- Psychologie (letterlijk: studie van de geest): de wetenschap van gedrag en geestelijke
processen (denken, voelen).
- Pedagogiek (letterlijk: kinderleiding): de wetenschap van het opvoeden.
- Relevantie psychologie en pedagogiek voor het sxociaal werk: psychologie en
pedagogiek helpen je bij het contact te maken en met (het probleem van) een cliënt
beter te begrijpen. Toepassen van psychologie helpt je om beter hulp te kunnen
bieden.
7 perspectieven binnen de psychologie:
- Het behavioristische perspectief:
o Watson: de psychologie moet wetenschappelijker worden (zoals de
natuurwetenschap). Alleen gedrag dat waarneembaar/ meetbaar is en
waarmee je experimenten kunt doen is relevant.
o Gedrag van mensen wordt vooral bepaald door prikkels in onze omgeving. Dit
worden leerprocessen (conditionering). Gedrag is geleerd (nurture).
o Skinner: conditionering is toepasbaar in opvoeding, scholen, bedrijven,
ziekenhuizen en gevangenissen. Ook in therapieën (gedragstherapie), met
name bij fobieën.
o Mens is tabula rasa: we worden geboren als een leeg vel papier. Zonder
kennis en vaardigheden.
- Het psychodynamische perspectief (psychoanalyse):
o Freud: gedrag wordt sterk bepaald door het onbewuste. In dat onbewuste
zitten aangeboren driften en verdrongen ervaringen.
o De eerste 5 levensjaren zijn bepalend voor de ontwikkeling van je
persoonlijkheid. Persoonlijkheid is opgebouwd uit:
Het onbewuste (ID).
Het bewuste (ego).
Het geweten (superego).
- Het humanistische perspectief:
o Psychologie moet de nadruk leggen op menselijke groei en potentieel in
plaats van op psychische stoornissen.
o Wat bepaald gedrag: onze aangeboren behoefte om te groeien en ons
potentieel zo goed mogelijk te verwezenlijken.
o Maslow: theorie van fundamentele behoeften: voorwaarden voor
ontplooiing.
o Rogers: cliëntgerichte, non-directieve therapie; niet sturen maar voorwaarden
scheppen voor groei door actief te luisteren naar de client.
- Het ontwikkelingsperspectief:
, Kennislijn Samenvatting
o Door Ainsworth en Piaget.
o Bestudeert de psychologische veranderingen bij toenemende leeftijd.
o Mensen veranderen als gevolg van interactie tussen erfelijke eigenschappen
en de omgeving. Nature en nurture. Gaat een leven lang door.
o De meeste aandacht gaat uit naar de kindertijd en adolescentie.
- Het socioculturele/ systeem perspectief:
o Door Milgram en Zimbardo.
o Sociale en culturele invloeden hebben vaak meer invloed op ons gedrag dan
onze persoonlijkheid.
o Het socioculturele perspectief richt zich op: sociale invloeden op gedrag en
mentale processen, hoe individuen functioneren in groepen en de culturele
verschillen.
- Het cognitieve perspectief:
o Door Wundt en James.
o Gedrag wordt (ook) sterk bepaald door begrip, kennis, opvattingen,
overtuigingen, geheugen, vermogen problemen op te lossen. Kortom, door
cognitie.
o De studie van “wat er in het hoofd gebeurt”. Bijv. gedachten, leren,
geheugen, perceptie.
o Cognitieve therapie: het beïnvloeden van denkbeelden zodat het gedrag ook
verandert.
- Het biologische perspectief:
o Door Descartes.
o Het lichaam kan apart van de geest worden bestudeerd.
o Wat bepaald gedrag: de hersenen, het zenuwstelsel, endocriene stelsel
(hormoonstelsel) en genen. Dit is dus nature.
- Hersenen die betrokken zijn bij emoties en gedrag:
o Hersenstam: voert de meeste elementaire functies uit. Verbonden met
ruggenmerg en hersenen. Geleidt signalen door de zenuwbanen.
Medulla oblongata (verlengd ruggenmerg): gebied in hersenstam dat
ademhaling en hartslag controleert. Sensorische en motorische
zenuwbanen kruizen elkaar in de medulla.
Pons (brug): reguleert hersenactiviteit tijdens slaap en dromen.
Functioneert als brug tussen hersenstam en kleine hersenen.
Formatio reticularis: betrokken bij het slapen, moe zijn en waken.
Thalamus: alle boodschappen die de hersenen bereiken of verlaten,
passeren de thalamus. Lijdt alle informatie naar de juiste
verwerkingsbanen. Soort computerchips in je hoofd.
Cerebellum: verantwoordelijk voor gecoördineerde bewegingen. Zorgt
ervoor dat je meerdere dingen tegelijk kan doen. Ook betrokken bij
het leren.
o Celebrale cortex: verantwoordelijk voor o.a. denken en waarnemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sten2603. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.