Een goede samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 9 van thema 3 uit het boek Thema's Maatschappijleer VWO. De samenvatting is 15 pagina's lang en bevat alle begrippen van hoofdstuk 1 t/m 9. De begrippen zijn in het paars gedrukt en uiteraard worden de begrippen goed en duidelijk uitgelegd. Verder staan oo...
In de Vrede van Münster (ook wel Vrede van Westfalen) worden afspraken
geformuleerd die een einde maakten aan de conflicten in EU. Hiermee werd het
moderne systeem van staten geboren.
Soeverein is een staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste
gezag uitoefent en het monopolie van geweldsuitoefening heeft. Een soevereine
staat bepaalt welke religie wordt toegelaten.
Thomas Hobbes vind dat er 1 soevereine vorst zou moeten komen die over (bijna)
alles zou bepalen, maar wij moesten hem wel verwelkomen en steunen. Het
alternatief voor onderwerping aan een soevereine vorst is een leven dat ‘poor, nasty,
brutish, and short’ is.
Politiek gaat over het maken van keuzes waaraan alle inwoners zijn gebonden. Die
keuzes worden vastgelegd in wetten en worden uitgevoerd door ‘dienaren van de
macht’ zoals ministers, ambtenaren, politie en leger. De meeste onderwerpen
waarmee de politiek zich bezighoudt zijn van algemeen belang, omdat veel mensen
er mee te maken krijgen.
Het nemen van politieke besluiten kost veel tijd, omdat er verschillende oplossingen
mogelijk zijn. Maar kiezen we voor snel, daadkrachtig en efficiënt besturen
(doelmatig resultaat) of voor een maximale participatie van burgers (proces van de
democratische besluitvorming met een zorgvuldige afweging)?
Democratie betekent letterlijk het volk regeert. Veel landen hebben een indirecte/
representatieve democratie met als basiskenmerk dat het volk vertegenwoordigers
kiest die de beslissingen nemen. De volksvertegenwoordigers moeten met zekere
regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording afleggen over hun
beleid. Dit is praktischer dan directe democratie, omdat je met een kleinere groep
sneller tot besluiten komt en omdat de volksvertegenwoordigers zich grondig
verdiepen in allerlei ingewikkelde onderwerpen (wat niet iedere burger doet) én ze
controleren elkaar (trias politica). Verder moet de democratie een rechtstaat zijn om
de burgers tegen de overheid te beschermen. Kenmerken van een democratie zijn:
1. Er is individuele vrijheid Vrijheid van meningsuiting.
2. Er gelden politieke grondrechten Kiesrecht.
3. Politie en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden Je mag niet
zomaar worden aangehouden en ze mogen niet zomaar geweld gebruiken.
4. Er bestaat onafhankelijke rechtspraak Rechters zijn onafhankelijk.
5. Er bestaat persvrijheid
Binnen landen met een representatieve democratie maken we onderscheid tussen
het parlementaire en het presidentiële stelsel:
In een parlementaire stelstel is het rechtstreeks gekozen parlement het hoogste
machtsorgaan. Er wordt een kabinet van ministers en staatssecretarissen gevormd,
die altijd verantwoording aan het parlement (en dus het volk) moet afleggen. Deze
landen hebben vaak een niet-gekozen staatshoofd van wie de macht sterk beperkt
wordt door een grondwet. Is zo’n staatshoofd een koning, dan spreken we van een
constitutionele monarchie.
, In een presidentieel stelstel kiest de bevolking het parlement én de president, aan
wie de grondwet veel bevoegdheden toekent. De president staat aan het hoofd van
de regering, de uitvoerende macht en kan naar eigen keuze ministers benoemen en
ontslaan. Om zijn macht toch iets te beperken is er het ontbindingsrecht Het recht
om het parlement te ontbinden.
Nederland is een parlementaire democratie Het volk regeert via een
volksvertegenwoordiging, namelijk de leden van het parlement. De grondwet laat
zien dat vrijheid en gelijkheid belangrijk zijn voor een democratie:
Iedereen mag meedoen en je mag zelf bepalen op welke manier je
gebruikmaakt van je politieke rechten.
Taken en bevoegdheden van de 3 politieke machten staan nauwkeurig
omschreven.
Alle Nederlanders vanaf 18 jaar hebben het recht om te stemmen en om
verkozen te worden. Iedereen mag een politieke partij/vereniging oprichten,
demonstreren of op een andere manier zijn mening uiten.
De regels voor de politieke besluitvorming zijn vastgelegd.
De overheid laat de media vrij en moet zorgen dat ze over de juiste info
kunnen beschikken.
Het basiskenmerk van een dictatuur is dat de 3 machten niet van elkaar gescheiden
zijn, maar in handen liggen van een kleine groep mensen. Andere kenmerken:
Het is geen rechtsstaat, want de burgers hebben nauwelijks/geen invloed op
de politiek.
Er is een beperkte/geen individuele vrijheid.
Er is nauwelijks politieke vrijheid.
Er is veel overheidsgeweld.
Er bestaat geen onafhankelijke rechtspraak.
De massamedia en kunstuitingen staan onder censuur van de overheid.
Door het ontbreken van tegenmacht kunnen de machtshebbers snel besluiten
nemen.
We maken onderscheid tussen ideologische, religieuze en militaire dictaturen:
Bij ideologische dictaturen heeft een communistische partij alle macht en hebben
burgers weinig tot geen individuele vrijheden. Politieke invloed is alleen weggelegd
voor mensen die de ideologie onvoorwaardelijk steunen. Doordat media, onderwijs
en verenigingsleven onder strenge controle staan is er indoctrinatie.
Bij religieuze dictaturen (ook wel theocratie) is de godsdienst verheven tot
staatideologie. Het volk kiest wel een parlement en de president, maar voor alle
politieke besluiten is goedkeuring nodig van niet-gekozen geestelijk leiders.
Bij militaire dictaturen heeft het leger alle macht.
Hoofdstuk 2:
Door urbanisatie en industrialisatie begon de arme Nederlandse samenleving snel te
veranderen. Er ontstonden de eerste politieke partijen, waarbij er 3 belangrijke
ideologische politieke stromingen passen Liberalisme, confessionalisme en
socialisme. Een ideologie is een samenhangend geheel van ideeën over de mens en
de gewenste inrichting van de samenleving. Bij ideologieën gaat het om 2 aspecten:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosewobben. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.90. You're not tied to anything after your purchase.