Samenvatting 'Zwaartepunten van het Vermogensrecht' van het vak Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht. Tentamen met een 8,8 gehaald!
59 views 3 purchases
Course
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Zwaartepunten van het vermogensrecht
Samenvatting van de voorgeschreven stof van het boek 'Zwaartepunten van het Vermogensrecht' voor het vak Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht. Deze samenvatting kan o.a. gebruikt worden voor het vak Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht aan de Universiteit Utrecht.
2. Absolute rechten op goederen.........................................................4
2.1 Eigendom......................................................................................................................................4
2.1.1 Absoluut recht.......................................................................................................................4
2.2 Beperkte rechten..........................................................................................................................4
2.3 Absolute vermogensrechten.........................................................................................................5
3. Verkrijging en verlies van goederen.................................................6
3.1 Verkrijging onder algemene titel tegenover verkrijging onder bijzondere titel............................6
3.2 Gesloten stelsel van verkrijging en verlies van goederen.............................................................6
3.3 Originaire verkrijging tegenover derivatieve verkrijging...............................................................6
3.4 Het verschil tussen een zakelijke verplichting en een persoonlijke verplichting...........................6
3.5 Kwalitatieve rechten en kwalitatieve verplichtingen....................................................................7
4. Werking tegen derden en publicatie.................................................9
4.1 Registergoederen en de openbare registers betreffende registergoederen................................9
5. Bezit.............................................................................................10
5.1 Bezit en detentie.........................................................................................................................10
5.2 Nadere wettelijke regels voor de vaststelling van bezit..............................................................10
5.3 Bezitsverkrijging en bezitsverlies................................................................................................10
5.4 Bezit te goeder trouw.................................................................................................................11
5.5 Rechtsgevolgen van bezit...........................................................................................................11
6. Overdracht....................................................................................13
6.1 Beschikkingsbevoegdheid (derde voorwaarde)..........................................................................13
6.2 Een geldige titel voor overdracht (tweede voorwaarde)............................................................13
6.3 Levering (eerste voorwaarde).....................................................................................................14
7. Derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid..................16
7.1 Derdenbescherming door artikel 3:86 BW.................................................................................16
7.1.1 Levering...............................................................................................................................16
7.1.2 Te goeder trouw..................................................................................................................16
7.1.3 Levering anders dan om niet...............................................................................................16
7.1.4 De zaak is van diefstal afkomstig.........................................................................................16
7.2 Derdenbescherming door artikel 3:88 BW.................................................................................17
8. Leveringswijzen............................................................................18
8.1 Levering van roerende zaken, niet-registergoederen.................................................................18
8.1.1 Niet-corporele wijzen van bezitsoverdracht van artikel 3:115 BW......................................18
, 8.1.2 Uitzondering op de regel: soms levering door een akte......................................................19
8.1.3 Derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder...................19
8.2 Levering van registergoederen...................................................................................................19
8.2.1 De akte van levering............................................................................................................19
8.2.2 Inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers.....................................................19
8.2.3 De periode tussen het verlijden van de akte en de inschrijving...........................................19
8.2.4 De openbare registers voor registergoederen.....................................................................20
8.3 Levering van vorderingsrechten.................................................................................................20
9. Verkrijging door verjaring..............................................................21
9.1 Verkrijgende verjaring o.g.v. artikel 3:99....................................................................................21
9.2 Verkrijging door verjaring o.g.v. artikel 3:105.............................................................................21
10. Eigendomsverkrijgingen uit Boek 5...............................................22
10.1 Eigendomsverkrijging door toe-eigening..................................................................................22
10.2 Eigendomsverkrijging bij gevonden zaken................................................................................22
10.3 Eigendomsverkrijging bij een gevonden schat..........................................................................22
10.4 Eigendomsverkrijging door natrekking.....................................................................................22
10.5 Eigendomsverkrijging door vermenging...................................................................................22
10.6 Eigendomsverkrijging door zaaksvorming................................................................................23
10.7 Eigendomsverkrijging door vruchttrekking...............................................................................23
11. Beperkte rechten op goederen.....................................................24
11.1 Verkrijging van beperkte rechten.............................................................................................24
11.2 Tenietgaan van beperkte rechten.............................................................................................24
11.3 Genotsrechten..........................................................................................................................24
11.3.1 Vruchtgebruik, gebruik en bewoning.................................................................................24
11.3.2 Erfdienstbaarheid..............................................................................................................25
11.3.3 Erfpacht.............................................................................................................................25
11.3.4 Opstal.................................................................................................................................26
11.3.5 Appartementsrecht............................................................................................................26
11.3.6 Aanhangsel: burenrecht.....................................................................................................26
12. Voorrang verschaffende rechten..................................................27
12.1 Pand en hypotheek...................................................................................................................27
12.1.1 Pandrecht op roerende, niet-registerzaken en toonder- en orderpapieren......................27
12.1.2 (Stil) pandrecht op vorderingen op naam..........................................................................27
12.1.3 Hypotheek.........................................................................................................................28
1. Inleiding
, Vermogen: het geheel van op geld waardeerbare, althans in de economische sfeer liggende, rechten
en verplichtingen die iemand heeft, dus het geel van zijn activa en passiva.
Vermogensrecht (-recht als objectief recht): alle regels met betrekking tot de subjectieve rechten en
plichten die onderdeel van een vermogen kunnen vormen.
Vermogensrecht (-recht als subjectief recht): een aan een bepaald persoon toekomend recht dat
deel uitmaakt van zijn vermogen (bv. eigendomsrecht).
Het objectieve vermogensrecht kunnen we onderscheiden in goederenrecht en verbintenissenrecht.
Goederenrecht voorziet op de rechtsverhouding tussen een persoon en een goed, bv. een huis of een
auto. Het verbintenissenrecht voorziet op de rechtsverhouding tussen een persoon en een andere
persoon, bv. de overeenkomst. Bij het subjectieve vermogensrecht kunnen we onderscheid maken
tussen rechten met betrekking tot goederen en rechten met betrekking tot personen.
Bij het subjectieve goederenrecht hebben we te maken met een absolute werking van rechten op
goederen: de rechthebbende kan rechten op goederen in beginselen tegenover iedereen inroepen.
Het objectieve goederenrecht bevat dan ook voornamelijk regels van dwingendrechtelijke aard. Bij
het subjectieve verbintenissenrecht hebben we te maken met een relatieve werking van rechten: de
rechthebbende kan rechten niet tegenover iedereen inroepen, maar slechts tegenover een bepaald
aantal personen, namelijk degenen met wie hij in een verbintenisrechtelijke verhouding staat. Het
objectieve verbintenissenrecht bevat dan ook voornamelijk aanvullende regels.
Het vermogensrecht is veelal geregeld in boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (‘Vermogensrecht in het
algemeen’). In boek 5 zijn de zakelijke rechten geregeld (absolute rechten, goederenrecht) en in boek
6 worden de verbintenissen behandeld (verbintenissenrecht).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lies2642. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.