H1 – how clinical neuropsychology has evolved
Clinical neuropsychologist = kijkt naar de diagnose en behandeling van problemen
gerelateerd aan hersenschade.
- Hippocrates: gedrag en gevoel zijn het resultaat van brain functioning.
- Romeinen en Grieken: balans tussen water, vuur, bloed en mucus. Verstoring hiervan
leidt tot ziekte en abnormaal gedrag.
- Renaissance: kritisch denken
Franz Joseph Gall (1758-1828) à basis van de klinische neuropsychologie
Cognitive loss of function as a result of brain damage was studied in patients and
subsequently the brains of patients were analyzed after their death.
Cell theory
Mensen hebben drie verschillende vormen soul: a soul to survive, a soul to engage in
activities and a higher-order soul (the mind) that knows the difference between good and
bad. De mind zit in de ventrikels die toen ‘cells’ werden genoemd.
First cell/sensus communis– collect all sensory information, forms an image
Second cell/the psychological representation – what does the image mean
Third cell/memoria – image storage
- Aristoteles: physiognomy: er zijn individuele verschillen in karakter en
persoonlijkheid. Iemands uiterlijk zegt wat over zijn persoonlijkheid.
Descartes
Twee substanties: body (res extensa) en de mind (res cogitans). De immateriële mind zit in
de pijnappelklier of epifyse.
Gall – frenologie
Psychologische functies zijn aangeboren. De mind bestaat uit specifieke organen voor
muziek, rekenen, etc. – hoe beter, hoe groter je orgaan.
De mind zit in de cortex i.p.v. aan de binnenkant van het brein.
Clinico-anatomical method
Gall’s lokalisatie ideeën testen door laesie te koppelen aan functieverlies.
- Left frontal lobe: Broca à LH is dus voor spraak
- Temporal lobe: Wernicke voor herkennen van woorden.
John Locke
Associationism = visie dat alles is geleerd.
Holisme
Localisation movement: areas of the brain generally work together.
Gestalt movement: the whole is greater than the parts.
à Luria kwam met balans tussen localizationism and holism
,M. Oskam
Luria
Onderzocht soldaten met hersenschade. Het brein is een single complex functional system
met subsystemen die bijdragen aan joint activity. Er zijn drie units (subcortical, posterior en
anterior brain areas) met ieder drie niveaus van verwerking:
1. Primary areas – modality-specific sensory information
2. Secondary zones – verwerken en betekenis geven aan informatie
3. Tertiary zones – multimodale integratie, vormen van intenties en evalueren van
eigen gerag.
Interdependence/onafhankelijkheid van neurospychologie
1. Norman Geschwind: was voor het onderzoeken van specifieke gebieden en
connecties om het functioneren van de hersenen beter in kaart te brengen.
2. Roger Sperry: onderzocht de effecten van split-brain surgery
Belangrijke concepten in cognitieve neuropsychologie
- Module = domein-specifiek, aangeboren, ingekapselde en vaste neurale structuur.
bijv. taal module
- David Marr: regels/algoritmes zijn nodig om bepaalde info (input) om te zetten naar
andere info (output)
Gebaseerd op seriële verwerking: info wordt omgezet naar een subsequent level of
representation. Later: verwerking gebeurt ook parallel.
Neurale netwerken
Modellen die corresponderen met de werking van het brein (descriptive, niet explanatory):
- Ecomonical, want het neurale netwerk leert door trial and error
- Graceful degradation: als bepaalde nodes (cellen) zijn beschadigd is slechts een deel
van de info verloren, maar niet het gehele funcitoneren
- Content addressability: een klein deel van de info kan een heel geheugenspoor
activeren (paar letters à heel woord)
Neuroimaging
CT – detecting brain injury
MRI – increased the possibilities of neuroimaging
EEG & ERPs – inzicht in de functie i.p.v. de anatomie/structuur van het brein
H2 – neuropsychologie in de praktijk
Neuropsychological examination/neuropsychologisch onderzoek
Diagnostic cycle
1. Complaints analysis
2. Problem analysis
3. Diagnose
4. Indicatie voor behandeling
Na iedere stap volgt een hypothese die wordt getest met de data over de patiënt. Worden
gereject of adjust.
,M. Oskam
Case history
Anamnese = interview over klachten, geschiedenis, werk, etc. à goed doorvragen
- Eerste impressie van cognitieve abilities, inzicht in de ziekte en gedrag.
Tests en questionnaires
Fixed battery of tests voor scientific research/wetenschappelijk onderzoek
Flexible test battery voor neuropsychological examination/NPO
Interpretatie is de integratie van de anamneses, het interview, de observatie en de
testresultaten.
Reporting
Een psychologisch report moet met de patiënt worden overlegd, voordat de bevindingen
met de referrer of een multidisciplinair team worden overlegd. Patiënt heeft recht op een
kopie van het report en correctie, blocking, perusal.
Validiteit en betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid = de nauwkeurigheid van een test.
- Test-retest: de mate waarin de test dezelfde resultaten geeft als het op een ander
tijdstip wordt afgenomen.
- Interrater reliability: mate van overeenkomst tussen de resulaten van verschillende
onderzoekers, Cohens Kappa
Validiteit = meet het wat het hoort te meten
- Face validity: meet het wat het hoort te meten
- Content validity: representatief voor het onderwerp?
- Construct validity: de mate waarin de score wat zegt over het gemeten construct
- Criterion validity: predictief (voorspellen van gedrag tav een criterium) of concurrent
(overeenkomst tussen dit instrument en ander instrument met dezelfde
meetpretentie)
- Ecological validity: voorspelt de testscore het gedrag in de eigen omgeving v/d
patiënt?
Confounding factor = element dat de performance beïnvloedt maar dat niet valt binnen het
meetdoel van de test. Bijv. cultuur, fatigue, pijn, emoties, motivatie
Underperformance/suboptimal performance = factor die de patiënt slechter laat presteren.
à kijk naar discrepantie tussen score en gedrag. Vaak het geval bij whiplashpatiënten.
Symptom validity tests have been developed to detect underperformance.
Neuropsychological treatment
Eerst vooral cognitief, later ook aandacht voor emotionele en gedragsmatige consequenties
van brain injury.
, M. Oskam
H3 – scientific approach to neuropsychology
Neuropsychological en fundamental research
Neuropsychological research = focus op karakteriseren van het klinische beeld, usability of
test instruments en het ziekteverloop analyseren
Fundamental research = focus op het begrijpen van de stoornis en gerelateerde
hersenstructuren.
Clinically oriented neuropsychological issues
1. Waar de van de conclusie is afhankelijk van de testkwaliteit en standaard data en
andere psychometrische eigenschappen.
2. De balans tussen haalbaarheid en optimaliteit
3. Missing values
Research designs
Subtraction
De score (bijv. reactietijd) wordt afgetrokken van de score of een complexere taak in een
simpelere conditie.
Nadeel: verschilscore is onbetrouwbaar.
Single and double dissociations
Dissociatie betekent een specifieke dropout maar een intact algemeen cognitief
functioneren.
Enkele dissociatie = selective dropout for task A (complex) maar niet voor task B (simpler)
à komt omdat A moeilijker is dan B
Dubbele dissociatie = twee onafhankelijke tasks zijn duidelijk onderscheiden waarvan
aanvankelijk werd gedacht dat ze sterk afhankelijk waren van elkaar. Een patiënt kan A wel
en B niet, terwijl een ander A niet kan en B wel.
- Alleen een dubbele dissociatie is niet voldoende bewijs.
Caramazza: Single-case study
Single-case study is de enige juiste manier om cognitive impairment te onderzoeken, omdat
geen enkele laesie hetzelfde is voor alle individuals within a group study.
- Testscore van de patiënt kan worden vergeleken met een normatieve groep.
- Intra-individual research kan worden afgenomen.
Studying the course of a disease
Longitudinal and cross-sectional study
Longitudinal = patienten worden voor een aantal jaren gevolgd en getest, waarna de data
wordt geanaliseerd.
- Nadeel: lagere validiteit door test-retest effect.
Cross-sectional = verschillende groepen met hetelfde syndroom worden op verschillend
emomenten getest.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller moskam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.