100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting media en maatschappij: theorie H12 t/m H20 $3.87   Add to cart

Summary

Samenvatting media en maatschappij: theorie H12 t/m H20

 25 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting worden de volgende hoofdstukken van 'De media explosie' van Kees van Wijk samengevat: H12.1 - H12.3 + H12.5, H13.1 - H13.5, H14.1 - H14.5, H15.1 - H15.7, H16.1 - H16.6, H17.1 - H17.5, H19.1 + H19.8 - H19.10, H20.1 - H20.5. Verder worden de zeven propagandatechnieken uitgelegd.

Preview 3 out of 27  pages

  • No
  • Hoofdstuk 12 tot en met 20
  • April 1, 2021
  • 27
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
De media-explosie

Hoofdstuk 12: Honderd jaar communicatieonderzoek
12.1 Relevantie van onderzoek naar media-effecten

Er is veel materiaal verzameld over de ‘impact’ van media. Achter al deze overzichten en
rapporten gaat een immense hoeveelheid onderzoeksgegevens schuil. Met name op het
gebied van marketingcommunicatie, reclameonderzoek en mediaplanning is het
kwantitatieve mediaonderzoek geprofessionaliseerd. Al deze bronnen en onderzoeken
helpen de professional om betere keuzes te maken op het gebied van communicatie,
journalistiek en mediaplanning.

12.2 Fundamenteel en toegepast communicatieonderzoek

Er zijn twee soorten onderzoek:
 Fundamenteel  vergroten van de algemene kennis van de werkelijkheid
- Opstellen van hypotheses en deze bevestigen of onderuithalen.
- Weten om te weten.
 Praktijkgericht  oplossen van een praktisch probleem
- Inzichten toepassen en met de uitkomst een goede oplossing aanreiken.
- Weten om te doen.

Welke methode je kiest hangt af van je onderzoeksdoel en je onderzoeksonderwerp. Verder
hangt het van de concrete situatie af, hoe je je mediaonderzoek opzet en welke
mediatheorie je voorkeur heeft.

12.3 De richting en inrichting van het onderzoek

Metavragen gaan over het verwoorden van je veronderstellingen en invalshoeken. Ze zijn
moeilijk te beantwoorden, maar wel relevant. Ze verwijzen namelijk naar de keuzes die je in
het uitoefenen van je beroep moet maken. Als communicatiedeskundige moet je beslissen
welke invalshoek je kiest. Dit soort metavragen gaat over het scherp krijgen van je eigen
veronderstellingen. Ze gaan nog niet over concreet mediaonderzoek.

Je gaat een stap verder als je concreet empirisch onderzoek wil doen. Eerst breng je je
onderwerp in kaart en geef je aan wat je te weten wil komen. Op basis van je
vooronderstellingen formuleer je een onderzoeksdoel. Daarna ontwikkel je een centrale
vraag die je wil beantwoorden.

Bij communicatieonderzoek zijn altijd meerdere analyse-eenheden in het geding: kenmerken
van zenders, specifieke eigenschappen van media, vormgeving van boodschappen en
karakteristieken ontvangers. Als je mediacommunicatie wil bekijken als proces, moet je met
die analyse-eenheden en hun verschillende kenmerken rekening houden. Elk medium heeft
zijn eigen specifieke werking en dat stelt ons voor de vraag welk medium we het beste
kunnen inzetten om onze doelgroep en daarmee ons doel te bereiken.

,Als communicatieonderzoeker moet je hoge eisen stellen aan het verzamelen van gegevens.
Je kunt als onderzoeker de hypotheses pas toetsen als je zowel kwantitatief als kwalitatief
over voldoende mediagegevens beschikt.

Het wordt al moeilijker als je deze massa gegevens over mediabereik en mediagebruik wilt
interpreteren. De verschijnselen van de media-explosie zijn op meerdere manieren
wetenschappelijk te onderzoeken. Denk hierbij aan een case of een hypothese.

12.5 Vijf fasen in de theorievorming

Je uitgangspunten kun je verankeren in theorievorming. Theorieën zijn systematisch
geordende uitspraken en regels om de werkelijkheid te kunnen beschrijven, verklaren en
voorspellen.

Bij mediacommunicatie pas je de theorievorming aan de ontwikkeling van een bepaald
medium aan. Per fase kijk je naar verschillende denkrichtingen en zienswijzen die het
medialandschap op een bepaalde manier benaderen. Pas wanneer een nieuw medium
doorgebroken was, kon je kijken naar de gevolgen ervan. De komst van een nieuw
mediumtype gaf dus een impuls aan nieuwe theorievorming.

Verschillende theoretische benaderingen hebben elkaar in de twintigste eeuw afgelost. Er
zijn vijf fasen in de theorievorming. Per fase wordt de macht en invloed van media op mens
en samenleving verschillend gewaardeerd.

De vijf fasen in de theorievorming over mediacommunicatie
Fase 1: De almacht van de media  in wetenschappelijk onderzoek wordt de overheersende
macht van de media benadrukt.
 Theorie: one-step-flow-theory (reuzeninjectienaaldtheorie).

Fase 2: Beperkte macht van de media: de invloed van de opinieleider  men verbindt de
media-impact met de invloed van de sociale omgeving van de ontvanger.
 Theorie: two-step-flow-theory (stap 1: van zender naar opinieleider – stap 2: van
opinieleider naar leden van publiek in omgeving van opinieleider) of multi-step-flow-
theory (meerdere stappen mogelijk met opinieleider als schakel).

Fase 3: Aandacht voor de ontvanger  focus komt te liggen op de keuzemogelijkheden van
de ontvanger.
 Theorie: zwamvlokmodel en uses and gratifications (Nut en beloningen).

Fase 4: Sturende macht van de media  macht wordt benadrukt, maar er wordt ook kritiek
geleverd op de sturende invloed van de media.
 Theorievorming: agenda-setting, framing en discoursanalyse, kenniskloof, culturele
indicatoren, zwijgspiraal, cultuurindustrie, media-imperialisme, specifieke
mediawerking.

Fase 5: Media in het informatietijdperk: de media-explosie  theorievorming op basis van
interactiviteit.

,  Theorievorming: wederzijdse betrekkingen tussen zender en ontvanger staan in het
middelpunt (interactie, participatie, convergentie, co-creatie, user-generated
content, platformwerking).
Onderzoek naar de zes dimensies van de media-explosie: groei van aantal en
diversiteit van mediamiddelen, digitalisering van mediatechnologie, convergentie,
uitbreiding van zintuiglijke ervaring, massazelf-communicatie en professionalisering
van communicatie- en mediaberoepen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller smartstudentje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.87  1x  sold
  • (0)
  Add to cart