Inleiding in de Filosofie College 1
02-04-2020
Inleiding filosofie
Wat is filosofie?
Wat is het niet?
IKEA bedrijfsfilosofie
“Het aanbieden van een ruim assortiment degelijk ontworpen, functionele woonartikelen tegen
dusdanig lage prijzen dat zoveel mogelijk mensen zich deze kunnen veroorloven.” dit is meer
een werkwijze of een richtlijn van de IKEA. Het is het verdienmodel van de IKEA verpakt als
reclameleus.
In het dagelijkse gebruik is dit filosofie. Dit is geen filosofie zoals we het in deze cursus gaan
behandelen. Zoals het in de cursus wordt bedoeld: het bevragen of het problematiseren.
Bijvoorbeeld het bevragen van zo’n bedrijfsfilosofie (hierboven) IKEA is wel een ruim assortiment.
Je moet echt je best doen om de uitgang te vinden, je moet door de hele winkel om weer bij de kassa
te komen.
Hoe functioneel zijn de woonartikelen? Wat kun je met al die artikelen? Mensen komen vooral bij de
IKEA om ideeën op te doen over wat ze nodig zouden kunnen hebben. Functionaliteit wordt hier
betwijfeld.
Hoe degelijk zijn de woonartikelen ontworpen? Thuis heb je veel moeite om de artikelen in elkaar te
zetten.
De prijzen zijn bij de IKEA verhoudingsgewijs niet zo hoog. Dus het laatste deel van de ‘leus’ klopt
ongeveer. Maar, die lage prijzen gaan vaak ten koste van de duurzaamheid (mensen komen vaker
terug omdat dingen kapot gaan).
Het is de filosofie die ons leert om zulke vragen te stellen en kritisch te zijn. Bij filosofie heb je geen
uitgangspunt/richtlijn/vanzelfsprekendheid, maar je bevraagt of problematiseert juist deze dingen.
In dit artikel wordt de filosofie van de IKEA-oprichter uiteengezet. Deze filosofie wordt gesplitst in 5
punten: geef het goede voorbeeld, contact met medewerkers staat voorop, de werkvloer is een
universiteit (leiders op de werkvloer), moedig fouten aan, IKEA gaat boven alles.
Ook is dit meer een werkwijze of richtlijn van de IKEA. Het zijn een soort van zekerheden: “hoe je het
moet doen”.
Maar, bij de cursus Filosofie gaat het juist over bekritiseren/problematiseren van
zekerheden/werkwijzen. Bijv. bij de managementfilosofie: “Hoeveel vergeving moet je iemand
gunnen? Hoeveel fouten mag iemand maken? Moet je echt je hele ‘leven’ voor de IKEA geven?
Wat is het niet?
Onderwijsfilosofie van Sjef Drummen (Agora-onderwijs: vernieuwingsconcept):
Sjef is heel erg voor het eigenaarschap van leerlingen. Leerlingen moeten eigenaar zijn van het eigen
leerproces. Dit kun je alleen mogelijk maken door het afschaffen van het leerplan/curriculum. Je mag
als school/leraar geen programma klaar hebben voor (het geven van) de leerstof.
, Samenvatting geheel colleges Filosofie
“Eigenaarschap … bestaat alleen wanneer je geen curriculum hebt! …
Hoe kun je nou eigenaar zijn wanneer anderen bepalen wat jij moet leren?”
Bij eigenaarschap mag een leerling zelf bepalen wat hij/zij leert. De leraar moet dit volgen en de
leerling ondersteunen.
“De leerling moet eigenaar zijn van zijn of haar leerproces.
Zoals bijvoorbeeld in een lesauto waar de leerling aan het stuur zit.
De coach zit ernaast om bij te sturen waar nodig.”
“Geen klassen, geen vakken. Leraar is coach.
We doen alleen nog maar wat goed is voor kinderen. …
Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen graag leren,
de school hoeft dat alleen maar te ondersteunen.”
Dit gebeurt in Agora-onderwijs en dit is een onderwijsfilosofie.
Maar dit is meer een overtuiging/werkwijze/marketing/reclame. Dit is het omgekeerde van filosofie,
want Sjef Drummen heeft een uitgesproken mening over hoe het moet. Ook geeft Drummen er een
soort zekerheid in, terwijl je bij filosofie je afvraagt of dingen wel zijn zoals ze lijken te zijn. Bij
filosofie heb je geen zekerheid, vaste werkwijze of richtlijn. Het is het ontregelen van manieren van
denken. Filosofen vragen door.
Bijv.: Wat gebeurt er in het onderwijs, wanneer leerlingen niet zelf willen bepalen wat/hoe ze leren.
Dan zijn deze leerlingen dus niet eigenaar van het eigen leerproces.
Bij het metafoor van de rijles: de rijles is juist een extreme vorm van directe instructie. De
rijinstructeur geeft namelijk aan wat de leerling moet doen of waar de leerling naar toe moet rijden.
Wat is het niet?
We moeten niet overal ‘achter willen kruipen’ (dat overal ‘meer’ achter zit)
Filosofen zoeken niet naar meer, maar naar helderheid en precisie.
Esoterie, spiritualiteit = Je gaat ervan uit dat er meer is dan wat we zoal meemaken en beleven.
Dit bedoelt de docent niet met filosofie.
Voorbeelden van boeken -> spiritueel en esoterie:
https://ramsj.nl/producten/esoterie-spiritualiteit/
‘Het derde oor’
‘De helende energie van bomen’
Wat is filosofie nou wel?
Je kunt hier geen duidelijke definitie van geven. Filosofen zelf vinden het ook moeilijk om hier een
antwoord op te geven. Voor nu is het alleen iets intuïtief (je moet het aanvoelen).
Oefening 1 (huiswerkvraag)
Twee tekeningen van Calvin & Hobbes.
Eerste verbeeldt een pedagogisch probleem.
Tweede verbeeldt een filosofisch probleem.
Leg uit waarom.
Denk dieper dan “1ste gaat over moeder/kind en 2de gaat over universum”
Dit gaat over een soort van mening dat kinderen
dit niet mogen doen en dat dit vaak fout gaat.
, Samenvatting geheel colleges Filosofie
Hier bevragen ze een probleem/kwestie.
Soorten filosofie
Epistemologie= kennisfilosofie -> Pritchard
Dit gaat over kennen. Bijv. hooikoorts (je moet niezen, snuiten). In deze tijd nu is 1,5 meter
niet genoeg, je wordt aangesproken en boos aangekeken. Maar je weet zeker dat het
hooikoorts is en niet het corona virus. Hoe weet ik dit (andere mensen denken: “je
hoopt/denkt dat je hooikoorts hebt”)? Zijn mijn ervaring en herinnering genoeg om van
kennis te kunnen spreken? Het gaat over kennis/weten en dit staat tegenover
overtuigingen/meningen/geloven.
Ethiek= praktische filosofie -> Tännsjö
Dit gaat over handelen. Bijv. schaduwonderwijs (betaalde bijles). Veel mensen zeggen dat
schaduwonderwijs slecht is voor het gewone onderwijs. Wanneer leerlingen
schaduwonderwijs volgen, dan hoeft het gewone onderwijs zich niet te verbeteren (niet
meer echt wat te doen). Schaduwonderwijs gaat ten koste van de kwaliteit van het gewone,
reguliere onderwijs. Ook kan schaduwonderwijs ongelijkheid bevorderen. Ouders die veel
geld hebben kunnen wel het schaduwonderwijs betalen en wat ‘armere’ ouders kunnen dit
niet. Hierdoor krijgen de leerlingen van ‘rijkere’ ouders een voordeel. Wanneer je dochter
slecht is in wiskunde, mag je dan jezelf ‘voor trekken’ en kiezen voor schaduwonderwijs?
Praktische filosofie heeft te maken met: rechtvaardigheid en ‘doen’. Wat hoor ik te doen?
Wat is goed om te doen? Mag ik mijn eigen kind voor trekken? Wanneer ik veel geld heb,
moet ik dit dan niet aan alle kinderen uitgeven?
2 andere domeinen van filosofie -> komen meer een beetje tussendoor aanbod, zijn niet echt
aparte/losse domeinen:
Logica= kwaliteit argumentatie
Een soort filosofie die zich bezig houdt met de kwaliteit van redeneringen/argumenten (bijv.:
wanneer de docent kritiek levert op de argumenten/metafoor van Sjef Drummen ->
rijlessen). Klopt het allemaal wel? Zie voor nog een voorbeeld -> oefening 2.
Ontologie= wat bestaat, wat is bestaan?
Het nadenken/discussiëren over wat bestaat en over wat bestaan eigenlijk is.
Bijv. docent zegt dat ADHD niet bestaat. ADHD is een label, het is een manier om mensen te
onderscheiden. Het is geen eigenschap van iemand. Het is een manier van verschil maken.
Anderen zeggen: “maar ADHD bestaat wel, het bestaat als label”. misschien bedoelt de
docent dan dat ADHD net zoals ‘allochtoon zijn’ niet bestaat. Een allochtoon is iemand die
alleen maar allochtoon is dankzij het feit dat er grenzen zijn tussen landen en dat wij aan die
grenzen een bepaalde betekenis hangen (en hier een gevolg aan geven). ‘Een allochtoon zijn’
is geen eigenschap van iemand. Je kunt het niet aanwijzen. Het wel/niet bestaan van iets of
wat is bestaan eigenlijk? Dit zijn ontologische vragen.
Bijv. veel mensen weten dat smurfen niet bestaan. Maar als we dat hardop zeggen dat
smurfen niet bestaan, is dit ook weer onzin. Je kunt namelijk aangeven dat smurfen wel in
films en boeken bestaan. We weten hierdoor van alles over smurfen.
, Samenvatting geheel colleges Filosofie
Oefening 2 (huiswerkvraag)
Stel, de bewering:
“De oppas in het dorp past op alle kleine kinderen in het dorp waarvan de ouders niet op hun eigen
kleine kinderen passen, en alleen op de kleine kinderen in het dorp waarvan de ouders niet op hun
eigen kleine kinderen passen”.
is waar.
Waarom weet je dan zeker dat de oppas zelf geen kleine kinderen heeft?
Inleiding in de Filosofie College 2
05-04-2020
Kennisfilosofie/epistemologie
Kennisfilosofie/epistemologie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liannevdk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.