o Huwelijksvermogensrecht = het geheel van regels dat de vermogensrechtelijke
verhoudingen beheerst tussen echtgenoten onderling en tegenover derden,
zowel tijdens het huwelijk als bij de ontbinding ervan:
Huwelijk: duurzame intieme relaties die niet bezegeld zijn door een
huwelijk vallen hier niet onder
Vermogen: personele en financieel-economische elementen zijn hier van
uitgesloten
o Vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk zijn een lex specialis
o Interne werking (tussen echtgenoten) en externe werken (tov derden)
o Verbeke: maatschappij mag verwachten dat je de verantwoordelijkheid draagt
die voortvloeit uit je gedragingen
o De vermogensrechtelijke bescherming voor feitelijke of natuurlijke
samenwonenden is 0
o 19e eeuw: vragen over huwelijk, erfenis enkel relevant voor rijke mensen -> was
mechanisme om familiale vermogen te vergroten (juiste partner uit juiste familie
kiezen om uw vermogen te vergroten)
o familiaal vermogen is nog steeds elitair maar is democratischer geworden
o 20e eeuw: emancipatie: samen een vermogen opbouwen
o tot 1958: gehuwde vrouw was handelingsonbekwaam
o 1976: concurrentieel bestuur van vermogen man en vrouw
o 2003: huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht toegestaan in België
o enkel monogamie in België
o huwelijk op termijn : feitelijke samenwoning om nadien te trouwen
o primair huwelijksstelsel:
regelt op dwingende wijze de minimale rechten en verplichtingen van de
echtgenoten
van toepassing op alle echtgenoten door het feit van het huwelijk
o secundair huwelijksvermogensrecht (in deze cursus):
regelt enkel de vermogensrechtelijke aspecten
suppletief recht
o basischema van drie vragen:
wat als echtgenoten niets hebben geregeld?
Kunnen de echtgenoten zelf een regeling treffen?
Waar ligt de grens?
1
,Titel I Het secundair Huwelijksvermogensrecht
Hoofdstuk 1: het wettelijk stelsel
Afdeling I. Situering
o Echtgenoten hebben twee mogelijkheden:
Conventioneel stelsel: vóór de voltrekking van hun huwelijk sluiten ze een
huwelijksovereenkomst bij de notaris
Wettelijk stelsel (art. 1390 BW) -> begint te werken vanaf de voltrekking
van het huwelijk (art. 1391 BW)
o Wijzigingsakte: echtgenoten sluiten tijdens het huwelijk bij de notaris een
huwelijksovereenkomst -> artikelen 1394 en 1395 BW naleven
o Huwelijksvermogensstelsel moet rechtszekerheid bieden: het door de partijen
gekozen stelsel mag niet willekeurig wijzigen
o Indien partijen hun stelsel willen wijzigen moeten zij strikt de wettelijke
voorwaarden naleven
Afdeling II. Kwalifi cati e van de vermogens
o Drie vermogens (art. 1398 BW):
Eigen vermogen van elk van beide echtgenoten
Gemeenschappelijk vermogen van beide echtgenoten
o Wettelijk stelsel zorgt voor solidariteit tussen beide echtgenoten maar behoudt
de autonomie en individuele vermogensvrijheid
o Stelsel van gemeenschap van aanwinsten:
Gezinsvermogen = vermogen dat de echtgenoten samen tijdens het
huwelijk opbouwen
Tegenwoordige goederen = voorhuwelijks vermogen = vermogen dat niet
verbonden is aan het huwelijk
Toekomstige goederen = familievermogen = vermogen verkregen door
erfenis of schenking, ook tijdens het huwelijk -> heeft geen verband met
de huwelijksrelatie dus wordt apart gehouden
o Gemeenschappelijke vermogen = alle activa die tijdens het huwelijk onder
bezwarende titel toevallen aan één van de echtgenoten
o Eigen vermogens van de echtgenoten:
goederen die elk van de echtgenoten bezaten op de dag van de
voltrekking van het huwelijk
activia die zij tijdens het huwelijk verkrijgen door erfenis of schenking
de (weder)beleggingen van de activa die ze tijdens het huwelijk
verkrijgen door erfenis of schenking
o gemeenschappelijke vermogens en eigen vermogens zijn afzonderlijke juridische
boedels (boedels sui generis):
zonder rechtspersoonlijkheid
eigen bestuursregeling, waarbije volgende centraal staan:
- solidariteit (art. 1415-1424 BW)
- partij autonomie (art. 1425 BW)
2
, o gemeenschappelijk vermogen: doelgebonden vermogen dat blijft bestaan tot de
ontbinding van het stelsel >< toevallige mede-eigendom want daarvan kan men
te allen tijde de verdeling vorderen
Afdeling III. Werking van het wett elijk stelsel
Algemeen
o vermoeden van gemeenschappelijkheid (art. 1405 § 2 BW + art. 1408 laatste
streepje BW)
o tegenbewijs: art. 1399 lid 2 en 3 BW
o ubi emolumentum, ibi onus = waar het voordeel is, is ook de last: een eigen goed
heeft een eigen schuld en een gemeenschappelijk goed heeft een
gemeenschappelijke schuld
o verbeke: elke onderhandse verklaring in authentieke akte geldt tov derden tot
bewijs van het tegendeel om daar tegen te kunnen gaan -> procedure van
valsheid
o de verklaring is authentiek maar de inhoud niet -> SE moet tegenbewijs leveren
>< partijen mogen niet zelf hun bewijsmiddelen fabriceren dus beslagrechter
moet oordelen of het bewijs geldig is
De bewijsregels
Tussen echtgenoten
o door alle middelen van recht: artikel 1399 lid 3 BW BEHALVE beperkingen in het
huwelijkscontract
o bepaalde doctrine: bewijs van schuldvorderingen is onderworpen aan regels van
gemeen recht en niet zoals andere goederen aan art. 1399 lid 3 BW
o HVR 2018: schuldvorderingen onderworpen aan dezelfde regels als andere
goederen -> art. 1399 lid 3 BW
Ten aanzien van derden
o Art. 1399 lid 2 BW:
Notariële boedelbeschrijving
Verkrijgende verjaring (art. 2229 BW)
Titels met vaste dagtekening
Bescheiden van openbare dienst bv: vermeldingen in de registers van de
hypotheekbewaarder, het kadaster, Dienst Inschrijving Voertuigen
Regelmatig gehouden of opgemaakte registers: tenaamstelling is
onvoldoende, men moet de origine van de fondsen aantonen!
o Derden kunnen opnieuw tegenbewijs leveren
Bewijswaarde lijst eigen goederen
o Echtgenoten gaan vaak in hun huwelijkscontract een lijst opnemen van goederen
die zij als eigen bestempelen
3
, o Art 1399 lid 2 BW: deze lijst heeft enkel bewijskracht tussen echtgenoten
onderling -> niet tegenwerpelijk aan derden
o Indien betwisting: rechter heeft soevereine appreciatiebevoegdheid
Afdeling IV. De baten
Kijken naar moment waarop de eigendom is verworven
Baten van de eigen vermogens
o Echtgenoten die het vermoeden van gemeenschappelijkheid willen weerleggen
moeten volgens de bewijregels aantonen dat die goederen eigen zijn omwille van
hun oorsprong of omwille van hun aard
o Datum van eigendomsverwerving is noodzakelijk
o Stel: handelszaak die werd opgericht vóór het huwelijk en de mogelijkheid om
cliënteel aan te trekken en te behouden bestaat al -> handelszaak is eigen
o Echtgenoot is reeds persoonlijke eigenaar van een onroerend goed indien er voor
het huwelijk al een onderhandse verkoopovereenkomst was ookal wordt de
notariële akte pas tijdens het huwelijk gesloten en werd de eigendomsoverdracht
uitgesteld tot op het ogenblik van het verlijden van de authentieke akte -> de
aanstaande echtgenoot krijgt een onroerende schuldvordering -> om het goed
gemeenschappelijk te maken moet het onroerend invorderingsrecht worden
ingebracht
o Goederen die door een echtgenoot worden verkregen ten gevolge van een
voorhuwelijkse opschortende of ontbinde voorwaarde -> eigen door retroactieve
werking
o Aankoopoptie lichten tijdens huwelijk -> geen terugwerkend effect -> goed is
gemeenschappelijk
o Goederen die men terugkrijgt omwille van de nietigverklaring van een
voorhuwelijks contract -> eigen
o Goederen waarvan beginpunt voor verkrijgende verjaring vóór het huwelijk
gelegen is -> eigen
2. Tijdens het huwelijk om niet verkregen goederen (toekomstige goederen):
o Alle goederen die echtgenoten tijdens het huwelijk verwerven door een
wettelijke opvolging -> eigen
o Goederen tijdens het huwelijk verkregen door een schenking onder levenden of
ee testamentTENZIJ artikel 1405 3° BW
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudent222. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.53. You're not tied to anything after your purchase.