Dit is een samenvatting voor het vak Winstbelasting en ondernemingsrecht. Dit vak wordt gegeven in het 2e jaar van de opleiding finance en control. In deze samenvatting vind je de theorie uit de boeken: recht voor organisaties en belastingrecht voor bachelors en masters. Daarnaast is alle stof uit ...
Winstbelasting samenvatting
Boek: Belastingrecht voor bachelors en masters
Hoofdstuk 4 – Box 1: winst uit onderneming
De commerciële jaarrekening geeft informatie over de samenstelling van het vermogen van
een onderneming aan het eind van een bepaald periode. De commerciële jaarrekening geeft
dus een beeld van de gang van zaken binnen een onderneming. De commerciële jaarrekening
kan op elke moment opgesteld worden.
De fiscale jaarrekening geeft informatie over de belastbare winst in een bepaald jaar. De
fiscale balans is bestemd voor de fiscus. De fiscale jaarrekening wordt één keer per jaar
opgesteld.
De Wet IB geld voor natuurlijke personen. à Art 1.1 wet IB
Belastbare winst uit onderneming à art.3.2 wet IB
Het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit
een of meer ondernemingen, verminderd met de ondernemersaftrek en de mkb-
winstvrijstelling.
Ondernemer
Wie is de ondernemer? à Art 3.4 Wet IB
“De ondernemer is de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt
gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die
onderneming”
• “Rechtstreeks verbonden voor verbintenissen”: de ondernemer is rechtstreeks
aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. (Rechtstreeks, dus niet via een
huwelijk of nalatenschap)
• Hoeft niet aan het urencriterium te voldoen om ondernemer te kunnen zijn.
Een onderneming is:
• Een duurzame organisatie
o Onderneming heeft als doel lang te willen bestaan.
o Hiermee wordt bedoeld dat een onderneming niet een incidenteel karakter
heeft. Het is mogelijk dat een onderneming slechts een korte tijd bestaat.
• Van kapitaal en arbeid
o De ondernemer moet geld en vermogen in de onderneming stoppen en moet
arbeid verrichten.
o Zelfstandig uitgeoefend beroep:
Bij een zelfstandig uitgeoefend beroep is het element van kapitaal
ondergeschikt aan de kennis en arbeid van degene die de presentatie levert,
zoals bij artsen, advocaten, notarissen, architecten. In de wet is het zelfstandig
uitgeoefend beroep gelijkgesteld met een onderneming à art 3.5 wet IB
, o Voor de inkomstenbelasting zijn er 3 bronnen van arbeidsinkomen:
§ Winst uit onderneming
§ Loon uit dienstbetrekking
§ Resultaat uit overige werkzaamheden
(De beoordeling moet in deze volgorde plaatsvinden)
• Deelname aan het economische verkeer
o Als activiteiten worden verricht buiten eigen kringen.
o Als er voor prestatie een vergoeding wordt ontvangen.
• Met het oogmerk winst te behalen
o Er moet naar winst worden gestreefd en winst moet ook redelijkerwijs te
verwachten zijn.
o “Verwachten” is belangrijker dan “beogen”.
o Verliezen in aanloopfase: Als activiteiten die eerst niet als onderneming
werden aangemerkt, na verloop van tijd wel winstgevend zijn. De verliezen
“voorondernemingsperiode” (maximaal 5 jaar) mogen dan alsnog in
aanmerking worden genomen à art 3.10 wet IB
Ondernemers en andere winstgenieters
Naast de ondernemer zijn er meer winstgenieters, twee andere winstgenieters zijn:
à Art 3.3 lid 1 Wet IB
• Medegerechtigden: De belastingplichtige die winst geniet, anders dan de
ondernemers of aandeelhouder en als medegerechtigde tot het vermogen van een
onderneming.
• Schuldeisers met specifieke vorderingen: De belastingplichtige die voordelen geniet
uit hoofde van een bepaalde schuldvordering op een ondernemer, ten behoeve van
een voor zijn rekening gedreven onderneming.
3 categorieën winstgenieters:
• Ondernemers
• Medegerechtigden
• Schuldeisers met specifieke vorderingen op ondernemer
Urencriterium à Art 3.6 IB
Norm:
• Per kalenderjaar minimaal 1.225 uur besteden aan de onderneming (en).
o 27 uur per week besteden aan de onderneming.
• Totale tijd grotendeels (50%) besteden aan de onderneming (en)
o Van de totale uren die jij in totaal werkt moet minstens 50% besteed worden
aan de onderneming.
Weet dat in de inkomstenbelasting een aantal gunstige regels zijn die zeggen dat je in de
winstberekening getallen in mindering mag brengen à dan moet je een ondernemer zijn en
aan het urencriterium voldoen. Als beide met ja kunt beantwoorden mag je de
investeringsaftrek toepassen.
à Art 3.6 IB
“Het mag niet gaan om hoofdzakelijk ondersteunende werkzaamheden tbv een
ongebruikelijk samenwerkingsverband.”
,Voorbeeld: Echtparen vormen een onderneming, de een doet al het werk en de ander een
beetje. Maar omdat de winstverdeling 50/50 wisten ze een groot gedeelte te belasten bij het
lagere tarief, dit is niet eerlijk vindt de belastingdienst daarom is deze wet er.
(80/20% is een goede verdeling dit mag dus wel meegeteld worden).
Urencriterium speelt een rol bij:
1. Oudedagsreserve à art 3.67 Wet IB
2. Zelfstandigheidaftrek à art 3.76 Wet IB
3. Aftrek speur en ontwikkelingswerk à art 3.77 Wet IB
4. Meewerkaftrek à art 3.78 Wet IB
Fiscale winstberekening à Art 3.8 IB
Winst is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm
ook, worden verkregen uit een onderneming,
2 methoden:
• Vermogensvergelijking: Hierbij wordt het eindvermogen vergeleken met vermogen
aan het begin van het jaar. Het verschil laat zien met hoeveel het
ondernemingsvermogen is toe of afgenomen dat jaar. Deze uitkomst wordt
gecorrigeerd met: kapitaalstortingen en onttrekkingen van de ondernemer. Daarna
nog een aantal kleien correcties (bv privégebruik auto). Tot slot de
ondernemingsfaciliteiten worden in mindering gebracht mits van toepassing.
• Resultatenrekening.
Goed koopmansgebruik
à Art 3.25 de jaarwinst
• De winst moet worden bepaald aan de hand van ‘Goed koopmansgebruik’ met
inachtneming de bestendige gedragslijn die onafhankelijk is van de vermoedelijke
uitkomst.
3 beginselen staan centraal bij goed koopmansgebruik:
• Realiteitszin: Baten en lasten worden toegerekend in het jaar waarop zij betrekking
hebben.
• Voorzichtigheid:
o Winst nemen wanneer het gerealiseerd is
o Verlies nemen op het jaar dat ze betrekking hebben
• Eenvoud: Het moet makkelijk zijn om de winst toe te rekenen aan de bepaalde jaren.
Balans continuïteit
De winstberekening van elk jaar aansluiten op de winstberekening van het voorafgaande
jaar. Daarom moet de openingsbalans van elk jaar gelijk zijn aan de eindbalans van het
voorgaande jaar.
Vermogensetikettering à art 3.8
Dit is het vraagstuk of een vermogensbestandsdeel tot het privévermogen of
ondernemingsvermogen behoort.
Ondernemer heeft 3 soorten vermogen:
• Verplicht privévermogen
, o Vermogensbestandsdeel dat voor 90% of meer privé wordt gebruikt.
• Verplicht ondernemingsvermogen
o Vermogensbestandsdeel dat voor 90% of meer binnen de onderneming wordt
gebruikt.
• Keuzevermogen (zowel privé als zakelijk wordt gebruikt)
Privé of zakelijk
Wat is hier het financieel belang? Waar het belang het grootste is, dit etiket moet erop.
Progressief tarief: Het belastingtarief toeneemt in hoogte naarmate het bedrag waarover de
belasting verschuldigd is.
Waardering van vermogensbestanddelen
Waarderen
De wijze van waarderen van de activa en passiva is van grote invloed op het resultaat.
De volgende passiva en activa komen aan de orde:
• Bedrijfsmiddelen
• Vorderingen
• Effecten
• Voorraden
Afschrijving op bedrijfsmiddelen à Art 3.30
Goodwill: Wat de meerwaarde is van een bedrijf bij een overname, toekomstige winst die
nog gegenereerd gaat worden daar betaal je goodwill voor. Je koopt een stukje toekomstige
winstverwachting. De koper betaald de goodwill, en daar mag je over afschrijven.
Belastingtechnisch is 10 jaar afschrijven en bedrijfseconomisch is dit 5 jaar.
Ten hoogste 10% van de aanschafwaarde mag afgeschreven worden op bedrijfsmiddelen.
Ten hoogste 20% van de aanschafwaarde mag afgeschreven worden op de bedrijfsmiddelen.
Beperking afschrijving gebouwen à Art 3.30a
Bedrijfseconomisch mag ik afschrijven tot de restwaarde. Maar belastingtechnisch mag ik
afschrijven tot de bodemwaarde en daarna mag ik geen afschrijving meer laten zien.
3 factoren spelen een rol bij afschrijvingen:
• Kostprijs
• Vermoedelijke levensduur van het bedrijfsmiddel, economische levensduur
• Te verwachten restwaarde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller financecontrol. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.