Samenvatting Virologie:
1. Algemene eigenschappen van virussen:
Virussen verschillen in:
De gastheer die ze infecteren;
De soorten cellen die voor hen gevoelig zijn;
De gevolgen van de infectie voor cellen (bv. Necrose, tumor, …);
Morfologie.
Virussen zijn gelijk in:
Een genoom dat uit RNA of DNA bestaat. Dit RNA of DNA is
ingesloten in een proteïne enveloppe = capside.
Enkel intracellulair vermenigvuldigen.
Ze zijn volledig afhankelijk van de cel voor hun bouwstenen &
energie: enzymen en AZ. Het zijn dus parasieten op een genetisch
niveau.
Het viraal genoom is een nieuwe ingebrachte info die het
metabolisme van de cel deels of totaal overneemt.
De capside eiwitten zijn antigenisch en spelen een rol in de
immuniteit.
Vermenigvuldiging begint met een initiële stap:
Adsorptie en penetratie in de cel, gevolgd door het vrijkomen vh
nucleïnezuur genoom uit het capside.
Virussen zijn 20-300nm groot, uitzondering = mimivirus. Niet
waarneembaar met de lichtmicroscoop.
Ze hebben zo een kleine afmeting, dat ze vroeger zelfs werden
gefiltreerd.
Karakteristieke vermenigvuldigingswijze: na een eclipse fase,
waarbij het virus zelf een tijdlang “onopspoorbaar” (niet-infectieus)
is, worden de verschillende elementen van het virus (nucleïnezuur,
eiwithuls) afzonderlijk in groot aantal gevormd en achteraf in
mekaar gezet tot volwaardige virusdeeltjes.
1
, Virologie
1.2 Morfologie:
Via elektronenmicroscoop.
Virion = een volwaardig infectieus virusdeeltje dat buiten de gastheer
kristalliseerbaar is.
Elk virion heeft een eiwithuls (= capside) dat samengesteld is uit
verschillende onderdelen
(= capsomeren).
De eiwithuls omringt het nucleïnezuur = dus nucleocapside.
Dit nucleocapside kan naakt voorkomen of nog omringt zijn door andere
uitwendige lagen = enveloppe.
1.2.1 Eenvoudige virussen = naakte nucleocapsiden = virussen
zonder enveloppe:
I. TABAKSMOZAÏEKVIRUS (TMV):
Virion = staafvormig;
Capside = holle eiwitcilinder, samengesteld uit helixvormige
gerangschikte; capsomeren. In de cilinder bevindt zich het RNA of
nucleïnezuur.
II. SFERISCHE VIRUSSEN (POLIOMYELITIS, ADENOVIRUS):
Capside = regelmatig twintigvak (= icosahedron). Hierin bevindt
zich ook weer het nucleïnezuur.
2
, Virologie
1.2.2 Virussen met een enveloppe:
Hier is het nucleocapside nog omgeven door een losse membraan,
bestaande uit eiwitten, koolhydraten en lipiden. Ze zijn pleomorf.
Soms bevat het membraan hemagglutinines (= dit kan rode bloedcellen
binden) en enzymen (neuraminidase bij influenza).
Delen van deze membraan zijn afkomstig van de gastheermembraan.
I. INFLUENZA VIRUS:
1.2.3 Complexe virussen:
1.2.3.1 Bacteriofaag T2:
Sommige fagen hebben een capside dat ingewikkelder is qua bouw.
Het hoofd is te vergelijken met het capside van de sferische virussen. Het
hoofd bevat dus het nucleïnezuur of DNA.
De staart is een holle cilindrische buis waardoorheen het nucleïnezuur
passeert bij infectie van de cel.
Bij T2 bevindt zich rondom deze buis een schede van eiwitten die aan het
uiteinde vd staart verbonden is met een 6-hoekige basisplaat waarvan
lange staartdraden vertrekken (pootjes) waarmee de faag zich dan kan
vasthechten aan de gastheercel.
1.2.3.2 Vaccinia en andere pokkenvirussen:
Dit zijn grote virussen = 200-300 nm. Ze hebben een complexe bouw.
Ze zijn baksteen of ellipsvormig.
Het viraal DNA vormt een centraal gelegen biconcave schijf = nucleoïd en
is omringd door verschillende uitwendige membranen die eiwitten én
lipiden bevatten.
3
, Virologie
2. Benamingen en indelingen van virussen:
Worden ingedeeld op basis van verschillende criteria:
- RNA of DNA;
- Morfologie;
- Gevoeligheid voor fysische en chemische factoren;
- Immunologische eigenschappen;
- Pathogene vermogen;
- Letsels en symptomen.
Verkeur wordt gegeven aan een indeling volgens biologische, chemische
en fysische eigenschappen en voornamelijk op basis van het genoom.
1) De officiële indeling van virussen wordt bepaald door het
‘International Committee on Taxonomy of Viruses’ (ICTV):
Klasse;
o Familie;
Subfamilie;
Genus;
o Species.
2) Vaak wordt de Baltimore classificatie gebruikt = een
classificatiesysteem dat virussen in één van zeven groepen plaatst
afhankelijk van een combinatie van hun nucleïnezuur (DNA of RNA), hun
aantal strengen (enkelstrenig of dubbelstrengig), hun zin (+ sense of –
sense) en replicatiemethoden.
Baltimore classificatie:
I. dsDNA virussen (vb Adenovirus, Herpesvirus, Poxvirus);
II. ssDNA virussen + sense DNA (vb Parvovirus);
III. dsRNA virussen (vb Reovirus);
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wolfsyana. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.29. You're not tied to anything after your purchase.