Samenvatting Preventie, Family Mediation en Behandeling in de
Forensische context
Hoorcollege 1
Vandaag
Opfrissing: belang van preventie voor KM en jeugdcriminaliteit
Effectiviteit van interventies
Uitgelicht:
o Voorzorg
o Meta analyse naar KM interventies
Wat is preventie?
Goede preventie kan zorgen voor een gezonde, veilige en kansrijke opvoed- en opgroeiomgeving van
jeugdigen voorkomen dat jongeren in de problemen raken
Bevorderen normaal leven en positieve ontwikkeling
Gericht nemen van beschermende maatregelen
Belemmerende of risicovolle factoren voorkomen, signaleren, verkleinen en waar nodig
bestrijden
Focus op risicogroepen (waar sprake is van KM of jeugddelinquentie).
Belang preventie KM
Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van
kinderen: in 2017 zijn er tussen de 90.000 –
127.000 kinderen in Nederland
mishandeld/verwaarloosd
Vooral emotionele verwaarlozing wat het meest
voorkwam.
Grafiek: Er zijn veel kinderen die in deze
omstandigheden terecht komen en met
preventie kunnen we zorgen dat er minder
kinderen in deze groepen terecht komen en proberen op een tijdig tijdstip te interveniëren
Focus op KM
Risico voor jeugdcriminaliteit
o Kindermishandeling is een risicofactor voor het ontwikkelen van delinquent gedrag.
Gezinnen waarbij KM voorkomt of andere negatieve opvoedomstandigheden belanden
sneller in jeugdcriminaliteit.
,Impact KM en jeugdcriminaliteit
- Gevolgen tijdens jeugd en volwassen leeftijd (gezondheidsproblemen; fysiek en mentaal) en
los van de gezinsproblemen en jongeren zelf, hebben we ook te maken met maatschappij
(criminaliteit zorgt voor overlast en veel geld). Interventies voor KM zijn prijzig. Kunnen we
dit rendabel maken in de praktijk?
Preventie pyramide
- Universeel: Onderste level: meeste mensen zitten hierin. Universele level van preventie: alle
ouders/kinderen in NL waar we naar kijken en waar we willen zorgen dat ze een zo goed
mogelijke ontwikkeling hebben. Denk aan brochures bij KDV of GGZ, informatie over voeding
bijv. of hoe je omgaat met driftigheid bij peuters. Adviezen geven om problemen te
vermijden op een breed en mild niveau.
- Selectieve level: kijken naar specifiekere groepen. Een kleinere groep met verhoogd risico.
Bijv gezinnen met lage SES, bepaalde buurten (met meer gezinsproblematiek), bepaalde
scholen (niveau van ouders die lager zijn dus wellicht kinderen ook). Extra voorlichting en
extra signalering door te kijken of er problemen zijn en op tijd reageren.
- Geïndiceerd: individu met hoog risico of beginnend probleem. Preventieve interventies bijv.
eerstelijns ondersteuning of hulp. Enig idee dat er al iets aan de hand is.
Preventie in de forensische context
- Universeel: bijv GGD, consultatie bureau’s, reclames.
Dingen die iedereen bereikt.
- Selectief: opvoedcursus (bv. Multiculturele buurt;
gezinnen met hoger risico. Bijv. in deze buurthuizen
meer opvoedcursussen hoe kun je sensitief zijn? En
wijkgerichte aanpak (bv meer wijkagenten op de
fiets/jongeren coaches die kijken of er jongeren zijn die
problemen veroorzaken. Ook wijkgerichte aanpak in
jeugdzorg).
- Geïndiceerd: PIT Amsterdam (gericht op jongeren met gedragsproblemen risico’s op het
oog of er is iets aan de hand) of VoorZorg.
,Meest succesvol volgens NJI als
De preventie strategie meest succesvol als:
het gevoel van competentie van ouders vergroot : iets doen met vaardigheden van ouders en
hun gevoel hierover.
ouders leert reële verwachtingen te hebben over de opvoeding: niet teveel verwachten van je
kind en leeftijdsadequaat erop reageren bv.
de opvoedvaardigheden vergroot
Maar wat zegt wetenschappelijk onderzoek?
__________________________________________________________________________________
Artikel: Gelinck, R., Rensen, P., Hensen, N., Bastiaanssen, I., van Dale, D., van Vugt, M., & Herps, M.
(2018). Erkenning van interventies: Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2019- 2022.
Verkregen via: https://www.nji.nl/nl/Erkenning-van-interventies-Criteria-voorgezamenlijke-
kwaliteitsbeoordeling-2019-2022.pdf
Erkenning van interventies
Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) startte in 2005 met het ontwikkelen van een
beoordelingssysteem voor de kwaliteit en effectiviteit van interventies. Het RIVM Centrum Gezond
Leven (CGL) kreeg ook de opdracht om iets soortgelijks op te zetten. Samen zijn ze toen een traject
gestart. Het doel van dit traject was om een beter zich te creëren op de kwaliteit en effectiviteit van
bestaande interventie én om de kwaliteit van programma’s in de praktijk te verbeteren. In de loop
van de tijd hebben ook andere instituten zich aangesloten bij dit traject (NCJ, NISB, Movisie, Vilans en
Trimbos).
Definitie en doel
Een interventie komt pas in aanmerking voor beoordeling als deze voldoet aan de omschrijving ‘een
planmatige en doelgerichte aanpak’. Het algemene doel van het erkenningstraject voor interventies
is kwaliteitsverbetering van interventies in de betrokken werkvelden. Specifiek zijn de doelen:
Inzicht bieden in de kwaliteit, uitvoerbaarheid en effectiviteit van interventies.
Opwaartse druk creëren in de kwaliteitsontwikkeling een motor voor
interventieontwikkelaars
Accumulatie en uitwisseling van kennis over (theoretisch) werkzame principes of elementen
er kan duidelijk worden wat werkt binnen werkvelden
Harmonisatie van verschillende erkenningstrajecten
Type beoordeling
Met het erkenningstraject wordt het hele traject van beschrijven, indienen, beoordelen, erkennen en
publicatie dat eigenaren van interventies kunnen doorlopen bedoelt. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen twee typen beoordelingen:
Een beoordeling van doel, doelgroep, aanpak en randvoorwaarden door professional uit de
praktijk van de sector. Op basis hiervan kan een oordeel ‘goed beschreven’ komen.
Een beoordeling van de onderbouwing en/of effectiviteit van de interventie door een
erkenningscommissie. Het oordeel ‘goed onderbouwd’ of ‘effectief’ kan gegeven worden.
Effectiviteit (preventieve) interventies
Databank effectieve jeugdinterventies
- Erkenningsniveaus en de wijze van beoordelen
, - Zoveel mogelijk interventies in de paarse gedeelte
komen of het daadwerkelijk effectief is. Niet heel veel
interventies. Een van de interventies die wel effectief is, is
de VIP-SD. Deze is sterk aangeschreven.
- Meeste interventies vallen onder ‘goed onderbouwd’ .
dit houdt in dat ze al beoordeeld zijn door
erkenningscommissie en dat er een theoretische
onderbouwing is die veelbelovend is, maar betekent niet
dat het op effectiviteit is onderzocht. Nog niet getoetst
met RCT, dus weten niet zeker of het echt werkt in de
praktijk.
A. Goed beschreven: beoordeling door praktijkpanels
Weten welke interventies er zijn, wat het doel is, de doelgroep, de aanpak en randvoorwaarden voor
uitvoering is een eerste stap in het zicht krijgen op de kwaliteit van interventies. Er moet al toetsing
met de praktijk plaatsgevonden hebben (voor procesevaluatie). Aan de hand van de beschrijving, de
handleiding en de procesevaluatie beoordelen professionals uit de praktijk de interventies.
Doel van beoordeling Goed Beschreven
Scheiding kaf van het koren.
Expliciet maken van (impliciete) praktijkkennis.
Opstap naar verdere kwaliteitsontwikkeling
Stimuleren toetsen in de praktijk met procesevaluatie
Opzet
Een panel van praktijkbeoordelaars en experts (inhoudsdeskundigen op een thema) beoordeelt
interventies voor het niveau Goed Beschreven. Dit gebeurt in de vorm van peerreview. Elk instituut
heeft zijn eigen panel. Het eindoordeel wordt gebaseerd op twee of drie (positieve of negatieve)
eindoordelen.
- Het oordeel Goed Beschreven is drie jaar geldig. Er kan een herbeoordeling ingediend
worden.
Criteria voor goed beschreven
Een interventie moet duidelijk beschreven zijn wat betreft doelen, doelgroep, aanpak,
randvoorwaarden, overdraagbaarheid, ervaring met de uitvoering en beschikbare materialen.
Daarnaast moet er inzicht zijn in uitvoeringsaspecten (zoals een handleiding, kosten en
tijdsbesteding).
Uitwerking criteria Goed Beschreven
1. Beschrijving
o Doelgroep, doelen, opzet en inhoud goed beschreven.
2. Verantwoording: aanzet tot onderbouwing
o Ernst van probleem en eventuele gevolgen goed beschreven.
o Verband en logisch samenhang tussen aanleiding, doelen en doelgroep goed beschreven.
3. Uitvoering
o Handleiding bevat beschrijving van doelen, doelgroep etc.
o Ondersteuning beschreven.
o Beschreven hoe kwaliteit wordt bewaakt.
o Vaardigheden en beroep van uitvoerende professional beschreven.
o Draagvlak, kosten en uren voor interventie vermeld.
,4. Onderzoek naar uitvoering
Er is een procesevaluatie uitgevoerd, waarin:
o Onderzoeksopzet is beschreven.
o Inzicht in de activiteiten
o Informatie over deelnemers, succes en falende factoren, waardering en ervaring van
uitvoerende professionals en de doelgroep
o Als het nodig was zijn er ook aanbevelingen gegeven voor aanpassing van de interventies
B. Goed Onderbouwd en Effectief: beoordeling door de Erkenningscommissie Interventies
Na de stap hierboven, over doelen en aanpak etc., moet er inzicht komen in de inhoudelijke basis. Er
wordt gekeken naar theoretische uitgangspunten en beschikbare kennis uit onderzoek. Het oordeel
‘Goed onderbouwd’ geeft aan dat een interventie theoretisch goed in elkaar zit en gebaseerd is op
bestaande (empirische) kennis, maar dat er nog geen of onvoldoende onderzoek naar de effectiviteit
ervan beschikbaar is. Een interventie krijgt het oordeel ‘Effectief’ indien uit effectonderzoek blijkt dat
de interventie haar doelen bereikt.
Opzet
Er bestaan in 2019 negen deelcommissies:
1. Jeugdzorg en psychosociale/pedagogische preventie
2. Jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering (voor jeugd);
3. Ontwikkelingsstimulering, onderwijs-gerelateerd aanbod en jeugdwelzijn
4. Gezondheidsbevordering en preventie voor volwassenen en ouderen
5. Sport en bewegen voor alle leeftijden
6. Maatschappelijke ondersteuning, participatie en veiligheid
7. Ouderenzorg
8. Gehandicaptenzorg
9. Langdurige geestelijke gezondheidszorg.
Doel
Dit doel sluit aan op het algemene doel van het erkenningstraject voor interventies: het leveren van
een bijdrage aan de (verdere) kwaliteitsverbetering van interventies in de betrokken werkvelden.
Criteria voor Goed onderbouw en effectief
Criteria voor Goed Onderbouwd
Deze beoordeling maakt duidelijk dat de interventie zou kunnen werken. Onderbouwing is bijna altijd
een voorwaarde voor een goed effectonderzoek. Met een goede theoretische onderbouwing kan je
namelijk weten welke uitkomsten te voorspellen zijn en welke concepten relevant zijn.
Criteria voor Effectief
Als via onderzoek blijkt dat een interventie in de theorie en in de praktijk werkt, dan kan het de
beoordeling effectief krijgen. Daarom bedoelen ze: de interventie levert een met onderzoek
aangetoonde bijdrage aan de oplossing van het geformuleerde probleem. Het accent ligt op
effectonderzoek met gecontroleerde designs (zoals een RCT en quasi-experimenteel onderzoek),
maar er is ook ruimte voor andere designs. Bij de beoordeling van de effectiviteit beoordeelt de
commissie eerst:
Of de meest relevante uitkomstmaten zijn meegenomen in de studie
Of de gevonden effecten groot zijn
Het design en de kwaliteit van het onderzoek.
De effectiviteit wordt beoordeeld in niveaus, er zijn drie verschillende niveaus:
, 1. Eerste aanwijzingen voor effectiviteit Bijvoorbeeld goed uitgevoerd
observationeel onderzoek. Resultaten van de interventie moeten laten zien dat
gedrag, vaardigheden, cognities, gevoelens etc. in voldoende mate zijn veranderd,
zoals het doel van de interventie was.
2. Goede aanwijzingen voor effectiviteit bijvoorbeeld quasi-experimentele designs,
of observationele onderzoeken die zeer goed zijn uitgevoerd. Resultaten van de
interventie moeten weer laten zien dat gedrag, vaardigheden, cognities, gevoelens
etc. in voldoende mate zijn veranderd, zoals het doel van de interventie was. Zonder
interventie worden deze resultaten niet bereikt.
3. Sterke aanwijzingen voor effectiviteit bijvoorbeeld RCT’s en quasi-experimentele
studies met een follow-up. De interventie is effectief voor de doelgroep en is beter
dan de gebruikelijke handelswijze en dat is toe te schrijven aan de interventie.
Uitwerking criteria Goed Onderbouwd
1. Criteria voor de beschrijving (deze gelden ook voor Goed Beschreven)
- Doelgroep, doelen, opzet en inhoud helder beschreven
2. Criteria voor de (theoretische) onderbouwing
- Probleem of risico volledig omschreven, met gegevens over bijvoorbeeld de ernst,
spreiding, kosten en mogelijke gevolgen.
- Analyse van probleem met bijvoorbeeld risico en protectieve factoren
- Factoren die de interventie aanpakt, moeten benoemd zijn. Die factoren moeten
gekoppeld zijn aan de doelen van de interventie.
- Bronvermelding bij de theoretische onderbouwing.
- Werkzame elementen benoemd en verantwoord.
Uitwerking criteria Effectief
1. Algemene criteria voor effectiviteit (geldt voor alle niveaus)
- Uitkomsten zijn relevant voor doel en doelgroep
- De veranderingen hebben betrekking op doel en doelgroep
- Grootte van uitkomstmaten moeten overtuigend zijn, passend bij doel en doelgroep en
in geaccepteerde uitkomstmaat.
- Ook negatieve effecten weergegeven (als die er waren).
- Replicatie van studie is mogelijk met de beschikbare documentatie
- Interventie wordt uitgevoerd zoals bedoeld.
- Uit voldoende studies is gebleken dat er veranderingen zijn die komen door de
interventie
2. Criteria per niveau van effectiviteit
a. Eerste aanwijzingen voor effectiviteit
- Lichte bewijskracht van empirisch onderzoek.
- Ten minste twee NL studies gedaan, met lichte bewijskracht of één NL studie met lichte
bewijskracht in combinatie met één internationale studie met lichte bewijskracht.
b. Goede aanwijzingen voor effectiviteit
- Redelijke (causale) bewijskracht van empirisch onderzoek.
- Aantal studies kan sterk uiteenlopen, vuistregels zijn:
Ten minste twee NL studies gedaan, met redelijke tot vrij sterke bewijskracht of één
NL studie met redelijke tot vrij sterke bewijskracht in combinatie met één internationale
studie met redelijke tot vrij sterke bewijskracht.
Bij herhaalde casestudies zijn er minstens 6 cases uitgevoerd door verschillende
behandelaars in verschillende condities of minstens 10 cases uitgevoerd in één setting.
c. Sterke aanwijzingen voor effectiviteit
- Sterke bewijskracht van empirisch onderzoek, in de praktijk uitgevoerde studies met een
follow-up van minstens 6 maanden.
, - Aantal studies kan sterk uiteenlopen, vuistregels zijn:
Ten minste twee NL studies gedaan, met sterke of zeer sterke bewijskracht of één NL
studie met sterke tot zeer sterke bewijskracht in combinatie met één internationale
studie met sterke tot zeer sterke bewijskracht.
Bij herhaalde casestudies zijn er minstens 10 cases, uitgevoerd door verschillende
behandelaars in verschillende condities.
Erkenning onder voorbehoud kan gegeven worden als interventies nog niet voldoende
beschreven zijn of nog niet voldoende theoretisch zijn onderbouwd, maar met een paar
aanpassingen vrij gemakkelijk op te vullen zijn. Er is dan feitelijk sprake van erkenning, onder
voorbehoud dat de ontwikkelaar de onberekende informatie aanvult.
Het oordeel is vijf jaar geldig, er kan een verzoek ingediend worden voor herbeoordeling.
C. Uitvoerbaarheid: beoordeling door praktijkpanels of erkenningscommissie
Uit evaluaties bleek dat er behoefte was aan meer informatie over de uitvoerbaarheid van de door
de commissie erkende interventies. Dan kan de professional beter inschatten of de interventie
geschikt is voor eigen setting of context. Er is informatie nodig over de concrete uitvoering van de
interventie (wie wat doet, hoeveel tijd het kost). Daarnaast moet duidelijk zijn of de condities van de
interventie wel in de praktijk aanwezig zijn (bijvoorbeeld de financiën). Aanvullend onderzoek kan de
conclusies over de uitvoerbaarheid versterken.
Onderzoek naar uitvoering
Onderzoek naar de uitvoering dient vooral inzicht te geven in het bereik van de interventie en de
waardering van gebruikers en uitvoerders en wat de succes- en faalfactoren zijn. Een procesevaluatie
is de meest voorkomende vorm van onderzoek naar uitvoering.
Criteria voor Uitvoerbaarheid
- Materialen beschikbaar
- Interventie is overdraagbaar
- Gegevens over onderhoud en kwaliteitsbewaking beschikbaar.
- Randvoorwaarden moeten gespecificeerd zijn (op het niveau van interventie, professionals,
organisatie en context)
- Doelen moeten haalbaar zijn binnen de randvoorwaarden en kosten.
- Interventie biedt ruimte voor flexibiliteit.
- Er is (kwalitatief of kwantitatief) onderzoek gedaan naar de uitvoering.
D: Communicatie
Een belangrijk onderdeel van het erkenningstraject is de communicatie over de kwaliteit en
effectiviteit van de beoordeelde interventies, in bijvoorbeeld databanken. Een belangrijke
aanbeveling uit de landelijke evaluatie (2018) is om meer te stimuleren dat interventies in de praktijk
gebruikt worden.
__________________________________________________________________________________
Preventieve interventies voor KM in NL (o.a.)
Parent- Child interaction Therapy (PCIT)
Parent Management Training Oregon (PMTO)
Stevig Ouderschap
Voorzorg
specifiek voor vermindering KM
Parent-Child Interaction Therapy
gedragsproblemen van kinderen aanpakken
/opvoeding
, jonge groep kinderen
gezinsgerichte aanpak: ook optie om tweede ouder te betrekken bij interventie.
gespecialiseerde hulp in een instelling
effectief volgens eerste aanwijzing: mogelijk positief in NL setting.
Parent Management Training Oregon
gericht op gedragsproblemen, stoornissen en
opvoedingsvaardigheden
bredere leeftijdsgroep
individuele aanpak
in een instelling
effectief volgens eerste aanwijzing
effectief bevonden voor preventie KM (vrij recent
gebeurt). Maar afvragen of dit werkt voor alle
doelgroepen, omdat het voornamelijk gericht is op
vermindering van probleemgedrag.
Stevig Ouderschap
specifiek ontwikkelt voor KM.
Nadeel is dat het specifiek gericht is op hele
jonge kinderen (0-2 jaar). Zelfde geldt voor
VoorZorg; beide interventies beginnen tijdens
zwangerschap of begin van het leven van een kind.
meer gericht op preventie van problemen (dus
inzetten bij gezinnen met hoger risico) om te
zorgen dat er geen nadelige gevolgen zijn voor het
kindje
Thuissetting: laagdrempelig met huisbezoeken
speciale jeugdhulpverpleegkundige die worden
getraind en deze interventie geven.
gaat uit van eigen kracht
Effectieve preventie van (recidive van) jeugddelinquentie
Interventies voor jeugddelinquentie zijn vaak bedoeld om recidive te voorkomen. Gaat vaak om
jongeren die al delicten hebben gepleegd of risico lopen (en bepaald gedrag laten zien) en zorgen dat
dit niet voortgezet wordt en op tijd gestopt wordt.
Ouderschap met liefde en grenzen (12-18 jaar) effectief volgens eerste aanwijzingen
Agressieregulatie op Maat Ambulant (16-24 jaar) effectief volgens eerste aanwijzingen
Minder boos en opstandig (8-12 jaar) effectief volgens goede aanwijzingen
Multisysteem Therapie (12-18 jaar) effectief volgens sterke aanwijzingen ingezet bij JJI
Multidimensionele familietherapie (12-19 jaar) effectief volgens sterke aanwijzingen gericht
op hele gezin.
Effectiviteit (preventieve) interventies
Gouden standaard: Randomized Controlled Trial (RCT)
o Random toewijzing tussen twee groepen. Willekeurige
aantal mensen naar interventie groep en willekeurige
groep die geen interventie krijgen maar care as usual
(controle groep). Daar kijkt NJI dus naar; zijn het studies
, die random mensen in twee groepen verdeeld en komt het verschil door de
interventie en niet door andere factoren?
Groepen vergelijkbaar
Kans op Bias zo klein mogelijk houden: als je een effect vindt van een interventie is de kans
groter met een RCT dat het dus daadwerkelijk door de interventie komt en niet doordat er
toevallig andere verschillen zaten in de groepen.
__________________________________________________________________________________
Effectiviteit preventie kindermishandeling (Euser et al, 2015) Meta-analyse
Artikel: Euser, S., Alink, L.R.A., Stoltenborgh, M., Bakermans-Kranenburg, M.J., & Van IJzendoorn,
M.H. (2015). A gloomy picture: a meta-analysis of randomized controlled trials revealed
disappointing effectiveness of programs aiming at preventing child maltreatment.
Abstract
Er zijn nog geen programma’s voor ouders gevonden (om kindermishandeling te
voorkomen/verminderen) die consistent goed werken. In de huidige meta-analyse zijn allemaal
randomized controlled trials (RCT’s) vergeleken, waarbij gekeken is naar twintig verschillende
interventies. Deze interventies richtten zich óf op voorkomen van kindermishandeling óf op het
verminderen van kindermishandeling. Er werden grotere effectgroottes gevonden voor recentere
studies, kleinere studies, programma’s die oudertrainingen boden (in plaats van enkel steun bieden),
programma’s die mishandeling behandelde in plaats van at-risk families en programma’s die niet te
lang waren (6-12 maanden) waarbij er ongeveer 16-30 sessies plaatsvonden.
Alleen RCT’s (23 studies, 20 interventies)
Mishandeling als uitkomstmaat (en niet veiligheid, verwondingen, UHP etc.)
o Andere studies kunnen ook kijken naar andere uitkomsten, maar euser
wilde echt kijken welke interventies er zijn als het gaat om KM.
o Daarnaast werd er in andere studies niet naar moderatoren gekeken, terwijl
dat wel goed had geweest. Daarom is er in deze meta- analyse gekeken naar
de effectiviteit van het programma en de mogelijke moderatoren.
Niet-klinische steekproeven: Niet in de klinische veld, maar gekeken naar meer preventieve
interventies
Interventie/design/sample/study factoren?
o Ook werd er naar de verschillende eigenschappen van de interventies gekeken.
- Bij sommige interventies kregen de ouders verschillende soorten steun (sociaal,
emotioneel, materieel).
- Andere studies richtten zich juist op het geven van oudertrainingen die ervoor
moeten zorgen dat de ouders betere skills krijgen.
- Daarnaast zijn er ook interventies die een combinatie van zowel steun als
oudertraining bieden.
- Een ander belangrijk verschil waarnaar gekeken is, is of de interventie center- based,
home-based of een combinatie van beide is.
- Ook werd het aantal sessies en de lengte van de interventie meegenomen.
Groepen:
3 groepen bekeken
- Interventies voor algemene populaties (universeel): mishandeling voorkomen
- Interventies bekeken bij hoog risico gezinnen:
mishandeling voorkomen en zorgen dat dat niet
start maar er is wel ander negatief
opvoedgedrag te zien