Dit betreft een samenvatting van alle 15 lessen kennislijn (psychologie/pedagogiek (PPA) en filosofie en recht) van de module het mensen en grenzen van de opleiding Social Work (HAN Nijmegen), 2e leerjaar. Alle verplichte toetsstof die te vinden is op #OO (GGZ-standaarden, Mens & Recht, filosofie, ...
Voorwoord Samenvatting tentamen Mensen en Grenzen
A PPA + Filosofie + Recht (V2KVO-IZA)
Dit is een samenvatting voor het tentamen Mensen en Grenzen A PPA (psychologie & pedagogiek) +
Filosofie + Recht (V2KVO-IZA). In deze samenvatting is alle toetsstof vanuit de literatuur op #OO
samengevat, samen met de extra stof die in de weblectures/lessen zijn besproken. Omdat de
literatuur officieel tentamenstof is en dit veel literatuur betreft, is dit een grote samenvatting. Het
gaat hier om de toetsstof/weblectures van de volgende lessen:
2.1 Week1_Inleiding psychopathologie
2.2 Week 2_Ontwikkelingsstoornissen
2.3 Week 3_Behandeling in de geestelijke gezondheidszorg
2.4 Week 4_Persoonlijkheidsstoornissen
2.5 Week 5_Angststoornissen
2.6 Week 6_Schizofrenie stemmingsstoornissen
2.7 Week 7_Methodieken in de jeugdzorg
5.2 Les 1: Recht. Inleiding
5.3 Les 2: Filosofie. Inleiding Ethiek
5.4 Les 3: Recht. Personen- en familierecht (Jeugdrecht)
5.5 Les 4: Filosofie. Ethische gevoeligheid
5.6 Les 5: Recht. Strafrecht
5.7 Les 6: Filosofie. Macht en vrijheid
,5.8 Les 7: Combinatie Recht & Filosofie
,Mensen en grenzen
Les 1: psychologie: inleiding psychopathologie
Informatie uit de literatuur (aangevuld met informatie les):
DSM (Diagnostical and Statistical Manual of Mental Disorders) = een classificatiesysteem voor
psychische stoornissen die wereldwijd het meest wordt gebruikt. Dit systeem classificeert de
stoornissen op grond van hun psychische en gedragsmatige symptomen (en dus niet op de oorzaak).
De DSM biedt specifieke criteria voor de diagnose van ruim 300 psychische stoornissen. Ook biedt
het handboek de beroepspraktijk een gemeenschappelijke taal voor de beschrijving van de
psychopathologie. Daarnaast bepalen de meeste ziektekostenverzekeringen aan de hand van de DSM
normen welke behandelingen ze vergoeden.
Kritiek DSM =
1) De DSM classificeert verschijnselen te veel als “ziekte”, waardoor er een kunstmatig
onderscheid tussen patiënten en andere mensen ontstaat.
2) Ziektes en medicijnen worden teveel aangepraat; de DSM zou vooral in het belang van de
farmaceutische industrie en de zorgverzekeraars zijn.
3) Belangenverstrengeling bij de commissie die verantwoordelijk was voor het maken van de
nieuwe DSM: 56% heeft financiële banden met de farmaceutische industrie.
4) Maakt gebruik van statische psychologie.
5) Beschrijft stoornissen maar verklaard niets.
6) Culturele bias: ben je van een andere cultuur (niet Westers)? Dan kom je veel sneller in
aanmerking voor een DSM-classificatie.
7) De DSM labelt cliënten, wat mensen niet prettig vinden OF dat mensen zich hier juist achter
verschuilen en zich hier juist naar gaan gedragen (Selffulfilling Prophecies).
8) Bevat veel cirkelredeneringen: de ene classificatie hoort ook bij andere classificaties.
Informatie uit de les:
Psychopathologie = wetenschap die de ziekten van de geest bestudeert. Pathologisch betekent dat
er echt iets kapot is in de hersenen, waardoor je vaak medicijnen nodig hebt. Denk hierbij aan
aangeboren stoornissen, schade (hersenbloeding/ziekte van Korsakov) en slijtage
(ouderdomsdementie etc.).
Statische psychologie (oude psychologie) = statisch: teveel in zwart-wit denken, zonder goed verder
te kijken en bijvoorbeeld te kijken naar de oorzaak of waar iemand nu echt last van heeft.
Voorbeeld: meneer is alcoholverslaafd. Mevrouw heeft een borderline-stoornis. Het is zwart-wit
denken, terwijl de wereld niet zo zwart-wit is.
Vloeiende psychologie (nieuwe psychologie) = niet zwart-wit denken en doet meer recht op wat de
situatie is. Een alcoholist kan bijvoorbeeld de ene dag veel drinken en de andere dag minder drinken.
Waar iemand last van heeft, is veel interessanter dan de stoornis die iemand heeft. Waarom doet
iemand wat hij doet?
De zin van het leven = overleven en aanpassing aan een complexe omgeving.
, De essentie van het leven = uiteindelijk mislukt het en komt er toch een einde aan het leven.
Pathologie als functionele aanpassing aan de omgeving = het meest “gekke gedrag” is eigenlijk het
meest functioneel voor mensen. De hersenen passen zich in een complexe situatie aan, wat bepaald
gedrag veroorzaakt. Dit gedrag, wat altijd functioneel is geweest, neem je mee in jouw leven en kan
uiteindelijk tot een stoornis leiden.
Les 2: pedagogiek: ontwikkelingsstoornissen en eetstoornissen
Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) = is te zien als uiterste op de schaal van
geconcentreerd, rustig en beheerst gedrag naar ongeconcentreerd en/of druk en impulsief gedrag.
Bij kinderen valt de hyperactiviteit en impulsiviteit vaak op, bij jongeren/volwassenen problemen
met aandacht, planning en de organisatie van het dagelijks leven. ADHD is een neurobiologische
ontwikkelingsstoornis.
Gedragskenmerken ADHD =
Overwegend onoplettend beeld (voorheen ADD):
1. Dromerig zijn
2. Gemakkelijk en snel afgeleid zijn/worden
3. Passief lijken
4. Teruggetrokken zijn
5. Ongeorganiseerd en vergeetachtig zijn
6. Niet lijken te luisteren
7. Vaak dingen kwijt zijn
8. Moeite hebben met het opvolgen van instructies
9. Moeite hebben met het sociale gebeuren in de klas
10. Moeite hebben om hun aandacht bij taken of spelactiviteiten te houden
Overwegend hyperactieve/impulsieve beeld (ADHD):
1. Moeilijk stil kunnen blijven zitten
2. Snel afgeleid zijn
3. Moeilijk op hun beurt kunnen wachten
4. Van de ene activiteit naar de andere hollen
5. Niet rustig kunnen spelen
6. Overdreven veel praten
7. Anderen in de rede vallen
8. Niet luisteren naar wat anderen zeggen
9. Zich vaak in gevaarlijke situaties storten
10. Moeilijk instructies kunnen volgen
11. Anders reageren op straf/beloning
12. Veel kwijtraken of dingen verliezen
13. Moeilijk blijvend de aandacht kunnen richten
14. Zichzelf moeilijk onder controle kunnen houden
Ontstaan ADHD = door een samenspel van een groot aantal erfelijke en omgevingsfactoren. Komt
meestal tot uiting in de kindertijd en kan tot op hoge leeftijd voortduren; ADHD zal altijd een
kwetsbaarheid zijn die van lichte tot ernstige beperkingen in het functioneren kan leiden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SocialWorkDaisy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.11. You're not tied to anything after your purchase.