2. Andere deontologische aspecten………………………………………………………………………………………..
1
,CONTROLELEER
1. De geschiedenis van de International Standards of Auditing
Voor 1978: verschillende landen (UK en US) hadden hun eigen standaarden en andere hadden er
geen. Er bestonden wel enkele wetten over hoe de auditing in elkaar zat maar accountants hadden
hier vaak geen kennis over.
1978 (1): IFRAC (= International Federation of Accountants)
Belangrijke mijlpaal in de internationale standaardzetting
Door het hoog aantal faillissementen wou men iedereen verantwoordelijk maken, extra
overheidsinspanning leveren.
1978 (2): IAPC (= International Auditing Practice Consortium)
Het begin van de standaardisering tot stand brengen.
In deze tijd spraken we over IAG (= International Auditing Guidelines).
Guidelines zijn richtlijnen die gegeven worden aan de lokale wetgeving die ze kunnen gebruiken om
zelf standaarden op te stellen die rekening houden met de lokale economie. Deze guidelines zijn
wel gelijk over alle landen.
1980: IAG
Wat is het doel van de controle?
Hoe gaat de controle door van de jaarrekening?
Deze guideline heeft zich verder ontwikkelt tot december 1991.
1991: ISA (= International Standards of Auditing)
Dit zijn professionele standaarden voor het controleren van financiële informatie van een entiteit.
Deze standaarden worden uitgegeven door het IFAC (International Federation of Accountants) via
het IAASB (International Auditing and Assurance Standards Board).
1994 (1): wijziging van de nummering van de ISA’s
In plaats van de standaarden te nummeren van 1 tot 14, hebben ze een structuur gezet in de
nummering.
• Serie 100 → Uitgewipt
• Serie 200 → De verantwoordelijkheden van de auditor
Waarvoor dient een auditor? Wat houdt de financiële controle van de jaarrekening juist in?
• Serie 300 → Risico’s
Wat zijn de domeinen binnen de jaarrekening waar het risico het hoogst ligt?
Het risico naar financiële rapportering = going concern (continuïteit), hoe presenteren wij
onze financiën? Welke waarderingsregels passen we toe?
Als auditor moet je gaan inschatten wat de risico’s zijn van de entiteit en in functie van deze
risico’s, een werkzaamheden plan bepalen (= strategie en plan). Elke vennootschap heeft
zijn eigen set van risico’s en dus ook een eigen strategie en plan.
2
, • Serie 400 →De externalisering van de interne controle (401). Dit is een deelcomponent van
de entiteit die er zorg voor draagt dat er processen zijn die de interne financiële
rapportering gaan onderdrukken.
Vb. 1: het inschakelen van een sociaal secretariaat om zo geen uitgebreide rapportering
hoeven te doen. Zij gaan in uw plaats alle sociale aspecten tot stand brengen.
Vb. 2: Het boekhouden van verschillende landen groeperen.
• Serie 500 → Audit evidence (controle informatie)
De kwaliteit en de kwantiteit gaan onderzoeken van de beschikbare informatie.
Nagaan of de jaarrekening conform is met het boekhoudrecht. Informatie die u als auditor
verzamelt in een audit file. Deze file moet de basis zijn die u nodig heeft om een finaal
oordeel te geven over de getrouwheid van de jaarrekening.
• Serie 600 → overige groepen mensen die bijdrage tot de controle
Hoe kan ik met de interne auditafdeling samenwerken?
Ga ik met mijn eigen auditteam te werk gaan of samenwerken met de auditors van de
entiteit (= component auditors) zo ja, hoe moeten zij de boekhouding dan uitvoeren?
• Serie 700 → controleverklaring (auditorsreport)
Het commissarisverslag met een vooraf bepaalde aanwezige structuur. Het is het verslag die
de bedrijfsrevisor moet opstellen over een entiteit. De oordeelsparagraaf (essentie van het
werk van de auditor) is een belangrijke sectie binnen het verslag en geeft het oordeel van
het getrouw beeld van de jaarrekening weer.
Reeks van rechten en plichten binnen het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
die kunnen worden uitgevoerd door de bedrijfsrevisor.
• Serie 800 → speciale vormen van rapportering op basis van contracten
• Serie 900 → Uitgewipt
1994 (2): onderscheid tussen ‘’bold’’ en ‘’grey’’
Bold = de paragrafen in het vet, de algemene principes/belangrijkste werkzaamheden voor een
auditor.
Grey = tekst die uitleg geeft (guidance), hoe je door de controle moet wandelen. Hoe je in feite uw
controle in de praktijk moet gaan toepassen.
Wat was nu feitelijk het probleem? De “bold” zinnen heeft men in paragrafen gegoten en de
Engelse term ‘should’ gebruikt en in de “grey” tekst werd enkel de ‘tegenwoordige zin’ gebruikt van
het werkwoord.
Het onderscheid tussen beide was opvallend en dit was storend voor internationale organisaties.
De paragrafen in grey werden in vraag gesteld, waren zij eigenlijk wel belangrijk?
2001: Het IAPC is overgegaan naar zowel een nieuwe structuur als een nieuwe naam → IAASB
IAASB IASB (het IASB brengt de IFRS tot stand).
3
, 2005: ISAE (= international Standards of the Assurance Engagements)
Deze gaan over de zekerheid van de opdrachten.
2003 tot 2009: Clarity project
Standaarden worden taalkundig herschreven en zo verduidelijkt.
Hoe moet dit gestructureerd worden?
- 1e deelcomponent van de structuur → Objective
Referentie naar het verkrijgen van audit evidence. De bedoeling van een standaard (serie 500) is
steeds om audit evidence te vergaren en zien of deze evidence voldoende is om een getrouw beeld
te krijgen van de jaarrekening. Of je deze doelstelling haalt, weet je niet op voorhand. De
professionele oordeelsvorming van de auditor is hier van belang want deze zorgt voor een correct
oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening.
- 2e deelcomponent van de structuur → Requirements
Deze zijn belangrijk aangezien zij dienen als een minimum om de objectives te realiseren. Deze
moeten worden uitgevoerd om de objective te kunnen uitvoeren, hier gebruikt men systematisch
het woord ‘shall’.
- 3e deelcomponent van de structuur → A-paragraphs
Je moet werkzaamheden toepassen maar deze werkzaamheden variëren van context tot context.
De A-paragraphs zullen de context suggereren (equivalent aan de guidance).
→ Met deze drie componenten ontstaat er een revisie van de standaarden
2020: ISQM (= International Standards for Quality Management)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HerminaMedina. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.