verdeelsleutel
- Indirecte kosten= eerstverdeelde kosten
Kostencalculatie: Activity Based Costing
- Indirect cost pool= alle indirecte kosten die met een bepaalde activiteit samenhangen
- Kostendragers= eindproducten
- Cost driver= verdeelsleutel
Verschillenanalyse: Ex-ante en Ex-post budget
o Ex-ante= opgesteld voor periode, obv activiteiten voor de verwachte productie/verkopen tegen
verwachte standaardkosten
o Ex-post= opgesteld na periode, obv activiteiten voor de werkelijke productie/verkopen tegen
verwachte standaardkosten
o Het verschil tussen het ex-post budget en de werkelijke kosten wordt geanalyseerd
o Fabricageresultaat is het verschil dat voordelig of nadelig kan zijn
, Verschillenanalyse: De analyse
- Verschillen op directe/variabele kosten;
o Prijsverschil op alle variabele kostensoorten [ (SP – WP) x WH ]
o Efficiencyverschil op alle variabele kostensoorten [ (SH – WH) x SP ]
- Verschillen op indirecte/vaste kosten;
o Bezettingsresultaat [ (W – N) x C/N ]
o Prijsverschil op vaste kosten [ Verwacht – Werkelijk ]
Investeringsbeslissing: Project cash flows
- Alleen veranderende/differentiële cash flows zijn van belang
- Relevant:
o Incremental cash flow= toekomstige cash flow
o Opportunity costs= de kosten van het meest aannemelijke alternatief
o Erosion= bijvoorbeeld introductie van een nieuwe productlijn gaat ten kosten van de
omzet van een bestaande productlijn
- Sunk costs zijn NIET relevant
- Er wordt NIET gekeken naar financing activities (interest)
- Netto werkkapitaal= vlottende activa – vlottende passiva of bruto werkkapitaal – kortlopende
vorderingen
- De stappen:
o Project netto inkomen (EBIT after tax waarbij de belasting over de EBIT wordt
berekend)
o Afschrijving +
o Toename in nettowerkkapitaal -
o Afname in nettowerkkapitaal +
o Kapitale uitgave -/+
- De gegevens die gebruikt kunnen worden:
o Omzet
o Variabele kosten
o Vaste kosten
o Afschrijving (berekenen mbv aanschafwaarde-restwaarde/jaren)
o Winstbelasting
o Investering in vaste activa of restwaarde = kaptiale uitgave
- EBIT na belasting + afschrijving = Operating cash flow
- Project cash flow = operating cash flow + change in NWC + capital spending
Investeringsbeslissing: Terugverdienperioden en NCW
- Boekhoudkundige methode
o De boekhoudkundige terugverdienperiode (BTP)
o Houdt GEEN rekening met tijdvoorkeur en het risico aan een investering
o Als er in de vraag staat aan het einde van elk jaar antwoord in hele jaren
o Als er in de vraag staat gelijkmatig over het jaar antwoord in decimalen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dabjansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.